249
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
10– als "Streaming": draadloos afspelen van
audiobestanden op de telefoon.
Het systeem kan niet met hetzelfde profiel met meerdere telefoons worden verbonden.
Er kunnen niet meer dan 2 telefoons tegelijk
worden verbonden (1 per profiel).
De Bluetooth-profielen op de telefoon hebben prioriteit t.o.v. de profielen die op het
systeem zijn geselecteerd.
Als het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd de
Bluetooth-functie van de telefoon even uit te zetten
en opnieuw te activeren.
Afhankelijk van het type telefoon hebt u de optie om de overdracht van uw contacten en
de gesprekkenlijst wel of niet te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon
waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het aanzetten van het
contact automatisch een koppeling met de telefoon
gemaakt (Bluetooth ingeschakeld).
Beheer van telefoonverbindingen
Een gekoppelde telefoon verbinden of loskoppelen:Selecteer het menu "Telefoon".
Druk op "Bluetooth" om de lijst van
gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk in de lijst op de naam van de desbetreffende
telefoon om de koppeling ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op de knop “Bluetooth”.
Druk op "Verbindingen beheren".
Selecteer in het weergegeven venster
" Verwijderen".
De lijst van de gekoppelde telefoons wordt
weergegeven.
Druk op de naam van de telefoon die u wilt
verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
een pop-upvenster op het scherm.
Het gesprek aannemen:
Druk kort op de toets TEL op het stuurwiel.
Het gesprek weigeren:
Houd de toets
TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Of
Druk op "Gesprek beëindigen" op het touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op "Telefoon".
Druk op de toets "Toetsenbord".
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op "OK" om het nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op het menu "Telefoon".
Of houd de toets
TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Druk op "Contacten".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Een recent gebruikt nummer bellen
Druk op "Telefoon".
Druk op "Gesprekken".
Of
250
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
Houd de toets
TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Nadat het contact is afgezet, blijft de verbinding via het systeem van de auto 10
minuten actief. Daarna schakelt het systeem uit
en wordt de verbinding automatisch via de
telefoon voortgezet.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Configuratie
Lichtsterkte instellen
Druk op "Instellingen".
Selecteer "Weergave".
Druk op de toetsen om de lichtsterkte van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van de uitvoering) in
te stellen.
Instellingen van het systeem
wijzigen
Druk op "Instellingen". Druk op "Systeem".
Druk op "Privacy" om de privacy-instellingen
te openen.
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Druk op "Fabrieksparameters" om terug te keren naar de fabrieksinstellingen.
Druk op "Systeeminfo" om de systeeminformatie te bekijken.
Privacyinstellingen
Er zijn drie opties voor privacy van gegevens
beschikbaar:
" Geen gegevens delen (gegevens, locatie
van de auto)"
" Alleen gegevens delen"
"Gegevens en locatie van de auto delen"
Wanneer gegevens en locatie van de auto
delen is ingeschakeld, wordt dit symbool
weergegeven in de bovenste balk op het
touchscreen.
De taal selecteren
Druk op "Instellingen".
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
Datum en tijd instellen
Druk op "Instellingen".
Druk op "Datum/tijd".
De datum instellen:
Druk op de pijlen om dag, maand en jaar in te stellen.
Stel eerst de dag in en dan de maand.
De tijd instellen:
Druk op deze toetsen om uren en minuten in te stellen.
Selecteer of deselecteer de 24-uurs tijdsnotatie.
Bij 12-uurs tijdsnotatie kiest u "AM" of "PM".
Het systeem schakelt niet automatisch over
op zomertijd/wintertijd.
Datumnotatie:
Selecteer hoe de datum wordt weergegeven.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
251
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
10Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation, of
er is geen zendstation aanwezig in het geografische
gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via de bovenste balk
om het systeem te laten controleren of er een
krachtiger zendstation in het gebied aanwezig is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door
obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen,
tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen defect
van het audiosysteem aan.
De antenne ontbreekt of is beschadigd (bijvoorbeeld
tijdens het inrijden van een wasstraat of
parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Ik kan sommige opgeslagen radiozenders in de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de naam
van de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een naam
andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde
nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender. ►
Druk op de toets "
Radio-instellingen", en
selecteer dan "Lijst updaten". Wanneer naar
beschikbare zenders wordt gezocht, wordt de radio-
ontvangst uitgeschakeld (ongeveer 30 seconden).
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard op een
USB-geheugenstick staan, kan het erg lang duren
tot de muziek op de USB-geheugenstick wordt
afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de benaming
van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon of
deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
Controleer
op de website van het merk (diensten)
of de telefoon compatibel is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van
de telefoon.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van
een telefoongesprek.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume
van de telefoon indien nodig.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen, enz.).
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
252
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
► Verander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage
tonen wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage tonen
gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare verschillen
kunnen genereren bij het veranderen van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar wordt
geluisterd. Zet de geluidsinstellingen in de middelste
stand.
Na het afzetten van de motor, wordt het systeem
na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-modus om de accu niet te ontladen. ►
Start de auto om de laadstroom van de accu te
verhogen.
253
PEUGEOT Connect Radio
11PEUGEOT Connect Radio
Multimedia-audiosysteem -
Apps - Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen zijn afhankelijk van de uitvoering van de auto en
het land waar de auto is verkocht.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het
contact is ingeschakeld:
–
De smartphone via Bluetooth met het systeem
koppelen.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de apps CarPlay
® of
Android Auto (bepaalde apps worden niet meer
weergegeven als de auto rijdt).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.
De melding Eco-mode
wordt weergegeven
wanneer het systeem in stand-by wordt gezet.
De broncodes van Open Source Software (OSS) van het systeem zijn op de volgende
sites beschikbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop drukt, wordt het geluid gedempt.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt, wordt het
systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen "Bron"
en "Menu" aan de linkerkant van het touchscreen
om de menu's te openen en druk vervolgens op de
virtuele toetsen op het touchscreen.
U kunt de rolmenu's altijd weergegeven door kort
met drie vingers op het scherm te drukken.
Alle aanraakgebieden op het scherm zijn wit.
Bij pagina's met meerdere tabbladen onder aan het
scherm kunt u tussen de pagina's wisselen door op
het gewenste tabblad voor de pagina te tikken of
door de pagina's met uw vinger naar links of rechts
te vegen.
Druk op het gearceerde gedeelte om een niveau
lager te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te gaan
of om uw keuze te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief scherm. Gebruik een niet-schurende zachte
doek (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel om het scherm schoon te
maken.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
–
Menu statusinformatie Radio Media en
Telefoon.
–
Statusinformatie Privacy
.
–
T
oegang tot de instellingen van het touchscreen
en het digitaal instrumentenpaneel.
Audiobronnen selecteren (afhankelijk van de
uitrusting):
–
FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-
uitzending Bluetooth (streaming).
–
USB-geheugenstick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler
(afhankelijk van de uitrusting).
255
PEUGEOT Connect Radio
11Kort indrukken: bevestigen van een selectie. Indien
niets geselecteerd: toegang tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst met
beschikbare radiozenders.
Menu's
Apps
Toegang tot te configureren apparaten.
Radio Media
Selecteer een geluidsbron of radiozender.
Telefoon
Een mobiele telefoon via Bluetooth®
verbinden.
Voer bepaalde apps uit via uw smartphone, via
CarPlay
® of Android Auto.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of configureer het geluid (balans, sfeer enz.) en
de weergave (taal, eenheden, datum, tijd, enz.).
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of uit, of configureer deze.
259
PEUGEOT Connect Radio
11Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de USB-poort, of sluit het USB-apparaat via een
kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en het
aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt ingeschakeld
of wanneer er een USB-geheugenstick wordt
ingestoken, worden de afspeellijsten bijgewerkt.
Het audiosysteem slaat deze lijsten op, zodat deze
sneller worden geladen wanneer ze niet gewijzigd
zijn.
Externe (AUX)-jackaansluiting
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd)
aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op RAD MEDIA om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "BRONNEN".
Selecteer de geluidsbron.
BluetoothStreaming®
Met Streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het systeem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts). U
kunt ook een gestructureerde indeling in
bibliotheekvorm gebruiken.
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het
eerste niveau in de structuur en kiest u een
andere indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer
afzakt naar het gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel wordt
niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen
van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door
het systeem worden herkend, moeten met een
260
PEUGEOT Connect Radio
kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden
aangesloten of via Bluetooth-streaming worden
gekoppeld (indien compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wav", ".wma", ".aac",
".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en
320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen te
kiezen van maximaal 20 tekens die geen speciale
tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het gedeelte
"Ergonomie en comfort" voor meer informatie over
de USB-aansluitingen die compatibel zijn met de
apps CarPlay
® of Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de
fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone synchroniseren zodat ze apps op het
scherm van de auto zien die de CarPlay
®- of
Android Auto-technologie van de smartphone
ondersteunen. Om CarPlay
®-technologie te
kunnen gebruiken, moet de functie CarPlay®
eerst op de smartphone worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone en
het systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom raden
wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten,
schakelt de functie CarPlay® de Bluetooth®-
modus van het systeem uit.
De functie "CarPlay" werkt alleen in combinatie
met een compatibele smartphone en compatibele
apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk in het systeem op Telefoon om de CarPlay®-interface weer te geven.
Of
Als de smartphone al via Bluetooth® is
verbonden.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "TEL" om de tweede pagina weer
te geven.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt ontkoppeld en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.