278
PEUGEOT Connect Nav
Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Op de website van Google
Android Auto
en Apple staat welke landen er worden
ondersteund.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
simkaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen. ►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden
gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer
op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
► Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
284
Trefwoordenregister
Noodoproep ~ Urgence-oproep 90–91
Noodprocedure afzetten van
de motor
120–121
Noodprocedure starten
120, 221
Noodremassistentie ~ Brake Assist System
(BAS)
93, 160
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
93
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
22
O
Oliefilter 196
Oliefilter (vervangen)
196
Olieniveau
18, 194
Oliepeilstok
18, 194
Olieverbruik
194
Onder de motorkap ~ Motorruimte
192–193
Onderhoud (adviezen)
177, 201
Onderhoudsadviezen
177, 201
Onderhoudscontroles
17, 196, 198
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
17, 22
Ontdooien
51, 65
Ontgrendelen
27, 29
Ontgrendelen achterklep
28, 30
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
28, 30
Ontgrendelen portieren ~ Portieren
ontgrendelen
31–32
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
31
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
203
Ontwasemen
51, 65
Ontwasemen achter
65
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming
66
Ontwasemen voor
65
Op afstand bedienbare functies
26, 185
Op afstand bedienbare functies
(plug-in hybride)
26, 66
Opbergvak
67, 78
Opbergvakken
67, 70, 72, 74, 78
Opbergvakken portieren
67
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
29, 34
Openen motorkap ~ Motorkap,
openen
192–193
Openen portieren ~ Portieren openen
29, 34
Openen ruiten ~ Ruiten openen
27
Oplaadbaar hybridesysteem
5, 8, 25,
119, 131, 177
Opladen via normaal stopcontact (plug-in
hybride)
184–185
Opschakelindicator
131
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
236
Overzicht van het verbruik
25–26
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel
216, 219P
Panoramisch schuifdak 42–44
Park Assist
170–172
Parkeerhulp achter
164
Parkeerhulp achter met grafische
weergave en geluidssignalen
164
Parkeerhulpsystemen (algemene
adviezen)
135
Parkeerhulp vóór
165
Parkeerlichten
80, 215
Persoonlijke instellingen
10
Plafonniers
71
Portieren
34
Portieren sluiten
30–31, 34
Profielen
249, 274
Programmeerbare verwarming
26, 66
Pyrotechnische gordelspanners
100
R
Radar (waarschuwingen) 135
Radio
243, 268
Radiozender
243, 268–269
RDS
243, 268
READY (verklikkerlampje)
192
Recuperatief remmen (vertragen
door remmen op de motor)
128
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
63, 65
285
Trefwoordenregister
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling
63, 65
Regelmatige controles ~ Controles
196–197
Regelmatig onderhoud
136, 196, 198
Regeneratie roetfilter
196
Reinigen (adviezen)
177, 201–202
Rembekrachtigingsysteem
92–93
Remblokken
197
Remlichten
215
Remmen
197
Remmen
128
Remschijven
197
Remvloeistof
195
Reservewiel
197, 204–206, 209–211
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
195
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
134–135
Resetten van het traject
23
Richtingaanwijzers
80, 215
Rijadviezen
7, 117–118
Rijden
45–46, 117–118
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
136
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
135
Rijstanden
95–96, 129–130
Rijstrookcontrolesystemen
92
Rijverlichting
79, 82
Roetfilter
195–196
Ruitensproeier achter
86
Ruitensproeiers
86
Ruitensproeiers vóór
86
Ruitenwisser achter
86
Ruitenwisserbladen (vervangen)
87–88Ruitenwisserbladen vervangen 87–88
Ruitenwissers
85, 87
Ruitenwisserschakelaar
85–87
Ruitenwissers vóór
86–87
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
49–50
SCR (Selective Catalytic Reduction)
20, 198
SCR-systeem
20, 198
Selectiehendel
124–128
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
124
Sensoren (waarschuwingen)
136
Serienummer auto
238
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
204–207, 209
Sfeerverlichting
22, 72
Signalering onoplettendheid
161–162
Skiluik
72
Slepen
227–229
Slepen van de auto
227–229
Slepen van een auto
227, 229
Sleutel
27, 29, 32
Sleutel met afstandsbediening
27, 118
Sleutel niet herkend
120–121
Smartphone
26, 69
SMS
273
Sneeuwkettingen
134, 190–191
Sneeuwscherm
191
Sneeuwschermen 191
Snelheidsbegrenzer
137, 140–143
Snelheidslimietherkenning
137, 139
Snelheidsregelaar
137, 140, 143–145
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
140
Snelmenu's
25
Spaarfase
192
Sport-stand
130–131
Starten
221
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
175
Starten van de auto
119, 124–127
Starten van de motor
11 9
Stickers
202
Stickerset
202
Stilzetten van de auto
120, 124–127
Stoelen achter ~ Achterbank
52–59, 105
Stoelen verstellen
46, 48, 54–56
Stoelopstellingen
60
Stoelverwarming
49–50
Stop & Start
24, 61, 65, 132–133, 176, 192, 196, 224
Streaming audio Bluetooth
245, 270
Stuurkolomschakelaars
124–126
Stuurwiel (verstellen)
50
Supervergrendeling
28, 30
Synchroniseren afstandsbediening
33
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
33