222
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
De draadloze verbinding van een Android Auto-
apparaat kan worden gestart via het menu
"Apparaten".
Schakel eerst de Bluetooth
®-functie van de
smartphone in.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat weer te geven dat moet worden verbonden
met Android Auto.
Als het apparaat al via
Bluetooth
® met het systeem
is verbonden, selecteert u de apparaatinstellingen
in de lijst van bekende apparaten en kiest u Android
Auto als de modus voor draadloze verbinding.
Als het apparaat niet eerder met het systeem
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld.
Zie hiervoor het deel "Bluetooth
®-verbinding".
Het systeem detecteert of de smartphone
compatibel is met Android Auto en stelt voor om
deze te verbinden na het koppelingsproces.
Wanneer u wilt dat uw smartphone een volgende
keer automatisch verbinding maakt, moet Bluetooth
®
op uw apparaat zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen, drukt u op deze toets om de "Android
Auto"-interface weer te geven.
Houd de toets op of bij het stuurwiel ingedrukt en zeg "OK Google" om de
gesproken commando's van de smartphone in te
schakelen.
Media
De bron wijzigen
Druk op de "Media"-app.
Druk op deze toets om de bron (radio,
audiostreaming via een USB-aansluiting,
Bluetooth
® of Mirror Screen®) te wijzigen.
Een radiozender selecteren
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te
zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op deze toets.
Voer de frequentie in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op deze knop om te bevestigen.
Wanneer u op het "Zenders"-tabblad drukt, wordt
een lijst met zenders weergegeven.
Druk op "Dempen" om het geluid in te schakelen/uit te schakelen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord door het gebruik van elektrische apparatuur
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals een
lader met USB-aansluiting die is aangesloten op
de 12V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een
normaal verschijnsel voor radiogolven en kan in
geen enkel opzicht worden gezien als een defect
van het systeem.
Een radiozender opslaan
Selecteer een zender.Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op de toets "Favoriete radiozenders".
Het opslaan vindt plaats door kort of lang op
een van deze toetsen te drukken, of lang te
drukken op een al opgeslagen favoriete radiozender
die vervolgens vervangen wordt.
Druk op deze toets om terug te keren naar de vorige pagina.
Radiozenders automatisch
opzoeken
Via de toepassing "Media".Druk op de "Media"-app.
223
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Selecteer het "Zenders"-tabblad in de lijst.
Er wordt automatisch gezocht.
Wanneer u de schakelaars op of rondom het stuurwiel gebruikt, drukt u op deze toets.
Er wordt automatisch gezocht.
Radiozender volgen
inschakelen
Voor een betere ontvangst wijzigt het systeem
automatisch de frequentie.
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Schakel "Radiozender volgen" in.
Het oplichten van de schuifbalk bevestigt dat de
functie is geactiveerd.
De frequentieband wijzigen
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op deze toets om de frequentieband (FM - AM - DAB) te wijzigen, afhankelijk van
het land van verkoop.
Verkeersinformatieberichten
inschakelen
Deze functie geeft prioriteit aan de
waarschuwingsmeldingen van de
Verkeersinformatieberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra een verkeersinformatiebericht
wordt uitgezonden, wordt de radiozender waar
op dat moment naar wordt geluisterd automatisch
onderbroken voor het verkeersinformatiebericht.
Zodra het bericht is afgelopen, wordt de normale
radiouitzending hervat.
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Schakel "Verkeersbericht" in.
Het oplichten van de schuifbalk bevestigt dat de
functie is geactiveerd.
Audio streamen
Met de streamingfunctie kunt u naar de audiostream
luisteren die afkomstig is van de smartphone(s) die
is (zijn) verbonden via Bluetooth
®, USB (iPod®-type)
of Mirror Screen®.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het systeem in.
Als het afspelen niet start, kan het zijn dat u
het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Een nummer afspelen
Druk op de "Media"-app.
Druk wanneer er meerdere apparaten zijn
verbonden op deze toets om een apparaat te
selecteren.
Wanneer het apparaat is verbonden, kunt u door de
bestanden bladeren door op de toets "Afspeellijst"
of "Bibliotheek" te drukken.
Kort indrukken: naar het vorige / volgende nummer gaan.
Lang indrukken: snel vooruit / achteruit spoelen in
een nummer.
De huidige titel of de lijst met geselecteerde titels herhalen.
Willekeurig nummers afspelen.
Geluid uitschakelen / weer inschakelen.
Instellingen voor audio en
radio configureren
De audio-instellingen kunnen op 2 manieren worden
geopend.
Via de toepassing Media
Druk op de "Media"-app.
Selecteer het "Instellingen"-tabblad in de lijst.
Of
Via de toepassing Instellingen
Druk op de "Instellingen"-app.
225
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10De lijst met contacten
organiseren
Druk op de "Telefoon"-app.
Selecteer in de lijst het "Instellingen"-tabblad om de
instellingen voor de telefoon weer te geven.
U kunt contacten indelen aan de hand van hun voor- of achternaam.
Twee telefoons aansluiten
Er kunnen twee telefoons tegelijkertijd op het systeem worden aangesloten:
–
2 via
de Bluetooth
®-verbinding.
Of
–
1 via
de Bluetooth
®-verbinding en 1 via de
Mirror Screen®-verbinding.
De weergave en de inhoud van de meest recent
gebruikte telefoon hebben prioriteit.
Prioriteit van de telefoon wijzigen:
Druk op de "Telefoon"-app.
Druk op deze toets om de prioriteit van de
telefoon te wijzigen.
Instellingen
Het scherm configureren
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Aanpassingen"-tabblad in de lijst. Het volgende kan worden geconfigureerd:
–
de schermkleuren voor de sfeerverlichting. Zie het
deel "Ergonomie en comfort".
–
De geluidssfeer
.
–
De animaties voor begroeten en afscheid nemen.
–
De animaties voor schermovergangen.
De systeemconnectiviteit
beheren
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Het volgende kan worden beheerd:
–
De Bluetooth®-verbinding.
–
De Mirror Screen®-smartphoneverbindingen
(Apple®CarPlay®/Android Auto).
–
De Wi-Fi-verbinding.
–
De privacymodus.
Het systeem configureren
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Systeem"-tabblad in de lijst.
Het volgende kan worden geconfigureerd:
–
De taal.
–
Datum en tijd.
–
De eenheid voor afstand en verbruik (kWh / 100
km - km, mi / kWh - mijl, km / kWh - km).
–
De eenheid voor temperatuur (Fahrenheit,
Celsius).
De systeemconfiguratie kan ook worden gereset.
Taal selecteren
Selecteer "Taal" om de taal te wijzigen.
Druk op de gewenste taal.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar
de vorige pagina.
Datum en tijd instellen
Selecteer "Datum en tijd" om de datum en de tijd
te wijzigen.
" Datum en tijd automatisch instellen" is
standaard ingeschakeld om de instelling
automatisch aan te passen op basis van uw
geolocatie.
Om deze handmatig aan te passen, schakelt u
" Datum en tijd automatisch instellen" uit.
Druk op het "Tijdzone selecteren"-veld en geef
vervolgens een tijdzone op.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op de regel "Tijdsinstellingen" en stel de tijd
in.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op de regel "Datum" en stel de datum in.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer Tijdnotatie (12h / 24h).
Selecteer Datumnotatie.
230
Trefwoordenregister
12V-accu 174, 178, 196, 196–200
A
Aanhanger 85, 167
Aanhangergewichten
204, 208
Aanpassing bochtsnelheid
135
Aanraakgevoelige leeslampjes
63
Aansluiting 12 V
59, 67
ABS
83
Accessoires
80
Accu laden
197–198, 200
Achterbank
51
Achterklep
34
Achterlichten
195
Achterruitverwarming
57
Achteruitrijcamera
117, 150–151
Achteruitrijlicht
195–196
Actieradius AdBlue®
20, 178
Active LED Vision
71, 74
Active Safety Brake
140, 142
Adaptieve snelheidsregelaar
120–121, 126–127
AdBlue®
20, 180
AdBlue® bijvullen
181
AdBlue®-reservoir
181
Afmetingen
209
Afstandsbediening
27–32
Afstellen van de koplamphoogte
71
Afzetten van de motor
101
Airbags
88–92
Airbags vóór
89–90, 93
Airconditioning 53–54, 56
Alarmknipperlichten
80, 186
Alarmsysteem
38, 40
Allesdragers
171–172
Antiblokkeersysteem (ABS)
83
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
29
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
84
Apps
24–25
Armleuning achter
64
Armleuning vóór
61
Audioversterker
62
Autogegevens
10, 227
Automatische airconditioning ~ Airconditioning,
automatische
57
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
54
Automatische ruitenwissers
77
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
107–110, 112, 179, 197
Automatisch inschakelen verlichting
71
Automatisch noodremsysteem
140, 142
B
Bagagenet 65
Bagagenet voor hoge belading
66
Bagageruimte
34–35, 38, 67
Banden
179, 210
Banden oppompen
179, 210
Bandenreparatieset
187–188
Bandenspanning
179, 189, 210
Bandenspanningscontrole (met set) 188, 190
Bandenspanning te laag (detectie)
11 4
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
33
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
33
Beladen
171–172
Benzinemotor
112, 176
Bergingsauto of trailer (slepen)
202
Bijvullen AdBlue®
178, 181
Binnenspiegel
50
BlueHDi
20, 178, 186
Bluetooth (handsfree set)
219
Bluetooth (telefoon)
219–220
Bluetooth-verbinding
219–220
Boordcomputer
22–23
Boordgereedschap
67, 186–188
Brandstof
8, 156
Brandstofadditief
178–179
Brandstofniveaumeter
156
Brandstoftank
156–157
Brandstof tanken
156–157
Brandstoftank leeg (diesel)
186
Brandstofverbruik
8, 21
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
156–157
Buitenlandse reizen
74
Buitenspiegels
49–50, 57, 147
Buitenverlichting
72
235
Trefwoordenregister
Sleutel met afstandsbediening 27, 100–101
Sleutel niet herkend
104
Smartphone
25–26, 60
Sneeuwkettingen
115, 173–174
Sneeuwscherm
172
Sneeuwschermen
172
Snelheidsbegrenzer
120–123
Snelheidslimietherkenning
118, 120
Snelheidsregelaar
120–121, 124–125
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
120–121
Snelmenu's
24
Sneltoetsen rijhulpsystemen
11 8
Spaarfase
174
Sport-stand
111 – 11 2
Starten
197
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
156
Starten van de auto
101–102, 109
Starten van de motor
101, 103
Stickers
184
Stickerset
184
Stilzetten van de auto
101–103, 109–110
Stoelen achter ~ Achterbank
51–52, 92
Stoelen verstellen
45–46
Stoelverwarming
47–48
Stop & Start
23, 54, 57, 113–114,
156, 175, 178, 199
Streaming audio Bluetooth
223
Stuurkolomschakelaars
108–109
Stuurwiel
11 7
Stuurwiel (verstellen)
48
Stuurwielverwarming
49
Supervergrendeling
28, 30Synchroniseren afstandsbediening 34
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
34
T
Tankbeveiliging 157
Technische gegevens
208
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
156
Telefoon
219–220, 224
Teller
10, 117
Temperatuurregeling
55
Terugwinnen van energie
21, 109
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
188, 190
Tijd instellen
225
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
56–57
Top Tether (bevestiging)
94, 96–97
Touchscreen
23, 25, 58
Tractiebatterij opladen (plug-in hybride)
21, 158,
164, 166
Tractiebatterij (plug-in hybride)
22, 158–159, 164
Trailer Stability Management (TSM)
85
Trekhaak
85, 167
Trekhaak met afneembare kogel
168–171
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 122
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
89, 92–93
USB-aansluiting
59–60, 63
V
Veiligheidsgordels 86–87, 93
Veiligheidsgordels achter
86
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
89, 91–95
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
89, 91–95
Ventilatie
53
Ventilatieroosters
53
Verbruikscijfers
25
Vergrendelen
28–30
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
31–32
Vergrendeling van binnenuit
31
Verklikkerlampje READY
175
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
12
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
12
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
87
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
87
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
67
Verlichting met Full LED-technologie
71, 74
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
70
Vermogen
21
Vermogensmeter (plug-in hybride)
9, 21
Versnellingshendel
107