Page 73 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-28
6
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of d e voor-
vork niet soepel b eweegt, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-36.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mog elijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
ZAUM1628
ZAUM1846
UBJXD0D0.book Page 28 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 74 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-29
6
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAUM3751
AccuDit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw
o gen altij d b ij werkzaamhe den na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit d
e buur
t van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om bij de accu te komen
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-18.)
2. Verwijder de zadelbevestiging door de
bouten los te halen.
3. Verwijder de diagnosestekker door deze omhoog te trekken.
4. Verwijder de accukap door de bouten los te halen.1. Zadelbevestiging
2. BoutZAUM1836
2
1
UBJXD0D0.book Page 29 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 75 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-30
6
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu bescha digd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens de accu te verwij-
d eren het contactslot uit en haal
eerst de neg atieve ka bel en d aarna
d e positieve ka bel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Zet alvorens de
accu te plaatsen het contactslot uit en sluit eerst
de positieve ka bel en
d aarna de ne gatieve ka bel aan.
[DCA16842]
4. Zorg bij het installeren van de accu dat
de positieve accukabel door de ope-
ning in de accuriem wordt geleid en
dat beide accukabels goed zijn aan-
gesloten op de accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.5. Plaats de accukap in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de bouten
aan.
6. Breng de diagnosestekker aan door deze omlaag te duwen.
7. Monteer de zadelbevestiging door de
bouten aan te brengen, en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
1. Diagnosestekker
2. Accukap
3. Bout
1. Accukap
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
4. Accu
5. Accuriem
3
12
ZAUM1838
12
34
Aanhaalmoment: Bouten zadelbevestiging: 7 N·m (0.7 kgf·m, 5.2 lb·ft)
UBJXD0D0.book Page 30 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 76 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-31
6
DAUM3673
De zekerin gen vervan genDe hoofdzekering en de zekeringenkastjes
bevinden zich onder het zadel.
Om bij de zekerin gen te komen
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-18.)
2. Verwijder de zadelbevestiging door de bouten los te halen.
3. Verwijder de diagnosestekker door deze omhoog te trekken.
4. Verwijder de accukap door de bouten
los te halen.
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
1. Zadelbevestiging
2. BoutZAUM1836
2
1
1. Diagnosestekker
2. Accukap
3. Bout
1. Accukap
3
12
ZAUM1977
1
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. HoofdzekeringZAUM1839
2
3
4
1
UBJXD0D0.book Page 31 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 77 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-32
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen zekerin
gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering 2 (voor ECU)
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering alarmverlichtingssysteem
10.Hulpzekering
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Reservezekering
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
61212
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Backup-zekering 2: 10.0 A
UBJXD0D0.book Page 32 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 78 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-33
6
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
5. Plaats nadat de zekering is vervangen de accukap terug in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de bouten
aan.
6. Breng de diagnosestekker aan door
deze omlaag te duwen.
7. Monteer de zadelbevestiging door de bouten aan te brengen, en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
8. Breng het zadel aan.
DAU34387
Koplampg loeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA26690
Raak het glas van d e koplamp gloei-
lamp niet aan. An ders kunnen d e
lichtintensiteit en levens duur van de
g loeilamp na deli g wor den beïn-
vloe d.
Wrijf eventuele verontreini gin gen,
olie of vin geraf drukken van de
g loeilamp af met een d oekje ge-
d renkt in alcohol of thinner.
Gebruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e koplamplens.
1. Verwijder de koplampunit door de
bouten aan beide zijden los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
Aanhaalmoment:
Bouten zadelbevestiging:7 N·m (0.7 kgf·m, 5.2 lb·ft)1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. BoutZAUM13811
UBJXD0D0.book Page 33 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 79 of 98
Periodiek on derhoud en afstelling
6-34
6
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder. 5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de bou- ten aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU45226
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-33.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
2. KoplampgloeilampZAUM1382
21
ZAUM1383
21
1. Fitting parkeerlichtgloeilampZAUM1384
1
UBJXD0D0.book Page 34 Friday, December 25, 2020 2:09 PM
Page 80 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-35
6
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. ParkeerlichtgloeilampZAUM1385
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
UBJXD0D0.book Page 35 Friday, December 25, 2020 2:09 PM