Speciale kenmerken
3-2
3
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door op de “SET–”-zijde van de in-
stelschakelaar te drukken. Als u geen nieu-
we kruissnelheid instelt en gas terugneemt,
remt de machine af tot de eerder ingestelde
kruissnelheid.OPMERKINGDe huidige snelheidsinstelling voor de
cruise control kan worden afgelezen van de
voertuiginformatiedisplays. (Zie pagina
4-10.)Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje “ ” gaat uit. Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
Bekrachtig de voor- of achterrem.
Knijp de koppelingshendel in.
Schakelen
Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise
control uit te zetten. Het
controlelampje “ ” en het
controlelampje “ ” gaan uit.
OPMERKINGDe rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con-
trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet
aan de gasgreep wordt gedraaid.De hervattin gsfunctie geb ruiken
Druk op de “RES+”-zijde van de instelscha-
kelaar voor cruise control om de cruise
control opnieuw te activeren. De rijsnelheid keert dan terug naar de eerder ingestelde
kruissnelheid. Het controlelampje “ ”
gaat aan.
WAARSCHUWING
DWA16351
Het is g
evaarlijk de hervattin gsfunctie te
g eb ruiken wanneer d e eerder in gestel de
kruissnelhei d te hoo g is voor d e huidig e
omstan dig he den.OPMERKINGWanneer u op de aan-uitschakelaar drukt
terwijl de cruise control in werking is, wordt
de cruise control volledig uitgeschakeld en
wordt de eerder ingestelde kruissnelheid
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.Automatische uitschakeling van cruisecontrolDe cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
1. Deceleratierichting
1 1 1
UB5UD0D0.book Page 2 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Speciale kenmerken
3-3
3
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control onder de bovenstaan-
de omstandigheden wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “ ” gedurende
4 seconden, waarna het uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar in de stand “ ” wordt gezet, de
motor afslaat of de zijstandaard omlaag
wordt gezet, gaat het controlelampje “ ”
uit (het controlelampje “ ” knippert niet).
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.OPMERKINGIn bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine.
Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla-
gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
DAU91323
“D-MODE”“D-MODE” is een elektronisch geregeld
motorprestatiesysteem.
WAARSCHUWING
DWA18440
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.Het “D-MODE”-systeem bestaat uit 4 ver-
schillende kenvelden voor de regeling van
de motorrespons en het motorvermogen.
Hierdoor kunt u kiezen uit diverse modi
naargelang uw voorkeuren en rijomgeving.
D-MODE 1 - Sportieve motorrespons
D-MODE 2 - Gemiddelde motorrespons
D-MODE 3 - Milde motorrespons
D-MODE 4 - Milde motorrespons en be-
perking van het motorvermogenOPMERKING De huidige instelling voor “D-MODE”
wordt getoond in de weergave MODE.
(Zie pagina 4-13.)
De huidige instelling voor “D-MODE”
wordt opgeslagen wanneer de machi-
ne wordt uitgeschakeld.
De “D-MODE” wordt geregeld met
behulp van de schakelaars MODE, zie
pagina 4-4 voor meer informatie.
UB5UD0D0.book Page 3 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Speciale kenmerken
3-4
3
DAU92650
“TCS-MODE”Dit model is uitgerust met een instelbare
tractieregeling, anti-uitbreekregeling en
anti-liftregeling (TCS, SCS en LIF). Deze zijn
gegroepeerd in “TCS-MODE”. “TCS-MO-
DE” heeft 4 instellingen:
“TCS-MODE M” kan worden aangepast in
het instellingenmenu, zie pagina 4-17.
TCS
De tractieregeling helpt bij het behouden
van grip bij het optrekken. Wanneer senso-
ren detecteren dat het achterwiel begint te
slippen (ongecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld. Het
controlelampje tractieregeling “ ” knip-
pert om de bestuurder te laten weten dat
de tractieregeling is ingeschakeld.
De werking van de tractieregeling wordt au-
tomatisch aangepast op basis van de leun-
hoek van de machine. Om een maximale
acceleratie mogelijk te maken, wordt in de rechtopstand minder tractieregeling toege-
past. In de bochten wordt meer tractierege-
ling toegepast.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de tractieregeling
wordt geactiveerd wanneer de machi-
ne over een hobbel rijdt.
Er zijn mogelijk kleine veranderingen
in het motor- en uitlaatgeluid waar-
neembaar wanneer de tractieregeling
of andere systemen worden geacti-
veerd.
De tractieregeling kan alleen worden
uitgeschakeld door “TCS-MODE” op
“OFF” te zetten met behulp van de
schakelaars MODE. Zie pagina 4-4
voor meer informatie over “TCS-MO-
DE”.
Als “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet, worden TCS, SCS en LIF ook uit-
geschakeld.
WAARSCHUWING
DWA15433
De tractiere gelin g vormt g een vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken bij schuin over-
hang en of door remmen, en kan we gglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermijd
b ijzon der gla dde oppervlakken.Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, wordt de tractieregeling automatisch
ingeschakeld. De tractieregeling kan alleen
handmatig worden in- of uitgeschakeld
wanneer de sleutel in de stand “ON” staat
en de machine is gestopt.OPMERKINGAls de motorfiets vast is komen te zitten in
modder, zand of een andere zachte onder-
het vrijmaken van het achterwiel te verge-
makkelijken.
MODE TCS SCS LIF
TCS-MODE 1 111
TCS-MODE 2 222
TCS-MODE M 1, 2, 3 OFF,
1, 2, 3 OFF,
1, 2, 3
TCS-MODE OFF OFF OFF OFF
TCS
UB5UD0D0.book Page 4 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-8
4
Storin g in het transpon dersi gnaal
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU92720
Controlelampje sta biliteitsre gelin g“”
Dit controlelampje gaat knipperen wanneer
tijdens het rijden het TCS-, SCS- of LIF-sy-
steem wordt geactiveerd. Wanneer “TCS-
MODE” op “OFF” wordt gezet, gaat het
controlelampje branden.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.LET OP
DCA27221
Vermij d b ewe gin g of trillin g van d e ma-
chine bij het aanzetten van het contact-
slot, aan gezien dit de initialisatie van de
IMU kan verstoren. Als dit geb eurt, zal
het TCS-systeem niet werken en zal de
weer gave “TCS-MODE” op “OFF” staan
tot dat de IMU kan wor den geïnitiali-
seer d.
DAU92751
Waarschuwin gslampje olie druk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is of de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Zet als dit gebeurt
onmiddellijk de motor uit.OPMERKING Als de machine voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet dit lampje gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaat dit lampje branden en gaat het
waarschuwingspictogram oliedruk
knipperen.
LET OP
DCA22441
Als het waarschuwin gslampje olie druk
en koelvloeistoftemperatuur niet uit gaat
na dat de motor is gestart of gaat bran-
d en terwijl de motor draait, moet u on-
mi ddellijk de motor afzetten en d e
machine stoppen. Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwing spicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat de motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 7-36).
Als de motorolie druk laa g is, wor dt
het waarschuwin gspicto gram olie-
d ruk weer geg even. Controleer het
olieniveau (zie pa gina 7-10).
Als het waarschuwin gslampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den , laat d
an ee
n Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met d e machine!
UB5UD0D0.book Page 8 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-9
4
DAU92731
Waarschuwin gslampje
hulpsystemen “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
DAU92804
Weer gavenDeze machine is uitgerust met twee dis-
plays: een hoofddisplay en een subdisplay.
Op de displays zijn de volgende items te
vinden:1. Snelheidsmeter
2. Toerenteller
3. Indicator snelschakelen “QS” (indien aanwe-
zig)
4. Aanduiding ingeschakelde versnelling
5. Voertuiginformatiedisplays
6. Instellingen MENU-pictogram “ ”
7. Indicator handvatverwarming (indien aanwe- zig)
8. Indicator zadelverwarming (indien aanwezig)
9. Pictogram remregelsysteem “BC”
10.Klok
11.Weergave MODE
4
7
6
1011
9
35
8
12
1. Rondetimer
2. Waarschuwingslampje oliedruk Ž
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur Ž
4. Waarschuwing hulpsysteem Ž
5. klok indien geactiveerd)
1. Voertuiginformatiedisplays
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:01.23
1
4 3
2
5
1
UB5UD0D0.book Page 9 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-17
4
Als er machinebeweging wordt gede-
tecteerd, zal het systeem automatisch
het instellingen MENU afsluiten en te-
rugkeren naar het hoofdscherm.
Sluit elk menu af met het drie-
hoeksymbool (indien weergegeven)
om te verzekeren dat de gewenste
wijzigingen worden opgeslagen. Als u
het instellingenmenu afsluit door de
wielschakelaar ingedrukt te houden,
worden wijzigingen mogelijk niet op-
geslagen.“Display Settin g”
Met deze module kunt u de rondetijdmo-
dus en de toerentellerkleurmodus in- of uit-
schakelen.
Als de rondetijdmodus is geactiveerd, ge-
ven de twee voertuiginformatiedisplays op
het hoofddisplay een rondetimer en een rondeteller weer. Schakel om de rondetijd-
modus af te sluiten de rondetimer uit in de
display-instelmodule.
Selecteer ON om de toerenteller te wisse-
len naar de kleurmodus.
“Manual TCS Settin
g”
Met deze module kunt u de “TCS-MODE
M” aanpassen. Deze modus is toegankelijk
via het hoofdscherm door middel van de
schakelaars MODE.
TCS
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (s ysteeminterventie) er
wordt toegepast.
Er zijn 3 instellingsniveaus beschikbaar
voor de “TCS-MODE M”. Instellingsniveau 1 oefent de minste alge-
hele systeeminterventie uit, terwijl instel-
lingsniveau 3 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.
OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofddisplay met be-
hulp van de schakelaars MODE.
SCS en LIF kunnen onafhankelijk van
TCS worden uitgeschakeld voor
“TCS-MODE M”.
Als “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet op het hoofddisplay: worden TCS,
SCS en LIF ook uitgeschakeld.SCSSCS kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en
3.
OFF schakelt de anti-uitbreekregeling uit,
instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
oefent de meeste systeeminterventie uit.
LIFLIF kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en 3.
Instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
reduceert het loskomen van het voorwiel
het meest.
OFF schakelt LIF uit.
Lap Time OFFTacho Color OFF
km/h
Display Setting
TCS 1SC S 1LIF 1
km/h
Manual TCS Setting
UB5UD0D0.book Page 17 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
7-10
7
DAU36113
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU1990G
MotorolieHet motorolieniveau moet regelmatig wor-
den gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke onder-
houdsschema.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Wacht na het opwarmen van de motor
ee n p aa r m i n u te n o m d e o l i e t o t r u s t t e
laten komen voor een correcte afle-
zing.
2. Zet de machine op een horizontale ondergrond en houd deze rechtop
voor een correcte aflezing.
3. Controleer het olieniveau via het kijk- glas rechts onder in het carter.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
3. Overloopslang brandstoftank
1 1 12 23 3
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
2.80 L (2.96 US qt, 2.46 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
3.20 L (3.38 US qt, 2.82 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1 1
2
1
2
34
UB5UD0D0.book Page 10 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Periodiek on derhoud en afstelling
7-17
7
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelfd e merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het wegge
dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of d e ventiel dopjes
stevi g zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen dat de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitg erust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluitend
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet denk beel dig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen wegdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
ger e-
d en
”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelheid te verhogen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ere den moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voor ban d:
Maat: 120/70ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAX
SPORT TOURING T32F
Achter ban d:
Maat: 180/55ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAX
SPORT TOURING T32R
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
UB5UD0D0.book Page 17 Friday, December 18, 2020 9:03 AM