Speciale kenmerken
3-6
3
DAU91350
BCHet remregelsysteem reguleert de hydrauli-
sche remdruk naar de voor- en achterwie-
len als de remmen worden bekrachtigd en
blokkeren van de wielen wordt gedetec-
teerd. Dit systeem heeft twee instellingen.
BC1 is het standaard ABS, dat de remdruk
aanpast op basis van de rijsnelheid en de
wielsnelheidsgegevens. BC1 is ontworpen
om in te grijpen en de remkracht te maxi-
maliseren bij rechtuit rijden.
BC2 gebruikt aanvullende informatie van
de IMU om de toegepaste remkracht in
bochten te reguleren om laterale wielslip te
beperken.
WAARSCHUWING
DWA20891
Het remregelsysteem vormt geen ver-
van gin g voor het geb ruik van d e juiste
rij- en remtechnieken. Het remre gelsy- steem kan niet elk
gripverlies als g evolg
van overmati g remmen bij ho ge snelhe-
d en of laterale wielslip b ij remmen op
g la dde oppervlakken voorkomen.
ABS
BC1/BC2 BC2 BC2
UB5UD0D0.book Page 6 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-5
4
“D-MODE 4” op de schakelaar MODE
omlaag wordt gedrukt, wordt niet ge-
wisseld naar “D-MODE 1”.
De “TCS-MODE” kan alleen worden
uitgeschakeld vanaf het hoofddisplay.
Selecteer “TCS-MODE” met de scha-
kelaar “MODE” en houd vervolgens
de schakelaar MODE omhoog inge-
drukt totdat “OFF” wordt weergege-
ven.
Gebruik de schakelaar MODE omlaag
om de tractieregeling weer in te scha-
kelen.
Als “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet, worden TCS, SCS en LIF ook uit-
geschakeld.
Zie pagina 4-13 voor meer informatie
over de weergave MODE.
Zie pagina 3-4 voor meer informatie
over “TCS-MODE”.
Zie pagina 3-3 voor meer informatie
over “D-MODE”.
DAU92670
Wielschakelaar “ ”
Als de wielschakelaar wordt bediend, ver-
schijnt een cursor rond het eerder geselec-
teerde item op het hoofddisplay of het
subdisplay.
Via de wielschakelaar wordt het volgende
bediend:
Voertuiginformatiedisplays
Instellingen MENU
Handvatverwarmingsfunctie (indien
aanwezig)
Zadelverwarmingsfunctie (indien aan-
wezig)
Bedien de wielschakelaar als volgt:
Omhoo gdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven te schuiven of een instel-
lingswaarde te verhogen.
Omlaa gdraaien - draai het wiel omlaag om
naar beneden te schuiven of een instel-
lingswaarde te verlagen.
Naar binnen duwen - druk de wielschake-
laar in de richting van het stuur in om door
de cursor aangegeven items te selecteren
en instellingswijzigingen te bevestigen.
Houd de schakelaar ingedrukt om geselec-
teerde items terug te stellen.
OPMERKING Als de wielschakelaar enige tijd niet
wordt bediend, verdwijnt de cursor.
Zie pagina 4-9 voor meer informatie
over het hoofddisplay, het subdisplay
en de bijbehorende functies.
Zie pagina 4-16 voor meer informatie
over het scherm MENU en het wijzi-
gen van instellingen.
DAU4939P
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ”
3. Waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje hulpsysteem “ ”
5. Vrijstandcontrolelampje “ ”
6. Storingsindicatielampje “ ”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”
ABS
12
34
56
7
UB5UD0D0.book Page 5 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
OPMERKINGDe motor wordt bewaakt door het boorddi-
agnosesysteem, dat ook achteruitgang en
storingen in het uitstootcontrolesysteem
detecteert. Daardoor kan het MIL ook gaan
branden of knipperen als gevolg van aan-
passingen, gebrek aan onderhoud of over-
matig/onjuist gebruik van de motorfiets.
Neem om dit te voorkomen het volgende in
acht.
Probeer niet om de software of de
motorregeleenheid aan te passen.
Monteer geen elektrische accessoires
die de motorregeling beïnvloeden.
Gebruik geen aftermarket-accessoi-
res of -onderdelen zoals veringen,
bougies, verstuivers, uitlaatsystemen
etc.
Wijk niet af van de aandrijflijnspecifi-
caties (ketting, tandwielen, wielen,
banden etc.).
Breng geen wijzigingen aan in de O2-
sensor, het luchtinlaatsysteem of on-
derdelen van het uitlaatsysteem (kata-
lysatoren of EXUP etc.), en verwijder
deze niet.
Onderhoud de aandrijfketting goed.
Zorg dat de banden op de juiste span-
ning blijven.
Zorg dat de rempedaalhoogte correct
afgesteld blijft om slepen van de ach-
terrem te voorkomen.
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU92700
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
machine wordt ingeschakeld en uit als met
een snelheid van 5 km/h (3 mi/h) of hoger
wordt gereden.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet werkt
zoals hierboven beschreven of tijdens het
rijden gaat branden, werkt het ABS moge-
lijk niet correct. Laat de machine zo snel
mogelijk controleren door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
DWA21120
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 5 km/h
(3 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwing slampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichti g om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha d ea-
ler.
DAU92710
Controlelampje start blokkerin g“”
Als het contactslot wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje na 30 seconden
continu knipperen om aan te geven dat het
startblokkeersysteem is ingeschakeld. Het
controlelampje stopt na 24 uur met knippe-
ren, maar het startblokkeersysteem blijft in-
geschakeld.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
UB5UD0D0.book Page 7 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-15
4
Druk om de timer te starten de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”.
Telkens als op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar wordt gedrukt, wordt het
aantal ronden met 1 verhoogd en wordt de
huidige rondetijd teruggesteld.
Druk om de rondetimer te pauzeren de
wielschakelaar naar binnen.
Druk om de pauze op te heffen de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”. De werking van de timer
wordt hervat zonder dat een nieuwe ronde
wordt geteld.
Om de rondetijdmodus af te sluiten, scha-
kelt u deze uit in het instellingen MENU. (Zie
pagina 4-17.)
OPMERKING De rondetimer kan alleen worden ge-
start als de motor draait.
Als op de dimlichtschakelaar/lichtsig-
naalschakelaar wordt gedrukt, knip-
pert de koplamp.
Telkens als de rondetimer is gepau-
zeerd, kan de werking worden hervat
door op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar te drukken.Picto gram remre gelsysteem “BC”
Dit pictogram wordt vervangen door de
waarschuwing hulpsysteem en de waar-
schuwing koelvloeistoftemperatuur als
deze worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het BC-sy-
steem “BC” op pagina 3-6.
Waarschuwin g foutmod us “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en waarschuwingslampje “ ” dui-
den op een ECU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.
OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de TCS-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.Waarschuwin g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 116 °C (241 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
1. Rondeteller
2. Huidige rondetijd
3. Tijd laatste/vorige ronde
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:3 0.23
2
1
3
UB5UD0D0.book Page 15 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-18
4
“Vehicle Setting ”
Via de voertuiginstelmodule kunt u de in-
stellingen van het BC- en QS-systeem aan-
passen.
BCHet remregelsysteem heeft twee instellin-
gen, BC1 en BC2. Selecteer BC1 als u al-
leen het standaard ABS wilt gebruiken. Selecteer BC2 om het remregelsysteem de
remdruk verder te laten reguleren in de
bochten om laterale wielslip te beperken.
OPMERKINGVoor ervaren rijders en bij circuitgebruik
kan het BC2-remsysteem bij wisselende
omstandigheden vroeger ingrijpen dan ver-
wacht in relatie tot uw beoogde snelheid of
lijn in de bochten.QSDe indicators van het snelschakelsysteem
zijn verdeeld in de secties QS en QS .
QS en QS zijn niet gekoppeld en kun-
nen onafhankelijk van elkaar worden in- of
uitgeschakeld.
QS kan worden ingesteld op ON of OFF.
In de stand OFF wordt de betreffende op-
of terugschakelfunctie uitgeschakeld. In
dat geval moet bij schakelen in die richting
de koppelingshendel worden gebruikt.
OPMERKING
Als de QSS-instelling niet kan worden
gewijzigd: schakel de motor uit met de
versnellingsbak in de vrijstand en wij-
zig dan de instelling.
Als de machine niet is voorzien van
QSS, wordt de module toch weerge-
geven en kan deze worden geopend
via het instellingenmenu. De module
werkt echter niet en eventuele aan-
passingen kunnen niet worden opge-
slagen.“Shift In dicator”
BC S ettingQS S etting
km/h
Vehicle Setting
km/h
BC Setting
BC
2
km/h
QS Setting
Q S ONQS ON
km/h
Shift Indicator
IND Mode ONIND Start 8000 r/minIND Stop 10000 r/min
UB5UD0D0.book Page 18 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-22
4
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU91461
Remre gelsysteem (BC)Het remregelsysteem re guleert de hydrauli-
sche remdruk naar de wielen voor en ach-
ter afzonderlijk als de remmen worden
bekrachtigd en blokkeren van de wielen
wordt gedetecteerd. Het systeem heeft
twee instellingen die kunnen worden gewij-
zigd in het instellingen-MENU. (Zie pagina
4-18.)
BC1 is het standaard ABS, dat de remdruk
aanpast op basis van de rijsnelheid en de
wielsnelheidsgegevens. BC1 is ontworpen
om in te grijpen en de remkracht te maxi-
maliseren bij rechtuit rijden. BC2 gebruikt
aanvullende informatie van de IMU om de
toegepaste remkracht in bochten te regule-
ren om laterale wielslip te beperken.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Als het remregelsy-
steem wordt geactiveerd, kan een pulsatie
voelbaar zijn in de remhendel of het rempe-
daal doordat de hydraulische eenheid
wordt ingeschakeld en de remdruk ver-
laagt. Ga in dat geval door met de bedie-
ning van de remhendel en het rempedaal
en laat het ABS het werk doen. Ga niet
pompend remmen, dit vermindert de rem-
effectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.De hydraulische eenheid wordt bewaakt
door de ABS-ECU, die het systeem bij een
storing terugzet naar conventioneel rem-
men.
WAARSCHUWING
DWA20891
Het remre gelsysteem vormt geen ver-
van gin g voor het g eb ruik van d e juiste
rij- en remtechnieken. Het remre gelsy-
steem kan niet elk gripverlies als g evolg
van overmati g remmen bij ho ge snelhe-
d en of laterale wielslip b ij remmen op
g la dde oppervlakken voorkomen.OPMERKINGHet ABS voert een zelfdiagnosetest uit
wanneer de machine wordt gestart en een
snelheid bereikt van 5 km/h (3 mi/h). Tij-
1. Rempedaal
1 1 1
UB5UD0D0.book Page 22 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-23
4
dens deze test kan de hydraulische rege-
leenheid een klikgeluid maken en kan een
trilling worden gevoeld in de remhendel of
het rempedaal. Dit is normaal.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en de rotor van
d e wielsensor niet bescha digd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU13077
Tank dopOpenen van de tankd op
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in en draai deze dan 1/4 slag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag met de
sleutel nog ingestoken. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit
dan het slotplaatje.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1 1 1
2 2
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
1 1 12 2
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UB5UD0D0.book Page 23 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Gebruik en belan grijke rij-informatie6-2
6
DAU91411
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-5.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 5 km/h (3
mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha d ealer
om de machine te controleren.3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
4. Start de motor door de startknop in te drukken.
5. Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.OPMERKINGAls de motor niet wil starten, opnieuw pro-
beren met de gasgreep 1/4 slag (20 graden)
opengedraaid.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van de
motor!1. 1/4 slag (20 graden)
1 1 1
UB5UD0D0.book Page 2 Friday, December 18, 2020 9:03 AM