Page 17 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU84031
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.OPMERKING De koplamp(en) gaan branden als de
motor wordt gestart.
Laat om ontladen raken van de accu
te voorkomen het contactslot niet in-
geschakeld zonder dat de motor
draait.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rij dt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van d e controle of een on ge-
val.
DAU73800
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UBATD0D0.book Page 2 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 18 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze naar “OFF”.
DAU4939P
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU88900
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU91820
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU88910
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU91830
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld moet
dit lampje gaan branden, kort uitgaan, en
dan blijven branden totdat de motor is ge-
start. Laat als dit niet het geval is de machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA21211
Als het waarschuwin gslampje gaat
b ran den terwijl d e motor draait, stop dan
d e motor en controleer het olieniveau.
Vul als het olieniveau laa g is vol doen de
olie van het aan bevolen type bij. Als het
waarschuwin gslampje na het b ijvullen
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje startblokkering
Page 19 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
van olie blijft bran den, stop d an de motor
en laat d e machine nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU88880
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-36.)
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU91840
Storin gsin dicatielampje (MIL) “ ”
Dit lampje gaat branden of knipperen als er
een storing wordt gedetecteerd in de motor
of een regelsysteem van de machine. Vraag
in dat geval een Yamaha dealer het boord-
diagnosesysteem te controleren. Het elek-
trische circuit van het
waarschuwingslampje kan worden gecon-
troleerd door de machinevoeding in te
schakelen. Het lampje moet enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het lamp-
je niet gaat branden wanneer de
machinevoeding wordt ingeschakeld of
blijft branden, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine na te kijken.LET OP
DCA26820
Verlaa g als het MIL beg int te knipperen
het motortoerental om scha de aan het
uitlaatsysteem te voorkomen.OPMERKINGDe motor wordt bewaakt door het boorddi-
agnosesysteem, dat ook achteruitgang en
storingen in het uitstootcontrolesysteem
detecteert. Daardoor kan het MIL ook gaan
branden of knipperen als gevolg van aan-
passingen, gebrek aan onderhoud of over- matig/onjuist gebruik van de motorfiets.
Neem om dit te voorkomen het volgende in
acht.
Probeer niet om de software of de
motorregeleenheid aan te passen.
Monteer geen elektrische accessoires
die de motorregeling beïnvloeden.
Gebruik geen aftermarket-accessoi-
res of -onderdelen zoals veringen,
bougies, verstuivers, uitlaatsystemen
etc.
Wijk niet af van de aandrijflijnspecifi-
caties (ketting, tandwielen, wielen,
banden etc.).
Breng geen wijzigingen aan in de O2-
sensor, het luchtinlaatsysteem of on-
derdelen van het uitlaatsysteem (kata-
lysatoren of EXUP etc.), en verwijder
deze niet.
Onderhoud de aandrijfketting goed.
Zorg dat de banden op de juiste span-
ning blijven.
Zorg dat de rempedaalhoogte correct
afgesteld blijft om slepen van de ach-
terrem te voorkomen.
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
UBATD0D0.book Page 4 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 20 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU91850
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 10 km/h
(6 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwin gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU91860
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de machine wordt uitgeschakeld gaat
het controlelampje na 30 seconden continu
knipperen om aan te geven dat het start- blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld gaat
het lampje enkele seconden branden, om
vervolgens weer uit te gaan. Laat als dit niet
het geval is de machine nakijken door een
Yamaha dealer.Pro blemen oplossen
Als een probleem is gedetecteerd in het
startblokkeersysteem, knippert het lampje
in een patroon. Als het controlelampje
startblokkering knippert in het patroon
5 keer langzaam gevolgd door 2 keer snel,
betreft dit mogelijk een storing in het trans-
pondersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels. 4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of meer standaardsleutels,
breng de machine en alle sleutels dan
naar een Yamaha dealer om de stan-
daardsleutels opnieuw te laten code-
ren.
UBATD0D0.book Page 5 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 21 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
DAU92180
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter heeft ook een
modus voor helderheidsregeling.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
DAU92191
De weer gave-eenhed en wisselen
U kunt de weergave-eenheden wisselen
tussen kilometers en mijlen.
Om de weergave-eenheden te wisselen1. Stel het multifunctionele display in op
de kilometerteller en schakel dan de
machine uit.
2. Houd de schakelaar “TRIP” ingedrukt
en schakel de machine in.
3. Blijf de schakelaar “TRIP” ingedrukt houden totdat de weergave-eenhe-
den wijzigen.
DAU86831
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
DAU87170
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 10000 tpm en hog er
1. Eco-controlelampje “ECO”
2. Snelheidsmeter
3. Toerenteller
4. Aanduiding ingeschakelde versnelling
5. Klok
6. Brandstofniveaumeter
7. Multifunctioneel display
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2
13
6
754
1
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
UBATD0D0.book Page 6 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 22 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU86841
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als er ongeveer 2.7 L (0.71 US gal,
0.59 Imp.gal) brandstof in de brandstoftank
over is, gaat het laatste segment knipperen.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.
DAU90820
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
DAU92201
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen1. Druk terwijl de kilometerteller wordt
weergegeven op de schakelaar
“TRIP” totdat de urenaanduiding be-
gint te knipperen.
2. Gebruik de schakelaar “TRIP” om de
uren in te stellen.
3. Druk op de schakelaar “INFO” en de minutenaanduiding zal gaan knippe-
ren.
4. Gebruik de schakelaar “TRIP” om de minuten in te stellen.
5. Druk op de schakelaar “INFO” om de instellingen te bevestigen.
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Klok
1
UBATD0D0.book Page 7 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 23 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
DAU87391
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “–” en door het vrijstand-
controlelampje.
DAU92211
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
een weergave van het huidige brand-
stofverbruik (km/L, L/100 km of MPG)
een weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik (AVE_ _._ km/L,
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _ _._ MPG)
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur (_ _ °C)
een weergave luchttemperatuur (Air_
_ °C)
Druk op de schakelaar “TRIP” om de weer-
gave te wisselen in de onderstaande volg-
orde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F → km/L
of L/100 km of MPG → AVE_ _._ km/L of
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._ MPG → _ _
°C → Air_ _ °C → ODO
OPMERKINGDe brandstofreserve-ritteller wordt al-
leen weergegeven wanneer het
brandstofniveau laag is.
Druk op de schakelaar “INFO” om de
weergave in de omgekeerde volgorde
te wisselen.
DAU86890
Kilometerteller
De kilometerteller toon t de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.
DAU92221
Rittellers
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Stel om een ritteller terug te stellen het dis-
play in op de betreffende ritteller en houd
terwijl de cijfers knipperen de schakelaar
“INFO” ingedrukt totdat de terugstelling
plaatsvindt.OPMERKINGDe rittellers worden teruggesteld en blijven
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
DAU92231
Bran dstofreserve-ritteller
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1. Multifunctioneel display
1
1
UBATD0D0.book Page 8 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 24 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
Om de brandstofreserve-ritteller terug te
stellen, wisselt u naar de weergave van de
brandstofreserve-ritteller en houdt u terwijl
de cijfers knipperen de schakelaar “INFO”
ingedrukt totdat de terugstelling plaats-
vindt.OPMERKINGAls u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld en verdwijnt deze van
het display zodra u na het tanken 5 km
(3 mi) hebt gereden.
DAU92241
Weer gave hui dig b ran dstofver bruik
Deze weergave toont het brandstofverbruik
onder de huidige rijomstandigheden. De
weergave kan worden ingesteld op “km/L”
of “L/100 km”, of “MPG” wanneer mijlen worden gebruikt. Houd om te wisselen tus-
sen de eenheden voor het brandstofver-
bruik de schakelaar “TRIP” ingedrukt totdat
de eenheid wordt gewijzigd.
“km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
DAU87790
OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.
DAU92251
Weer gave gemi ddel d b ran dstofver bruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
middelde brandstofverbruik kan worden in-
gesteld op “AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._
L/100 km”, of “AVE_ _._ MPG” wanneer
mijlen worden gebruikt. Houd om te wisse-
len tussen de eenheden voor het brand-
stofverbruik de schakelaar “TRIP”
ingedrukt totdat de eenheid wordt gewij-
zigd. “AVE_ _._ km/L”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 L brandstof.
“AVE_ _._ L/100 km”: de gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen.
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
UBATD0D0.book Page 9 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM