37
1
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Overige airbagsAirbags middenvoor
Helpen de zij, het hoofd en de nek van de voorste inzittenden te beschermen
■Onderdelen SRS-airbagsysteem
Sensoren frontale aanrijding
Voorpassagiersairbag
Sensoren aanrijding opzij (voorportier)
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Side airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Curtain airbags
Airbags middenvoor
Airbag-ECU
Controlelampjes AIR BAG ON en AIR BAG OFF
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 37 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
38
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Waarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Aan/uit-schakelaar airbag
De belangrijkste onderdel en van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld.
Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren
van de airbags zorgt een chemische reacti e in de ontstekingsmechanismen ervoor
dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzit-
tenden te helpen beperken.
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden,
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielnaaf,
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het hybridesysteem wordt uitgezet en de
brandstoftoevoer naar de motor wordt
gestopt. ( Blz. 82)
●Het remsysteem en de remlichten worden
automatisch aangestuurd. ( Blz. 279)
●De interieurverlichting gaat automatisch
branden. ( Blz. 298)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( Blz. 368)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar
het eCall-controlecentrum. De locatie van
de auto wordt doorgegeven (zonder dat de
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en
een medewerker zal proberen om met de
inzittenden te praten om de ernst van de
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn
om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een noodgeval en schakelt hij of zij de noodza-
kelijke hulpdiensten in. (
Blz. 66)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan- rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. ( Blz. 67)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale
aanrijding met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe- gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto onder
een vrachtwagen terechtkomt
●Afhankelijk van het type aanrijding worden
mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
●De side airbags en curtain airbags worden
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat
op de positie van de auto).
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 38 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
57
1
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
Baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel
*: Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om deze vast te maken.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” baby- of kinderzitje
UF: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” in de rijrichting geplaatst baby-
of kinderzitje
X: Geen geschikte positie
De in de tabel genoemde baby- en kinderzi tjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Aanbevolen baby- of kinderzitjeGewichts-groepen
Zitpositie
Aan/uit-scha-kelaar airbag
ONOFF
G0+, BABY SAFE PLUS0, 0+
Minder dan 13 kgXUUUU
DUO PLUSI
9 - 18 kgUFUFUFXUF
KIDFIX XP SICT
II
15 - 25 kg
UUUXU
KIDFIX II S*UUUXU
MAXI PLUSUUUXU
KIDFIX XP SICT
III
22 - 36 kg
UUXXX
KIDFIX II S*UUXXX
MAXI PLUSUUUXU
MK0010toeuenvhch01.fm Pa ge 57 Tuesday, June 2, 2020 2:43 PM
58
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Baby- of kinderzitje vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt
*: Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om deze vast te maken.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” in de rijrichting geplaatst
ISOfix-baby- of kinderzitje
IL: Geschikte positie voor aanbevolen “semi- universeel” in de rijrichting geplaatst
ISOfix-baby- of kinderzitje
X: Geen geschikte positie voor aanbevolen in de rijrichting geplaatst ISOfix-baby- of
kinderzitje
De in de tabel genoemde baby- en kinderzi tjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Aanbevolen baby- of kinderzitjeGewichts-groepen
Zitpositie
Aan/uit-scha-
kelaar airbag
ONOFF
G0+, BABY SAFE PLUS0, 0+
Minder dan 13 kgXXXXX
DUO PLUSI
9 - 18 kg XXIUFXIUF
KIDFIX XP SICT
II
15 - 25 kg
XXILXIL
KIDFIX II S*XXILXIL
MAXI PLUSXXILXIL
MAXI PLUSIII
22 - 36 kgXXILXIL
MK0010toeuenvhch01.fm Pa ge 58 Tuesday, June 2, 2020 2:43 PM
60
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het schouderbevesti-
gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
zoals aangegeven in de afbeel-
ding.
MK0010toeuenvhch01.fm Pa ge 60 Tuesday, June 2, 2020 2:43 PM
338
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarsch
uwingssysteem
worden geïnitialiseerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( Blz. 341)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van banden-
spanningssensoren
en -zenders
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 338 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
413
7
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
5Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
6 Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT
staat.
7 Laat de motor van de tweede auto
met een iets verhoogd toerental
draaien en start het hybridesysteem
van uw auto door het contact AAN
te zetten.
8 Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
9 Verwijder de startkabels als het
hybridesysteem gestart is in exact
de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten.
10 Sluit het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast weer
in de oorspronkelijke positie.
Laat, nadat het hybridesysteem is
gestart, de auto zo snel mogelijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.■Starten van het hybridesysteem wan-
neer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als het hybridesysteem is uitgeschakeld.
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de 12V-accu verwijderd of ontladen
is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de 12V-accu volledig
is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. ( Blz. 442)
■Bij het losnemen van de 12V-accuklem-
men
Wanneer de 12V-accuklemmen worden los-
genomen, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de 12V-
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen,
zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading
en het effect van bepaalde elektrische appa-
ratuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, kan de 12V-accu ontladen en kan het
hybridesysteem mogeli jk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op
wanneer het hybridesysteem in werking is.)
■Opladen of vervangen van de 12V-accu
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 413 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
520
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
8-4. Verklaringen
■Slimme ECU/antenne
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 520 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM