189
3
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
• “Fuel Economy” (brandstofverbruik)
Hiermee kunt u de weergave van het brand-
stofverbruik wijzigen (
Blz. 181).
• “Power Consumption” (stroomverbruik)
Hiermee kunt u de weergave van het ener-
gieverbruik wijzigen ( Blz. 181).
(Audio-instellingen)
Hiermee kunt u het scherm in- of uit-
schakelen.
(Instellingen weergave voertui-
ginformatie)
• “Display Contents” (inhoud display)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
“Energy monitor” (energiemonitor):
Hiermee kunt u de energiemonitor in- of uit-
schakelen ( Blz. 195).
AWD:
Hiermee kunt u de weergave van het AWD-
systeem in- of uitschakelen ( Blz. 185).
• “Drive Info Type” (rij-info type)
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen tussen de rit en het
totaal. ( Blz. 184).
• “Drive Info Items” (items rij-info)
Hiermee kunt u de items instellen op het
bovenste en onderste deel van het rij-infor-
matiescherm. Hierbij kunt u kiezen uit drie
items: gemiddelde rijsnelheid, afstand en
totale tijd.
“Closing Display” (eindscherm)
Hiermee kunt u de weergegeven onderwer-
pen instellen wanneer het contact UIT staat.
“Pop-Up Display” (pop-up display)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u de volgende pop-updisplays
in- of uitschakelen. Deze displays kunnen in
bepaalde situaties verschijnen.
• Display van de kruispuntenbegeleiding
van het aan het navigatiesysteem gekop-
pelde systeem (indien aanwezig) • Display van binnenkomende oproepen
van het handsfree-systeem (indien aan-
wezig)
• Bediening audio
• Bediening volume
• Spraakbediening (indien aanwezig)
“Calender” (kalender)
Hiermee kunt u de kalender instellen.
Dit kan alleen worden ingesteld als GPS-
kalibratie van de klok is uitgeschakeld in de
instellingen van het multimediasysteem.
“MID OFF” (MID UIT)
Er wordt een leeg scherm weergegeven
“Default Settings” (standaardinst.)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset.
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●In de volgende situaties wordt de bedie-
ning van het instellingendisplay tijdelijk uit-
geschakeld.
• Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
• Wanneer de auto begint te rijden
●Instellingen voor functies waarmee de auto
niet is uitgerust, worden niet weergegeven.
●Als een functie is uitgeschakeld, kunnen
de instellingen voor de desbetreffende
functie niet worden geselecteerd.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een
plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen
van het display moet draaien. In een afge-
sloten ruimte, zoals een garage, kunnen
uitlaatgassen die het schadelijke koolmo-
noxide (CO) bevatten, zich ophopen en in
de auto terechtkomen. Dit kan zeer scha-
delijk zijn voor de gezondheid.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 189 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1983-1. Instrumentenpaneel
■Display
Audiosysteem zonder navigatiefunc-
tie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer “Ritinformatie” of
“Geschiedenis”
Audiosysteem met navigatiefunctie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm
“Information” (informatie).
4 Selecteer “Ritinformatie” of
“Geschiedenis”
■Ritinformatie
Als een ander scherm dan “Ritinforma-
tie” wordt weergegeven, selecteert u
“Ritinformatie”.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
De geregenereerde energie gedu-
rende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 50 Wh. Er worden
maximaal 5 symbolen getoond.
Actueel brandstofverbruik
Resetten van de verbruiksgegevens
Gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem
Verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem
Actieradius ( Blz. 199)
Het gemiddelde brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten wordt door mid-
del van kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en gemiddelden sinds de laat-
ste keer dat het contact AAN is gezet. Het
weergegeven gemiddelde brandstofverbruik
is een globale waarde.
■Geschiedenis
Als een ander scherm dan “Geschiede-
nis” wordt weergegeven, selecteert u
“Geschiedenis”.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Het laagste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Het vorige gemeten brandstofver-
bruik
• Zonder navigatiefunctie:
Verbruik
Energie
A
B
C
D
E
F
G
A
B
C
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 198 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
199
3
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Geeft het gemiddelde dagelijkse brandstof-
verbruik weer. (In plaats van de datum wordt
“Rit 1” t/m “Rit 5” weergegeven.)
• Met navigatiefunctie:
Geeft het gemiddelde dagelijkse brandstof-
verbruik weer.
Het recente brandstofverbruik bij-
werken
De gegevens uit de geschiedenis
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde brand-
stofverbruik is door middel van kleuren ver-
deeld in vorige gemiddelden en het
gemiddelde brandstofverbruik sinds de
gegevens de laatste keer zijn bijgewerkt. Het
weergegeven gemiddelde brandstofverbruik
is een globale waarde.
■De gegevens uit de geschiedenis bij-
werken
Werk het recente brandstofverbruik bij door
“Updaten” te selecteren om het actuele
brandstofverbruik opnieuw te meten.
■De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Wissen” te selecteren.
■Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die
nog met de in de tank aanwezige brandstof
kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
D
E
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 199 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
209
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Wanneer alle portieren zijn vergrendeld
met de instapfunctie of de afstands-
bediening
●De portieren kunnen niet met de schake-
laar centrale vergrendeling worden ont-
grendeld.
●De schakelaars van de centrale vergren-
deling kunnen worden gereset door ont-
grendeling van alle portieren met de
instapfunctie of de afstandsbediening.
Het portier kan niet vanaf de binnen-
zijde van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geactiveerd.
1
Ontgrendelen
2 Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen per
ongeluk de achterportieren openen. Druk de
schakelaars op beide achterportieren naar
beneden om de kindersloten te activeren.
De volgende functies kunnen worden
in- of uitgeschakeld:
Raadpleeg Blz. 629 voor instructies voor het
aanpassen aan de persoonlijke voorkeur.
Kindersloten achterportieren
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren
FunctieHandeling
Functie koppeling
van rijsnelheid aan
portiervergrendeling
Alle portieren wor-
den automatisch ver-
grendeld wanneer de
rijsnelheid ongeveer
20 km/h of hoger is.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
vergrendeling
Alle portieren wor-
den automatisch ver-
grendeld wanneer de
selectiehendel in een
andere stand dan
stand P wordt gezet.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
ontgrendelingAlle portieren wor-
den automatisch ont-
grendeld wanneer de
selectiehendel in
stand P wordt gezet.
Functie koppeling
portierontgrendeling
aan bestuurderspor-
tier
Alle portieren wor-
den automatisch ont-
grendeld als het
bestuurdersportier
wordt geopend bin-
nen ongeveer 45
seconden nadat het
contact UIT is gezet.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 209 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
2224-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De instellingen van het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep kun-
nen worden gewijzigd door “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren via het scherm van het multi-
informatiedisplay en het scherm PBD
weer te geven. (Blz. 186)
De gewijzigde instellingen van de elektrisch
bedienbare achterklep worden niet gereset
door het UIT zetten van het contact. Om de
oorspronkelijke instellingen te herstellen,
moeten deze worden teruggezet op het
scherm van het multi-informatiedisplay.
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1Stopt de beweging van de achter-
klep in de gewenste positie.
(Blz. 214)
2 Houd de schakelaar van de elek-
trisch bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer 2
seconden ingedrukt.
OPMERKING
●Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coa-
tings aan op de onderzijde van het
midden van de achterbumper.
●Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen bewe-
gen en in contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper, zoals gras of bomen, werkt
de sensor regeling voetbediening moge-
lijk niet. Verplaats in dat geval de auto
en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbedieni ng mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de sensor regeling voet-
bediening in de volgende situaties niet
werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn
omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep als er op de elek-
trisch bedienbare achterklep een fiet-
sendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is. ( Blz. 186)
Wijzigen van instellingen van
de elektrisch bedienbare
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
Aanpassing van de geopende
positie van de achterklep
(auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 222 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
525
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. Normaliter duurt de initialisatie onge-
veer 30 minuten.
• Er wordt niet gereden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg
• Er wordt gereden in de buurt van andere auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
●Parkeer de auto op een veilige plaats
gedurende ongeveer 20 minuten als de ini-
tialisatie na 1 uur of langer rijden niet is
voltooid en rijd vervolgens nogmaals met
de auto.
●Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals
uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de initialisatie niet kan wor-
den voltooid na het uitvoeren van de boven-
staande procedure.
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
Ga als volgt te werk bij het registreren
van de identificatiecodes:
1
Parkeer de auto op een veilige
plaats gedurende ongeveer 20
minuten en start daarna het hybri-
desysteem.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet voordat de banden
op de voorgeschreven spanning zijn
gebracht. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 525 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
527
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De identificatiecodes kunt u zelf registre-
ren maar afhankelijk van de rijomstandig-
heden en de rijomgeving kan het enige tijd
duren voordat de registratie voltooid is.
●De banden zijn na het voltooien van de
registratie warm. Laat daarom de banden
afkoelen voordat u de initialisatie uitvoert.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Selecteer, om de identificatiecoderegistra-
tie te annuleren nadat deze is gestart,
“Identifying Each Wheel & Position” (elk
wiel en positie identificeren) op het multi-
informatiedisplay en houd nogmaals
ingedrukt.
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
●In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistrati
e mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
Normaliter duurt de registratie ongeveer 30
minuten.
Rijd nog een poosje door als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 30 minuten
rijden nog niet is voltooid.
• De auto is niet geparkeerd gedurende ten minste ongeveer 20 minuten voordat er
met de auto gereden wordt
• Er wordt niet gereden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg • Er wordt gereden in de buurt van andere
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's
• Er bevindt zich een wiel met bandenspan- ningssensor en -zender in of in de buurt
van de auto
Als de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de identificatie-
coderegistratie vanaf het begin.
●Als er tijdens de registratie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de registratieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de identificatie-
coderegistratie niet kan worden voltooid na
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarsch uwingssysteem
waarmee identificatiecodes kunnen
worden geregistreerd voor een tweede
wielenset, bijvoorbeeld een set winter-
banden. U kunt zelf een tweede wielen-
set registreren of dit laten doen door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige
Wielenset selecteren
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 527 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM