
193
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne
Antennes buiten het interieur (auto's met
instapfunctie)
Antenne buiten de bagageruimte (auto's
met instapfunctie)
Antennes in het interieur
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen 0,7 m van de voorste portier-
handgreep of de schakelaar achterklep
openen bevindt. (Alleen de portieren die de
sleutel signaleren, kunnen worden geopend
of gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of
veranderen van de standen van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Als er een alarm klinkt of een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven
Er gaat een alarm af en op het multi-informa-
tiedisplay wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven om onverwachte ongevallen of
diefstal van de auto te voorkomen als gevolg
van onjuist gebruik. Wanneer er een waar-
schuwingsmelding wordt weergegeven,
neem dan de juiste maatregelen op basis van
de weergegeven melding.
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
Smart entry-systeem met
startknop*
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren (auto's met
instapfunctie) ( Blz. 175)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep (auto's met
instapfunctie) ( Blz. 181)
Starten van het hybridesysteem
(Blz. 290)
A
B
C
SituatieCorrectieprocedure
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.Sluit alle portieren en
vergrendel ze
opnieuw.
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 193 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

1943-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar- modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
(Oplossingen: Blz. 569)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
de stand ACC gezet
terwijl het bestuur-
dersportier geopend
was (of het bestuur-
dersportier werd
geopend terwijl het
contact in de stand
ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 194 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer
of in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 194)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 195 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

1963-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van
2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 597)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( Blz. 194)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunctie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel.
( Blz. 570)
●Starten van het hybridesysteem:
Blz. 290
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het
Smart entry-systeem met startknop) kunnen
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 596) Raadpleeg de beschrijvingen voor de vol-
gende handelingen als het Smart entry-sys-
teem met startknop is
uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 175, 570)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
Blz. 570
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
Blz. 292
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 196 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

2643-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Herhaal de procedure vanaf het begin als u
de schakelaar hebt losgelaten terwijl de zijruit
nog in beweging was.
Als de zijruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden geslo-
ten of geopend, laat dan de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan portierslot gekoppelde werking
elektrisch bedienbare ruiten
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de mechanische sleutel.
* ( Blz. 570)
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de afstandsbediening.
* ( Blz. 175)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan wor-
den geactiveerd als het alarm is ingescha-
keld en een elektrisch bedienbare ruit
wordt gesloten met de aan het portierslot
gekoppelde werking van de elektrisch
bedienbare ruit. ( Blz. 111)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsfunctie elektrisch
bedienbare ruit open
De zoemer klinkt en er verschijnt een mel-
ding op het multi-informatiedisplay wanneer
het contact UIT wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de elek-
trisch bedienbare ruiten geopend zijn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de kop-
peling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met mogelijk-
heden voor persoonlijke voorkeursinstellin-
gen: Blz. 599)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
■Sluiten van de elektrisch bedienbare
ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
de bediening van de elektrisch bedien-
bare ruiten, ook voor die van de passa-
giers. Laat, om onbedoelde bediening,
met name door kinderen, te voorkomen,
de elektrisch bedienbare ruiten niet door
kinderen bedienen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zit-
ten tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit, ver-
dient het aanbeveling om de blokkeer-
schakelaar voor de ruitbediening te
gebruiken. ( Blz. 265)
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de elek-
trisch bedienbare ruiten worden
bediend.
●Wanneer de elektrisch bedienbare rui-
ten worden bediend met de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel, bedien
dan de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaams-
deel bekneld kan raken tussen de zijruit.
Laat kinderen de elektrisch bedienbare
ruiten niet bedienen met de afstandsbe-
diening of mechanisc he sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten door het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruit.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 264 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

267
3
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Het panoramadak kan worden geopend van-
uit de omhoog gekantelde positie.
*: Door de schakelaar snel in één van
beide richtingen te schuiven en los te
laten, stopt het panoramadak in een
tussenstand.
Sluit het panoramadak
Schuif de schakelaar naar voren en
houd de schakelaar vast. Het panoramadak
sluit automatisch volledig.
■Het panoramadak kan worden bediend
als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het panoramadak nadat
het hybridesysteem is uitgeschakeld
Het panoramadak en het elektrisch bedien-
bare zonnescherm kunnen nadat het contact
in stand ACC of UIT is gezet nog ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra een
van de voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het slui ten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het frame,
stopt de beweging van het panoramadak en
wordt het weer iets geopend:
●Het panoramadak is aan het sluiten of naar
beneden aan het kantelen.
●Het elektrisch bedienbare zonnescherm is
aan het sluiten.
■Sluiten van zowel het panoramadak als
het elektrisch bedienbare zonnescherm
Schuif de schakelaar naar voren.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
tot halverwege en stopt dan. Het panorama-
dak sluit vervolgens voll edig. Daarna sluit het
elektrisch bedienbare z onnescherm volledig.
■Aan portierslot gekoppelde werking
panoramadak
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de mechanische
sleutel.
* ( Blz. 570)
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* ( Blz. 175)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan wor-
den geactiveerd als het alarm is ingescha-
keld en het panoramadak wordt gesloten
met de aan het portierslot gekoppelde wer-
king van het panoramadak. ( Blz. 111)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het panoramadak of het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet normaal
sluit
Ga als volgt te werk:
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Zet het contact AAN.
3 Schuif de schakelaar of
naar voren en houd de schakelaar vast.
Blijf dit gedurende ongeveer 10 secon-
den doen nadat het panoramadak of het
elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 267 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

293
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de
selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan het ontladen van de 12V-accu echter niet
helemaal voorkomen. Laat de auto niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan
terwijl het hybridesysteem niet in werking is.
Als het hybridesyst eem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet.
Voer de volgende procedure uit om het
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi- informatiedisplay
uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 293 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoerin-
gen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts
rijden, wegrijden of accelereren en als
het wegoppervlak glad is ten gevolge
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken.
Als u op drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te ‘schomme-
len’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem weer
in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 338)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 412 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM