
1121-5. Antidiefstalsysteem
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Een persoon in de auto opent een portier,
de achterklep of de motorkap of ontgren-
delt de auto met de vergrendelknop aan de
binnenzijde.
●De 12V-accu wordt opgeladen of vervan-
gen terwijl de auto is vergrendeld.
( Blz. 571)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de 12V-
accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het
wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te ont-
grendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 594)
■Signalering inbraaksensor en hel-
lingsensor
De inbraaksensor signaleert indrin-
gers of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een ver-
andering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die bij-
voorbeeld ontstaat als de auto weg-
gesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan
niet worden gegarandeerd.
■De inbraaksensor en hellingsen-
sor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, wor-
den de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. ( Blz. 111)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 112 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

113
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze senso-
ren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsens or weer in te scha-
kelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsensor
zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsen-
sor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ontgren-
delen met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zul-
len automatisch weer worden ingescha-
keld wanneer het alarmsysteem weer
wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien aan-
wezig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding
aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 113 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

1141-5. Antidiefstalsysteem
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt
blootgesteld aan schokken of trillingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhang-
wagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een parkeer-
garage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn spanning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegverzak-
king voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werkt de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor wordt
mogelijk gestopt wanneer de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de auto
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 114 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

175
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Gebruik van de instapfunctie
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1 Pak de voorportiergreep vast om de
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achter-
zijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van de
portiergreep) aan om de portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
1 Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Ingedrukt houden om de zijruiten en het
panoramadak (indien aanwezig) te sluiten.
*
2Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en het
panoramadak (indien aanwezig) te openen.*
*
: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met Smart entry-systeem, start-
knop en instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Schakel de inbraaksensor en de helling-
sensor van het alarmsysteem uit om tij-
dens het veranderen van de instellingen
het alarm niet onbedoeld te activeren.
(indien aanwezig) ( Blz. 112)
3 Houd de toets of inge-
drukt en houd tegelijkertijd de toets
gedurende ongeveer 5 secon-
den ingedrukt als het controlelampje in
de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder
Portieren
De auto kan worden vergrendeld
en ontgrendeld met behulp van de
instapfunctie, de afstandsbedie-
ning of de schakelaar van de cen-
trale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 175 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

1763-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap 3 .)
Auto's met een alarm: om te voorkomen dat
het alarm onbedoeld wordt geactiveerd, moet
u de portieren ontgrendelen met de afstands-
bediening en een portier openen en sluiten
als de instellingen eenmaal zijn gewijzigd.
(Als er binnen 30 seconden nadat op
is gedrukt geen portier wordt geopend, wor-
den de portieren weer vergrendeld en wordt
het alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. ( Blz. 111)
■Systeem voor crashportierontgrende-
ling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren ontgren-
deld. Of het systeem in werking treedt, is
afhankelijk van de kracht van de schok of het
type ongeval.
■Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten knipperen
om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld: eenmaal;
ontgrendeld: tweemaal)
Zijruiten en panoramadak (indien aanwezig):
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
zijruiten en het panoramadak worden
bediend met behulp van de afstandsbedie-
ning.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie (indien aanwezig) of de afstandsbe-
diening een portier wordt geopend, zorgt de
beveiligingsfunctie erv oor dat de auto weer
automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk
van de locatie van de elektronische sleutel
wordt echter mogelijk vastgesteld dat de
sleutel in de auto is. In dit geval blijft de auto
mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
aan de bovenzijde van de portiergreep
(auto's met Smart entry-systeem, start-
knop en instapfunctie)
Als het portier niet kan worden vergrendeld,
zelfs niet wanneer het sensorgebied boven-
aan wordt aangeraakt, kunt u proberen de
sensorgebieden bovenaan en onderaan
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek deze
dan uit.
■Zoemer centrale vergrendeling
In de volgende situaties klinkt er gedurende 5
seconden onafgebroken een zoemer. Sluit
alle portieren volledig en vergrendel de por-
tieren opnieuw.
●Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met het Smart entry-systeem
met startknop terwijl een ander portier dan
Multi-informatiedis- play/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vasthoudt
of op de schakelaar
achterklep openen
drukt, worden alle por-
tieren ontgrendeld.
Exterieur: Twee piepsignalen
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier of
bestuurdersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achterklep
openen drukt, worden
alle portieren ontgren-
deld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 176 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

177
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
het portier dat u vergrendelt niet geheel
gesloten is.
●Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de afstandsbediening wan-
neer een portier niet geheel gesloten is.
■Het alarm inschakelen (indien aanwe-
zig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( Blz. 111)
■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 194
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
●Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( Blz. 570)
●Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
( Blz. 507)
■Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden vergrendeld
en ontgrendeld met het Smart entry-systeem
met startknop of de afstandsbediening. Ver-
grendel of ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. ( Blz. 570)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ont-
grendelfunctie met behulp van een sleutel)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 596)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
schriften kan ertoe leiden dat er per onge-
luk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Controleer of alle portieren volledig
gesloten zijn.
●Trek tijdens het rijden niet aan de bin-
nenportiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de voorpor-
tieren. Deze portieren kunnen zelfs wor-
den geopend als de vergrendelknoppen
in de stand vergrendeld staan.
●Activeer de kindersloten op de achter-
portieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
■Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto; let er
bijvoorbeeld op of de auto op een helling
staat, of er voldoende ruimte is om het
portier te openen en of het hard waait.
Houd bij het openen of sluiten van het por-
tier de portiergreep goed vast, zodat u
bent voorbereid op eventuele onverwachte
bewegingen.
■Bij het gebruik van de afstandsbedie-
ning of mechanische sleutel en het
bedienen van de elektrisch bedien-
bare ruiten of het panoramadak
(indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het
panoramadak nadat u hebt gecontroleerd
of er geen risico is dat een passagier met
een lichaamsdeel bekneld kan raken tus-
sen de zijruit of het panoramadak. Laat
tevens de afstandsbediening of mechani-
sche sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen de zijruit of het
panoramadak.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 177 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

181
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden■Gebruik van de instapfunctie
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1 Ontgrendelen van alle portieren
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
■Met de afstandsbediening
Blz. 175
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie
(indien aanwezig) of de afstandsbediening.
(Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: twee-
maal)
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie of de afstandsbediening een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van
de elektronische sleutel wordt echter moge-
lijk vastgesteld dat de sleutel in de auto is. In
dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■Gebruik van de schakelaar van de
centrale vergrendeling
Blz. 178
■Openen
Trek de achterklep omhoog terwijl u op
de schakelaar achterklep openen drukt.
WAARSCHUWING
●Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als er op de achterklep een
fietsendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is, kan de ach-
terklep na het openen plotseling dicht-
vallen waardoor lichaamsdelen bekneld
kunnen raken en letsel kan optreden.
Wij raden u aan om originele Toyota-
onderdelen te gebruiken wanneer u
accessoires op de achterklep wilt mon-
teren.
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de
achterklep
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
Openen en sluiten van de
achterklep (auto's zonder
elektrisch bedienbare
achterklep)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 181 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

187
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat alle portieren zijn gesloten en ver-
grendeld.
●Als de elektronisch
e sleutel in de auto
wordt geplaatst nadat het sluiten is gestart
via de uitgestelde vergrendelingsfunctie
van de portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto opgesloten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
niet geheel sluit door de werking van de
klembeveiliging, terwi jl de achterklep auto-
matisch wordt gesloten nadat een uitge-
stelde vergrendeling van de portieren is
uitgevoerd, wordt de uitgestelde vergren-
delingsfunctie van de portieren geannu-
leerd en worden alle portieren ontgrendeld.
●Controleer voordat u de auto achterlaat of
alle portieren gesloten en vergrendeld zijn.
■Werkingsvoorwaarden handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare achter-
klep wordt automatisch geopend/gesloten als
aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●De handsfree-functie van de elektrisch
bedienbare achterklep is ingeschakeld
( Blz. 138)
●Het contact staat UIT.
●De elektronische sleut el bevindt zich bin-
nen het werkingsbereik. ( Blz. 193)
●Er wordt een voet onder het midden van de
achterbumper geplaatst en deze wordt van
de achterbumper vandaan bewogen.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt
mogelijk ook bediend door een hand, elle-
boog, knie, enz. onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en van de ach-
terbumper vandaan te bewegen. Houd het
lichaamsdeel dicht genoeg bij het midden
van de achterbumper.
■Situaties waarin de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk niet
goed werkt (auto's met handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep)
In de volgende situaties werkt de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep mogelijk
niet goed:
●Als een voet wordt gesignaleerd onder de
achterbumper
●Als er hard met een voet tegen de achter-
bumper wordt getrapt of als de achterbum-
per een poosje wordt aangeraakt
Als de achterbumper een poosje is aange-
raakt, wacht dan even voordat u de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep weer
probeert te bedienen.
●Als de achterklep wordt bediend terwijl een
persoon zich te dicht bij de achterbumper
bevindt
●Als een externe bron van radiografische
signalen de communicatie tussen de elek-
tronische sleutel en de auto verstoort
( Blz. 194)
●Wanneer de auto in de buurt van een bron
van elektromagnetische velden (zoals een
parkeerplaats voor betaald parkeren, een
tankstation, een elektrisch verwarmde weg
of tl-lampen) geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de hands free elektrisch
bedienbare achterklep negatief beïnvloedt
●Wanneer de auto zich in de buurt bevindt
van een televisiezendmas t, elektriciteits-
centrale, radiozender, videowall, luchtha-
ven of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
●Als er een grote hoeveelheid water op de
achterbumper terechtkomt, bijvoorbeeld
wanneer de auto wordt gewassen of bij
zware regenval
●Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d. op
de achterbumper zit
●Als de auto enige tijd geparkeerd is in de
buurt van objecten die kunnen bewegen en
in contact kunnen komen met de achter-
bumper, zoals planten
●Wanneer een accessoire op de achter-
bumper is gemonteerd
Schakel de handsfree-functie van de elek-
trisch bedienbare achterklep uit als een
accessoire is gemonteerd.
■Voorkomen van onbedoeld bedienen
van de handsfree elektrisch bedienbare
achterklep (auto's met handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep)
Als er zich een elektronische sleutel in het
werkingsbereik bevindt, kan de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep mogelijk
onbedoeld worden bediend. Pas daarom in
de volgende situaties op.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 187 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM