338
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten en spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien compatibel).Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met de extensie “.wma”, “.aac”, “.flac”, “.ogg” en “.mp3” met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.Andere typen bestanden (“.mp4” enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.Bestanden met de extensie “.wma” moeten voldoen aan de WMA 9-standaard.De ondersteunde sampling rates zijn 32, 44 en 48 kHz.Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd daarbij speciale tekens (bijv.: “ ? . ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
NOTIC E
We raden aan de originele USB-kabel te gebruiken voor het draagbare apparaat.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
WARNI NG
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de handleiding van de telefoon en uw provider voor informatie over welke diensten beschikbaar zijn.
NOTIC E
De Bluetooth-functie moet zijn geactiveerd en de telefoon moet zijn geconfigureerd als “zichtbaar voor alle apparaten” (in de telefooninstellingen).
Controleer bij het voltooien van de koppeling, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan, of de code in het systeem gelijk is aan die in de telefoon.
NOTIC E
Als de koppelingsprocedure mislukt, raden we aan de Bluetooth-functie op de telefoon te deactiveren en vervolgens opnieuw te activeren.
Procedure via de telefoon
Selecteer de systeemnaam in de lijst met gedetecteerde apparaten.Accepteer in het systeem het verbindingsverzoek van de telefoon.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Bluetooth zoeken”.
OfSelecteer “Zoeken”.Het overzicht van gedetecteerde telefoons wordt weergegeven.Selecteer de naam van de gewenste telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor:
340
Druk lang
op de telefoontoets op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfSelecteer “Gesprek beëindigen” op het touchscreen.
Een gesprek tot stand brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op “Bellen” om het gesprek te starten.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Of houd de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Contact”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.Selecteer “Bellen”.
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.OfHoud de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Oproepen”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
NOTIC E
U kunt altijd direct via de telefoon bellen; breng echter wel voor de veiligheid de auto eerst tot stilstand.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Contact”.
Selecteer “Aanmaken” om een nieuw contact toe te voegen.Voer op het tabblad “Telefoon” het telefoonnummer/de telefoonnummers van het contact in.Voer op het tabblad “Adres” het adres/de adressen van het contact in.Voer op het tabblad “Email” het e-mailadres/de e-mailadressen van het contact in.Druk op “OK” om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten te sorteren op achternaam + voornaam of op voornaam + achternaam.
NOTIC E
Met de functie “Email” kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Berichten” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Alle”, “Incoming (inkomend gesprek)” of “Verzonden”.
341
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Selecteer de detailweergave van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Antwoord” om een in het systeem opgeslagen snelbericht te versturen.Druk op “Bellen” om de afzender te bellen.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
WARNI NG
De toegang tot “Berichten” is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.De benodigde tijd voor het ophalen van uw berichten of e-mailberichten is afhankelijk van de smartphone.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Snelberichten” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Vertraagd”, “Mijn aankomst”, “Niet beschikbaar” of “Overige” waarop u nieuwe berichten kunt aanmaken.
Druk op “Aanmaken” om een nieuw bericht te schrijven.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Tussenbak” om een of meer ontvangers te selecteren.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Email” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Incoming (inkomend gesprek)”, “Verzonden” of “Niet gelezen”.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
WARNI NG
De toegang tot de e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.
Instellingen
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Audio-instellingen”.
Selecteer vervolgens “Sfeer”, “Positie”, “Geluid”, “Stem” of “Beltoon”.Druk op “OK” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
De verdeling van het geluid (of de ruimtelijke verdeling bij het Arkamys©-systeem) in de auto gebeurt op basis van een geluidbewerkingssysteem om ervoor te zorgen dat alle inzittenden kunnen profiteren van een optimale geluidskwaliteit.Uitsluitend beschikbaar bij uitvoeringen met luidsprekers voor en achter
345
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Radio
De ontvangstkwaliteit van de geselecteerde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders werken niet (geen geluid, 87,5 MHz wordt weergegeven, enz.).De auto is te ver verwijderd van het zendstation van de radiozender of er is geen zendstation in het geografische gebied.► Activeer de functie “RDS” via het snelmenu om het systeem te laten controleren of er een sterker zendstation in het gebied aanwezig is.De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).► Laat de antenne controleren door een dealer.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een storing in het audiosysteem.Ik kan sommige zenders uit de zenderlijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.De zender wordt niet meer ontvangen of de naam van de zender in de lijst is veranderd.Sommige zenders sturen in plaats van hun naam andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde nummer).Het systeem interpreteert deze informatie als de naam van de zender.► Druk op de toets “Lijst updaten” in het secundaire menu “Radiozenders”.
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-stick begint pas na lang wachten (ongeveer 2 tot 3 minuten).Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-stick staan kan het erg lang duren tot de muziek op de USB-stick wordt afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).► Wis de bestanden die standaard op de USB-stick staan en beperk het aantal submappen in de mappenstructuur van de USB-stick.Na het aansluiten van een USB-stick moet ik enige tijd wachten.Het systeem leest allerlei gegevens (directory, titel, artiest, enz.). Dit kan enkele seconden tot enkele minuten duren.Dit is volkomen normaal.Sommige karakters in de informatie over de op dat moment afgespeelde audiobron worden niet correct weergegeven.Het audiosysteem kan sommige karakters niet weergeven.
► Gebruik standaardkarakters voor de benaming van nummers en mappen.Het afspelen van streamingbestanden start niet.Het aangesloten apparaat begint niet automatisch met afspelen.► Start het afspelen op het apparaat.Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.
Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of het apparaat is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.► Schakel de Bluetooth-functie van uw telefoon uit en vervolgens weer in.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► U kunt de compatibiliteit van uw telefoon controleren op toyota.nl (Service).Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay werken mogelijk niet wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.► Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.Android Auto en/of CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen beschikbaar.► Ga naar de website van Google Android Auto of Apple om te zien welke landen worden ondersteund.Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.
346
Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid minderen, enz.).Sommige contacten komen dubbel voor in de lijst.Bij het synchroniseren van contacten zijn er drie opties: synchroniseren van de contacten op de simkaart, synchroniseren van de contacten in het telefoonboek en beide. In het laatste geval kan het voorkomen dat sommige contacten dubbel worden overgenomen.► Selecteer “Contacten van SIM-kaart weergeven” of “Contacten van telefoon weergeven”.De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.Het systeem ontvangt geen sms-berichten.In de Bluetooth-modus kunnen geen sms-tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Na het instellen van de balans worden de instellingen van de geluidsverdeling gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidsverdeling worden de instellingen van de balans gedeselecteerd.Elke instelling van de geluidsverdeling is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de balans en andersom.► Wijzig de instelling van de balans of
de geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.
► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar wordt geluisterd. Wij adviseren de geluidsinstellingen (Bass:, Treble:, Balans) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer “Geen” te selecteren en de functie Loudness in de stand “Actief” te zetten bij gebruik van de USB-aansluiting en in de stand “Inactief” te zetten bij gebruik van de radio.► Pas altijd na het instellen van het geluid eerst het volume aan op het draagbare apparaat (hoog niveau). Pas vervolgens het geluidsvolume aan op het audiosysteem.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt automatisch over naar de spaarstand en wordt uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu voldoende blijft.► Start de motor om de accu bij te laden.Ik kan de datum en tijd niet instellen.
De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld als de synchronisatie met de satellieten is uitgeschakeld.► Menu Instellingen / Opties / Instellen datum en tijd. Selecteer het tabblad “Tijd” en schakel de “GPS-synchronisatie” uit (UTC).
348
Brandstofniveaumeter 216–218Brandstoftank 216, 216–218, 218Brandstof tanken 217–218Brandstoftank leeg (diesel) 250Brandstofverbruik 8Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 217–218Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 217–218Buitenspiegels 62–63, 99, 208, 210
C
Carrosserie 248Carrosserie-onderhoud 248CD 294, 309CD MP3 294–295, 309CD-/MP3 -speler 294–295Centrale vergrendeling 31, 37, 42Claxon 121Configuratie van de auto 27–28Connectiviteit 331Contact 167–168, 340
Contact aangezet 168Controlelampjes 12Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle 20–21Controlepaneel 221, 223Controles 237, 240–243
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 292–293, 308, 336Dagteller 24Dashboardkastje 81–82Datum (instellen) 30, 316, 343Datum instellen 30, 316, 343Detectie obstakels 210Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 184, 256, 261De tractiebatterij laden 223Dieselmotor 216, 237, 250, 278Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 292, 308, 336Dimlicht 107, 262–263Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer) 25Display instrumentenpaneel 25Dodehoekbewaking 208, 210Dubbele cabine met vaste achterbank 79–80Dubbele cabine met wegklapbare bank 80
Dynamische noodrem 171–173
E
Eco-mode ~ Eco-modus 231–232Eco-rijden (adviezen) 8ECO-stand 181Eendelige vaste bank 69–70
Electronic Stability Program (ESC) 122, 125–126Elektrisch bedienbare schuifdeur 37–38, 44–45, 47Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 170–173, 242Elektrische ruitbediening 55–56Elektrisch verstelbare stoelen 58–59Elektromotor 28, 168, 219, 233, 237Elektronische remdrukregelaar (REF) 121Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 121–122Elektronische sleutel 31, 169Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 164Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 122, 124–126Energiestromen 28Etiketten 6, 68Extra verwarming 53, 100–102
F
Flacon AdBlue® 244Flessenhouder 81Follow me home-verlichting 32Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 11 0Frequentie (radio) 335Functie snelweg (richtingaanwijzers) 109
349
Alfabetische index
G
Gekoppeld navigatiesysteem 328–331Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto) 121, 163Geluidssignaal voor voetgangers (elektrische auto) 121, 163Geprogrammeerd laden 29, 230Geprogrammeerd laden (elektrische auto) 28–29, 220, 227Gereedschap 252, 257Gesproken commando''''s ~ Spraakcommando''''s 321–325Gevarendriehoek 250Gewichten 277–278, 282GPS 328Grootlicht 107, 262–263Grootlichtassistent 111–11 2
H
Halogeenlampen 262–263Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak, handgeschakeld 174, 183, 241Handrem 169, 241Handsfree set 296–297, 312–313, 338–339Head-up display 188–189, 188–190Helderheid 314Het opslaan van de snelheid 190Hill-Holder ~ Hill Start Assist 173–174
Hoedenplank 83Hoek van de stoel 57Hoek van de stoel verstellen 57, 59Hoofdsteunen verstellen 59Hoofdsteunen vóór 59Hoogspanning 219Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling 62Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~ Gordelverstelling 127Hulpoproep 11 9–120
I
Identificatiegegevens 287Identificatieplaatjes constructeur 287Identificatie (stickers) 287Indeling achter 87Indeling interieur ~ Interieurindeling 81–82, 87Individuele achterstoel(en)
op rails 76–78, 128Infraroodcamera 187Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud) 216–218Inrichting laadruimte 85Instapverlichting 11 0Instellen van de uitrustingen 27–28Instellingen van het systeem 315, 342Instrumentenpaneel 10, 188Intelligente tractiecontrole 124
Interieurfilter 94, 241Interieurfilter (vervangen) 241Interieurverlichting 105ISOFIX 154, 156ISOFIX bevestigingen 144, 154, 156ISOFIX kinderzitjes 147–149, 156, 156–157
K
Kaartleeslampjes 105Kentekenplaatverlichting 266Keyless entry and start 32, 34–38, 166–168Kilometerteller 24Kinderbeveiliging 160–161Kinderbeveiliging achterportierruiten 161Kinderen 129, 138, 147–149, 156, 156–157Kinderen (veiligheid) 160Kinderzitjes 129, 134–135, 137–138, 142, 143–144, 157Kinderzitjes (conventioneel) 137–138, 142, 143–144
Kinderzitjes i-Size 156–157Klep laadaansluiting (elektrische auto) 220, 227, 229–230Klep van de laadaansluiting 230Kleurcode lak 287Klimaatregeling 98, 100Klokje (instellen) 30, 315, 343Koelvloeistof 239Koelvloeistoftemperatuur 19–20Koelvloeistoftemperatuurmeter 19–20