
84
wissen, of om de verwerking te beperken van persoonsgegevens die niet conform de bepalingen van Verordening 2016/679 (AVG) zijn verwerkt. Derden aan wie gegevens zijn doorgegeven moeten worden ingelicht over de rectificatie of het wissen van de gegevens, of over de beperking van de verwerking van de gegevens conform de eerder genoemde verordening, behalve als dit onmogelijk zou zijn of een disproportionele inspanning zou vereisen. U hebt ook het recht een klacht in te dienen bij de relevante autoriteit voor gegevensbescherming.
Alarmknipperlichten
► Als u op de rode toets drukt, gaan alle richtingaanwijzers tegelijkertijd knipperen.De alarmknipperlichten werken ook als het contact UIT is.
Automatisch inschakelen van
de alarmknipperlichten
Bij een noodstop, afhankelijk van de mate van remvertraging, worden de alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld. Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door op de toets te drukken.
Claxon
► Druk op het middelste deel van het stuurwiel.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP)
Het elektronisch stabiliteitsprogramma omvat de volgende systemen:
– Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remkrachtverdeling (EBFD).– Emergency Braking Assistance (EBA).– Antispinregeling (ASR).– Dynamic Stability Control (DSC).– Trailer Stability Assist (TSA).
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remkrachtverdeling (EBFD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en voor een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De EBFD regelt de remdruk voor elk wiel afzonderlijk.Dit waarschuwingslampje gaat branden bij een storing in het ABS.De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig en matig uw snelheid.
Neem zo snel mogelijk contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Als dit waarschuwingslampje samen met de waarschuwingslampjes STOP en ABS gaat branden, in combinatie met een melding en een geluidssignaal, duidt dit op een storing in de EBFD.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.

86
Storing
In het geval van een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door het branden van dit waarschuwingslampje, in combinatie met de weergave van een melding en een geluidssignaal.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om de systemen te laten controleren.
WARNI NG
ASR/DSCDeze systemen zorgen voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden.In situaties die tot gladheid kunnen leiden (regen, sneeuw, ijzel), wordt de kans dat de wielen hun grip verliezen groter. Het is voor uw veiligheid dus van het grootste belang dat de systemen altijd ingeschakeld zijn, zeker als de omstandigheden gevaarlijker worden.De goede werking van deze systemen is
afhankelijk van de naleving van de voorschriften van de fabrikant met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem en elektronische onderdelen, en van de montage- en reparatieprocedures die door de TOYOTA-dealers worden toegepast.Voor een maximale effectiviteit van deze systemen onder winterse omstandigheden adviseren wij u winterbanden te gebruiken. Zorg
er dan voor dat alle vier de wielen zijn voorzien
van hetzelfde type winterband dat voor uw auto is goedgekeurd.
Trailer Stability Assist (TSA)
Bij het trekken van een aanhangwagen vermindert dit systeem de kans op slingeren van de auto en de aanhangwagen.
Werking
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als het contact AAN wordt gezet.Het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) moet storingsvrij zijn.Zodra dit systeem, dat werkt tussen 60 km/h en 160 km/h, signaleert dat de aanhangwagen begint te slingeren, grijpt het in op de remmen om de aanhangwagen te stabiliseren, waarbij het systeem indien nodig het motorvermogen vermindert om de auto te vertragen.De ingreep wordt gesignaleerd door het knipperen van dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel en het branden van de
remlichten.Raadpleeg voor de gewichten en aanhangwagengewichten het hoofdstuk motorspecificaties en aanhangwagengewichten of het kentekenbewijs van uw auto.Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over veilig gebruik van de trekhaak.
Storing
In het geval van een storing in het systeem gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.Wanneer u in dat geval verder rijdt met de aanhangwagen, verminder dan uw snelheid en rijd voorzichtig!Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.
WARNI NG
De Trailer Stability Assist vergroot de veiligheid onder normale rijomstandigheden, mits de adviezen met betrekking tot het rijden met een aanhangwagen in acht worden genomen. Het systeem mag de bestuurder niet verleiden tot het nemen van extra risico's bij het trekken van een aanhangwagen (overbelading, onjuiste kogeldruk, versleten banden of een te lage bandenspanning, versleten remmen, enz.) of het rijden met een te hoge snelheid.In bepaalde gevallen signaleert het systeem het slingeren mogelijk niet, met name bij het trekken van een lichte aanhangwagen.Bij het rijden op een glad of slecht wegdek kan het systeem mogelijk niet voorkomen dat de aanhangwagen plotseling gaat slingeren.

263
Alfabetische index
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 155–156Telefoon 52, 210, 212, 224–226, 249–252Teller 124Temperatuurregeling 64Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 174, 176Tijd instellen 227, 254TMC (verkeersinformatie) 239Toegang tot het reservewiel 177Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 64Trailer Stability Management (TSM) 86Trekhaak 86, 158–159, 159Tweepersoons voorbank 47, 49, 90Tweezitsbank vóór 47–49
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 128Uitneembaar luik 56
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 92, 96–97Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 85USB 207, 221, 242, 247USB-aansluiting 51, 207, 221, 242, 247USB-poort 207, 221, 247
V
Veiligheidsgordels 89–90, 98Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 92, 94–97, 99Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 92, 94–97, 99Ventilatie 61–63, 68–70Ventilatieroosters 61Verbonden apps 244Vergrendelen 24, 26, 29–30Vergrendeling van binnenuit 34–35Verkeersinformatie (TA) 205Verkeersinformatie (TMC) 239Verklikkerlampjes 72Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 11Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 11Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 90Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 90
Verlichting 72Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 74, 181–182Verversen 164Vervuiling van het roetfilter (diesel) 167Verwarming 61–63, 68–70Video 248Volledig ontgrendeld 26–28Voorruitverwarming 67Voorstoelen 43–45, 47–49
W
Waarschuwing kans op aanrijding 138–139Waarschuwing oplettendheid bestuurder 147Waarschuwingssignaal sleutel in contact 107Waarschuwing vergeten verlichting 73Wassen 124Wassen (adviezen) 171–172Webbrowser 240, 244Wiel demonteren 178–180Wiel monteren 178–180Wiel verwisselen 174, 177WiFi-netwerkverbinding 245Window-airbags 93–94
Z
Zekeringen 185–187Zekeringen vervangen 185–187Zekeringkast dashboard 186Zekeringkast motorruimte 186–187
Zij-airbags 93–94Zijknipperlicht 182Zonnesensor 61Zuinig rijden 7