365
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
Op de accessoireaansluiting kunnen
12V-accessoires worden aangesloten
die minder dan 10 A verbruiken.
Open het consolevak en open het
klepje.
■De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Bij het uitschakelen van het brandstof-
celsysteem
Koppel aangesloten elektrische apparaten
met een oplaadfunctie, zoals een powerbank,
los. Als dergelijke apparaten niet worden los-
gekoppeld, wordt het brandstofcelsysteem
mogelijk niet op de normale manier uitge-
schakeld.
WAARSCHUWING
■Zaken die niet aan het kledinghaakje
mogen worden gehangen
Hang geen kleerhanger, hard voorwerp of
voorwerp met scherpe punten aan het kle-
dinghaakje. Als de curtain airbags geacti-
veerd worden, kunnen deze voorwerpen
projectielen worden en ernstig letsel ver-
oorzaken.
Accessoireaansluiting
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de
accessoireaansluiting
Sluit de accessoireaansluiting af met het
kapje als de aansluiti ng niet in gebruik is.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in
de accessoireaansluiting terechtkomen,
kunnen kortsluiting veroorzaken.
■Voorkomen dat de zekering door-
brandt
Sluit geen accessoires aan die meer dan
12 V/10 A verbruiken.
■Onjuiste werking van de auto voorko-
men
Zorg ervoor dat alle laadaccessoires,
zoals draagbare laders, powerbanks, enz.
losgekoppeld zijn van de accessoireaan-
sluiting als het contact UIT wordt gezet.
Als een dergelijk access oire niet losgekop-
ppeld is, kan het volgende gebeuren:
●De portieren kunnen niet worden ver-
grendeld met het Smart entry-systeem
met startknop of de afstandsbediening.
●Het beginscherm wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
●De interieurverlichting, de dashboard-
verlichting, enz. gaan branden.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de accessoireaansluiting niet lan-
ger dan noodzakelijk is als het brandstof-
celsysteem is uitgeschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 365 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
371
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar
overlappende cirkels. Gebruik geen water.
Veeg vuile oppervlakken schoon en laat ze
drogen. Het beste resultaat wordt verkregen
als de vloerbedekking zo droog mogelijk
wordt gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een
mild sop, lauw water en een doek of spons.
Controleer ook de gordels regelmatig op
overmatige slijtage, rafels en scheuren.
■Bij het reinigen van de beklede delen
van het dashboardkastje, het console-
vak, enz.
Wanneer er plakband met sterke hechting
wordt gebruikt, kan het oppervlak van de
bekleding beschadigd raken.
OPMERKING
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
• Brandstofcelpakket
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste 30
cm van de carrosserie. Anders kunnen
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken.
Houd de sproeierkop ook niet de hele tijd
op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de luchtinlaatopening
voor de airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de airconditioning
mogelijk niet goed.
●Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 371 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
372
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in de auto, zoals op
de vloer, in de ventilatieopeningen van
de tractiebatterij of in de bagageruimte.
(→ Blz. 100)
Anders kunnen de tractiebatterij, elektri-
sche onderdelen en dergelijke defect
raken of vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden. ( →Blz. 39)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
• Andere gebieden dan de stoelen of het stuurwiel: organische reinigingsmidde-
len zoals wasbenzine of terpentine,
alkalische of zuurhoudende middelen,
textielverf of bleekmiddel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine en
alcohol
• Stuurwiel: organische reinigingsmidde- len, zoals thinner, en reinigingsmiddelen
met alcohol
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bekleding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
■Bij het schoonmaken van de binnen-
zijde van de voorruit
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. ( →Blz. 214)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Hierdoor kun-
nen de verwarmingsdraden en antenne
beschadigd raken. Veeg de ruit voor-
zichtig schoon met een doek en lauw
water. Veeg de ruit schoon in dezelfde
richting als de verwarmingsdraden en
antenne.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden en de antenne.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 372 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
400
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Gebruik uitsluitend de wielmoeren
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is
verwisseld, een band is gerepa-
reerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die
geplaatst dienen te worden met een
kunststof of rubber hamer. 1
Zet het contact UIT.
2 Open het dashboardkastje en schuif
de demper los.
3 Duw het dashboardkastje aan de
zijkanten vanaf de buitenzijde naar
binnen om de klauwen vrij te
maken.
OPMERKING
●Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen.
Bij niet-originele ve lgen kan niet worden
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 400 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
401
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
4Trek het dashboardkastje naar bui-
ten en maak de onderste klauwen
vrij.
5 Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
6 Verwijder de filterhouder. 7
Verwijder het interieu rfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
■Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter vol-
gens het onderhoudsschema. In gebieden
met veel stof of met veel verkeer moet ver-
vanging vaker plaatsvinden. (Zie het onder-
houdsboekje of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
■Interieurfilter met luchtreinigingsfunctie
Als er geurstoffen in uw auto zijn geplaatst,
kan de luchtreinigingsfunctie in korte tijd aan-
zienlijk achteruit gaan.
Als er constant een ai rconditioninglucht te
ruiken is, moet het interieurfilter worden ver-
vangen.
A
B
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig
is.
Als de airconditioning zo nder filter gebruikt
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 401 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
407
7
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Zet het contact UIT.
2 Open het deksel van de zekeringen-
kast.
Ruimte brandstofcelmodule: zekerin-
genkast type A
Auto's met linkse besturing:
Druk de borglippen in en til de klep eraf.
Auto's met rechtse besturing:
Druk de borglippen in en til de klep eraf.
Ruimte brandstofcelmodule: zekerin-
genkast type B
Verwijder de afdekkap uit de ruimte van de
brandstofcelmodule (
→Blz. 381), druk de
borglippen in en trek het deksel omhoog.
Dashboard bestuurderszijde
Auto's met linkse besturing:
Druk de borglip in en verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen of plaatsen de
borglip in.
Controleren en ver vangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbrui-
ker niet werkt, kan het zijn dat een
zekering is doorgebrand. Contro-
leer in dat geval de desbetreffende
zekering en vervang deze indien
nodig.
Controleren en vervangen van
zekeringen
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 407 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
408
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met rechtse besturing:
Druk de borglip in en verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen of plaatsen de
borglip in.
Dashboard passagierszijde
Auto's met linkse besturing:
Verwijder het deksel. Verwijder de stekker van de voetenruimte-
verlichting.
Verwijder de klep.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen van de
klep de klauw in.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 408 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
496
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Alfabetische index
C
Claxon ................................................... 154
Condensor ............................................ 384
Consolevak ........................................... 353
Contact (startknop) .............................. 180
Controlelampje veiligheidsgordel....... 432
Controlelampjes ................................... 108
Cruise controlDynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik........... 245
Curtain airbags ....................................... 39
D
Dagrijverlichting ................................... 197
Dagtellers .............................................. 112
Dakfolie ................................................. 369
Dashboardkastje .................................. 352
Derde remlicht
Lampen vervangen ........................... 412
Digitale binnenspiegel ......................... 156
Dimmer dashboardverlichting ............ 112
Display Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik.................. 245
Head-up display ................................ 122
LTA (Lane Tracing Assist) .................. 237
Multi-informatiedisplay ...................... 114
Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die achterlangs
lopen) .............................................. 290
RCD (Rear Camera Detection) ......... 278
Rear Camera Detection (RCD) ......... 278
Toyota Multi-Operation Touch............ 356
Toyota Parking Assist-sensor ............ 263
Toyota Teammate Advanced Park ..... 295
Waarschuwingsmelding .................... 435
Display bandenspanning ..................... 388
Draadloze lader..................................... 360
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ................... 245Naderingswaarschuwing ................... 252
Road Sign Assist (RSA) .................... 254
Waarschuwingsmelding .................... 256
E
eCall ........................................................ 70
Toets SOS........................................... 70
ECB (elektronisch geregeld remsysteem) ...................................... 322
Waarschuwingslampje ...................... 426
Eco Score ............................................. 117
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm ..................................... 357Bediening .......................................... 357
Elektrisch bedienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde werking ruiten ................................. 168
Bediening .......................................... 167
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 169
Klembeveiliging................................. 167
Elektrische stuurbekrachtiging
(EPS) ................................................... 322Waarschuwingslampje ...................... 428
Elektromotor (tractiemotor) ............ 88, 91
Plaats .................................................. 91
Elektronisch geregeld remsysteem (ECB) ............................ 322
Waarschuwingslampje ...................... 426
Elektronische sleutel ........................... 132 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ............................... 452
Batterij vervangen ............................. 405
Energiebesparende functie ............... 144
Energiemonitor .................................... 126
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)........................... 322
Waarschuwingslampje ...................... 428
Ergonomisch geheugen ...................... 148
Geheugenoproepfunctie ................... 150
Power Easy Access-systeem............ 148
Extended Headlight Lighting .............. 199
Extra opbergvakken............................. 353
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 496 Friday, November 6, 2020 11:27 AM