134
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-1. Informatie over sleutels
Schuif het ontgrendelknopje opzij
om de mechanische sleutel uit de elek-
tronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in de
slotcilinder kunt steken, draait u de sleutel
om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na gebruik
in de elektronische sleutel. Zorg dat u de
mechanische sleutel en de elektronische
sleutel bij u hebt. Als de batterij van de elek-
tronische sleutel leeg is of de instapfunctie
niet goed werkt, bent u op de mechanische
sleutel aangewezen. ( →Blz. 452)
■Wanneer u de sleutel van de auto moet
achterlaten bij een parkeerwachter
Zet de hoofdschakelaar van het openings-
systeem van de achterklep uit ( →Blz. 142) en
vergrendel het dashboardkastje ( →Blz. 352)
als de omstandigheden daarom vragen.
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen
gebruik en geef alleen de elektronische sleu-
tel aan de parkeerwachter.
■Als u uw mechanische sleutels verliest
→ Blz. 451
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
Gebruik van de mechanische
sleutel
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 134 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
142
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
De schakelaar van het openingssys-
teem van de achterklep kan tijdelijk
worden uitgeschakeld om bagage in de
bagageruimte tegen diefstal te
beschermen.
Schakel de hoofdschakelaar in het
dashboardkastje uit om het openings-
systeem van de achterklep uit te scha-
kelen.
Aan
Uit
De achterklep kan nu ook niet worden
geopend met de afstandsbediening of de
instapfunctie.
■Wanneer u een sleutel achterlaat bij een
parkeerwachter
→ Blz. 134
■Plaats van antenne
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Beveiligingssysteem
bagageruimte
A
B
Smart entr y-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 135)
Openen van de achterklep
(→ Blz. 140)
Starten van het brandstofcelsys-
teem ( →Blz. 180)
A
B
C
D
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 142 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
145
4
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden
■Aanwijzing voor de instapfunctie●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het
ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de hoedenplank of de vloer achter
of in een portiervak of het dashboardkastje
als het brandstofcelsysteem wordt gestart
of de standen van het contact worden
gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt de sleutel mogelijk
gesignaleerd door de antenne buiten het
interieur en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waar-
door de elektronische sleutel mogelijk in de
auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het brandstofcel-
systeem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dit geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 144)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 145 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
176
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P, schakel het
brandstofcelsysteem uit en sluit de auto
af.
Laat de auto niet onbeheerd achter als
het controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, maar de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
■Als u even gaat slapen in de auto
Schakel het brandstofcelsysteem altijd uit.
Anders zou u per ongeluk de selectiehen-
del kunnen verplaatsen of het gaspedaal
in kunnen trappen, waardoor de auto
onbedoeld in beweging kan komen, het-
geen kan leiden tot een ongeval dat resul-
teert in ernstig letsel.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
als het elektronisch geregelde remsys-
teem niet werkt en vermijd afdalingen
en scherpe bochten die afremmen
noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 176 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
178
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de hoedenplank
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Dakfolie (auto's met elektrisch
bedienbaar zonnescherm)
Bevestig geen dakdrager op de dakfolie.
Anders kan de laag beschadigd raken.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 178 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
343
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Achter
1 Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2 De uitstroomopening openen
3 De uitstroomopening sluiten
*: Indien aanwezig
■Bedieningspaneel achter
Bedien de AAN-/UIT-schakelaar voor
het bedieningspaneel achter. Wanneer
het bedieningspaneel achter wordt
ingeschakeld, kan de airco achter niet
worden bediend.
Wanneer de airco voor de voorstoelen
is uitgeschakeld, kan de airco achter
niet afzonderlijk worden ingeschakeld.
AAN-/UIT-schakelaar multifunctio-
neel bedieningspaneel achter
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de werking van de
voorruitontwaseming wordt gehin-
derd
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
Automatische
airconditioning achter*
De uitstroomopeningen en de aan-
jagersnelheid worden automatisch
geregeld op basis van de inge-
stelde temperatuur.
Bedieningspaneel
airconditioning achter
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 343 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
351
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
6-3.Gebruik van de opbergmogelijkheden
Extra opbergvakken* (→Blz. 353)
Bekerhouders ( →Blz. 352)
Consolevak ( →Blz. 353)
Pasjeshouders ( →Blz. 353)
Dashboardkastje ( →Blz. 352)
*: Indien aanwezig
Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
A
B
C
D
E
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de opbergvakken
moeten worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbus-
sen in de opbergvakken liggen. Als u dat
wel doet, kan dat bij hoge temperaturen
leiden tot het volgende:
●Brillen kunnen vervormen als de tempe-
ratuur in de auto te hoog oploopt of bar-
sten als ze in contact komen met
andere voorwerpen.
●Aanstekers en spuitbussen kunnen
exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen aan-
stekers vlam vatten en kunnen spuit-
bussen gas gaan lekken, waardoor
brand kan ontstaan.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 351 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
352
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Trek de hendel omhoog om het dash-
boardkastje te openen.
1Ontgrendelen met de mechanische
sleutel
2 Vergrendelen met de mechanische
sleutel
■Verlichting dashboardkastje
De verlichting van het dashboardkastje gaat
branden als de achterlichten branden.
■Hoofdschakelaar openingssysteem
achterklep
In het dashboardkastje bevindt zich de hoofd-
schakelaar van de achterklepontgrendeling.
( → Blz. 142)
Voor
Achter (auto's zonder stoelverwar-
ming achter)
Druk de knop in en laat deze vervol-
gens los.
Achter (auto's met stoelverwarming
achter)
Druk de knop in en laat deze vervol-
gens los.
Dashboardkastje
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het dashboardkastje gesloten. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan letsel
ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door het open dashboardkastje of
door items in het dashboardkastje.
Bekerhouders
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 352 Friday, November 6, 2020 11:27 AM