
2864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE • Bij het naderen van een slagboom van een 
elektronische tolpoort, slagboom bij een 
parkeerterrein of andere afscheiding die 
open en dicht gaat
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in  contact kunnen komen met uw auto, zoals 
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een 
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale, met radar uitgeruste auto's of 
andere locatie waar mogelijk sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aan-
wezig zijn
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen 
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen, 
onverharde wegen, besneeuwde wegen 
met sporen, enz.)
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links  afslaan een tegenligger of overstekende 
voetganger het pad van uw auto al heeft 
verlaten
• Regio A: Wanneer u vlak voor een tegen- ligger of overstekende voetganger 
rechts/links afslaat
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links  afslaan een tegenligger of overstekende 
voetganger stopt voordat deze het pad van 
uw auto kruist
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links  afslaan een tegenligger voor uw auto 
rechts/links afslaat • Regio A: Wanneer u in de richting van 
tegenliggend verkeer stuurt
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande, 
wordt een object mogel ijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera 
voor, waardoor het systeem niet goed 
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto  nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar  object een schommelende beweging 
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte  beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object  snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich  niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich  vlak bij bijvoorbeel d een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat 
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich  onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals 
een groot stuk bagage, een paraplu of een 
vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen 
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen, 
onverharde wegen, besneeuwde wegen 
met sporen, enz.)
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  286  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE • Wanneer de radarsensor of de camera 
voor niet goed is uitgelijnd
• Regio A: Wanneer u op een rijstrook rijdt  en rechts/links afslaat terwijl er ten minste 
1 rijstrook verderop tegenliggers rijden
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links  afslaan tegenliggers een eind bij u van-
daan zijn
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links  afslaan een voetganger uw auto van ach-
teren of opzij nadert
●Regio A: In aanvulling op het boven-
staande werkt de Emergency Steering 
Assist in sommige situaties, zoals de 
onderstaande, mogelijk niet.
• Regio A: Wanneer de witte (gele) rijstrook- markeringen niet goed zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer deze vaag zijn of 
splitsen/samenkomen of wanneer er een 
schaduw over valt
• Regio A: Wanneer de rijstrook breder of  smaller is dan gebruikelijk
• Regio A: Wanneer er een licht en donker  patroon op het wegdek aanwezig is, bij-
voorbeeld als gevolg van wegwerkzaam-
heden
• Regio A: Wanneer het doel te dichtbij is
• Regio A: Wanneer er onvoldoende ruimte  is waar de auto veilig en onbelemmerd in 
kan rijden
• Regio A: Wanneer er tegenliggers zijn
• Regio A: Wanneer de VSC-functie in wer- king is
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande, 
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht 
of stuurkracht (regio A) gegenereerd, 
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de 
onderdelen van het remsysteem extreem 
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden  (extreem versleten remdelen of banden, 
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind  of een andere gladde ondergrond
• Bij diepe spoorvorming in het wegdek
• Als op een helling wordt gereden
• Bij het rijden over wegen met hellingen  links of rechts
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld 
(→ Blz. 360), worden ook de Pre-Crash 
Brake Assist-functie en de Pre-Crash 
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision 
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet 
beschikbaar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  288  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

2984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden 
voor persoonlijke 
voorkeursinstellingen: →Blz. 537)
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automa-
tisch overeenkomstig de 
veranderingen in snelheid van de 
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de 
constante-snelheidsregelmodus 
rijdt de auto met een constante 
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus ( →Blz. 302)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(→ Blz. 307)
Systeemonderdelen
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  298  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

299
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
■Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETWAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert:  →Blz. 310
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt:  →Blz. 310
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  299  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

301
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
WAARSCHUWING
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de in
gestelde snelheid 
overschrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  301  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een 
voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens  gebruikt om de afstand tussen uw auto en 
de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tussenafs tand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van 
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden  gereduceerd, schakelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo 
dat de afstand die de bestuurder heeft ingest eld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het 
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem stilgezet). 
Als uw voorligger begint te rijden, wordt het ri jden met de volgregeling hervat wanneer u op de 
schakelaar +RES drukt of het gaspedaal intrapt (bed iening om weg te rijden). Als de bediening 
om weg te rijden niet wordt uitgevoerd, zorgt de regeling van het systeem ervoor dat uw auto 
stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een ri jsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook 
opschuift om in te halen, zal de auto accele reren zodat een voertuig op de andere rijstrook 
sneller kan worden ingehaald.
Rijden in de afstandsregelmodus
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  302  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

309
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschak eld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid  zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als de constante-snel heidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Situaties waarin de functie voor verla-
ging van de bochtensnelheid mogelijk 
niet werkt
In situaties zoals de onderstaande, werkt de 
functie voor verlaging van de bochtensnel-
heid mogelijk niet:
●Wanneer met de auto in een flauwe bocht 
wordt gereden
●Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
●Wanneer met de auto in een zeer korte 
bocht wordt gereden
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( →Blz. 314). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk  niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de i ngestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  309  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM 

3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 275, 492)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
( → Blz. 306) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet 
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken 
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book  Page  310  Thursday, September 3, 2020  8:42 AM