
1523-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
HIGHLANDER HV_EE
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, in de bagageruimte, op de vloer of
in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 151)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 152 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

153
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
HIGHLANDER HV_EE
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
→ Blz. 537)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 151)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( → Blz. 513)
Raadpleeg Blz. 514 als het hybridesysteem
niet kan worden gestart met het Smart
entry-systeem met startknop.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 537)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( →Blz. 135, 513)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
→Blz. 514
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
→Blz. 239
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 153 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

2544-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
HIGHLANDER HV_EE
■Energiebesparende functie 12V-accu
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtschake-
laar in de stand of staat terwijl het
contact UIT wordt gezet, schakelt de energie-
besparende functie van de 12V-accu alle ver-
lichting na ongeveer 20 minuten automatisch
uit. Wanneer het contact AAN wordt gezet,
wordt de energiebesparende functie van de
12V-accu uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de
12V-accu eenmaal uitgeschakeld en vervol-
gens weer geactiveerd. Alle verlichting gaat
20 minuten nadat de energiebesparende
functie van de 12V-accu weer is geactiveerd
automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 537)
1 Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2 Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer
los om de verlichting uit te schakelen.OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet is ingeschakeld.
Inschakelen van het grootlicht
Extended Headlight Lighting
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 254 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

261
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
■Functie aan het openen van het voor-
portier gekoppeld onderbreken van de
ruitenwissers voor
Als, terwijl de auto stilstaat en de parkeerrem
is geactiveerd of de selectiehendel in stand P
staat, een voorportier wordt geopend wan-
neer stand AUTO is geselecteerd en de rui-
tenwissers voor werken, wordt de werking
van de ruitenwissers voor onderbroken om te
voorkomen dat iemand die uit-of instapt nat-
gespetterd wordt. Als het voorportier wordt
gesloten, wordt de werking van de ruitenwis-
sers hervat.
Door de schakelaar te bedie-
nen werkt de achterruitenwisser als
volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat bij-
voorbeeld uw vingers niet bekneld raken
als de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
Ruitenwisser en -sproeier
achter
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achter-
ruit droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedienen van de ruitenwisser-
hendel
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 261 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen.
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren en
druk vervolgens op .
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor opzij
achter
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
●Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor
mogelijk niet en wordt er een waarschu-
wingsmelding ( →Blz. 316) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10 minu-
ten met de auto terwijl aan de bedrijfscon-
dities voor de BSM-functie ( →Blz. 326)
wordt voldaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
●Plak geen stickers op de sensor of de
omgeving ervan op de achterbumper.
●Stel de sensor en de omgeving ervan op
de achterbumper niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt ver-
plaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk
niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omge- ving van de sensor aanwezig zijn of als
een deel van de sensoren is losgeko-
men.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de achterbum-
per aan.
●Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als
een sensor of de achterbumper moet
worden verwijderd/geplaatst of vervan-
gen.
●Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
In-/uitschakelen van de Blind
Spot Monitor
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 324 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HIGHLANDER HV_EE
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op
een sensor is aangebracht.
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een elektronisch onderdeel zoals een
kentekenplaat met achtergrondverlichting
(met name fluorescerende), een mistlamp,
een spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsensor is
geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt • Bij het onder een kleine hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 354 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

3644-6. Rijtips
HIGHLANDER HV_EE
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. ( →Blz. 355)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 105)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen
positief effect op het brandstofverbruik.
In stand N werkt de benzinemotor,
maar kan er geen elektriciteit worden
opgewekt. Ook bij gebruik van de air-
conditioning, enz. wordt het vermogen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u in een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto zachtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de
selectiehendel
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 364 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

3704-6. Rijtips
HIGHLANDER HV_EE
Uw auto is niet specifiek ontworpen
voor het rijden in het terrein. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om problemen te voorkomen als het
absoluut noodzakelijk is in het terrein te
rijden.
Rijd alleen in gebieden waar
off-road-auto's mogen rijden.
Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eigenaar
voordat u een privéterrein betreedt.
Betreed geen afgesloten gebieden.
Respecteer hekken, afsluitingen en
borden die u de toegang ontzeggen.
Blijf op de gebaande paden. Pas, als
het nat is, uw rijtechniek aan of ga
langzamer rijden om schade aan het
terrein te voorkomen.
Terreinrijden
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor terrein-
rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem
geen onnodige risico's door op gevaar-
lijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet
vast als u door terrein rijdt. Een plotse-
linge hobbel kan het stuurwiel ver-
draaien en uw handen verwonden.
Houd beide handen en vooral de dui-
men op de buitenkant van de stuurwiel-
rand.
●Controleer altijd de werking van de rem-
men direct na het rijden door zand,
modder, water of sneeuw.
●Controleer na het rijden door lang gras,
modder, zand, riviertjes, over stenen,
enz. of er geen gras, takken, papier,
doeken, stenen, zand, enz. aan de
onderkant is blijven hangen of vastzit.
Verwijder dergelijke onregelmatigheden
van de onderkant van de auto. Als met
de auto wordt gereden terwijl deze
materialen onder de auto vastzitten of
blijven hangen, kan de auto kapot gaan
of kan er brand ontstaan.
●Als u over onverharde wegen of door
ruw terrein rijdt, rijd dan niet met hoge
snelheid, spring niet met de auto, maak
geen scherpe bochten, raak geen voor-
werpen, enz. Dit kan ervoor zorgen dat
u de controle over de auto verliest of
over de kop slaat, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan. Bovendien bestaat
dan de kans dat er kostbare schade ont-
staat aan de wielophanging en het
chassis van de auto.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 370 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM