3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 144
Automatic High Beam- systeem ................................. 147
Schakelaar mistlampen............ 150
Ruitenwissers en -sproeiers..... 150
4-4. Tanken Openen van de tankdop........... 153
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 155
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ................................ 160
LTA (Lane Tracing Assist) ........ 171
Dynamic Radar Cruise Control ................................... 181
RSA (Road Sign Assist) ........... 191
Stop & Start-systeem ............... 196
BSM (Blind Spot Monitor) ........ 200
Toyota Parking Assist-sensor ... 206
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ........................... 213
Rijmodusselectieschakelaar AWD ...................................... 218
GPF-systeem (benzineroetfilter)................... 219
Ondersteunende systemen ...... 220
4-6. Rijtips Rijden in de winter ................... 2265-1. Gebruik van de airconditioning en
de achterruitverwarming
Automatische airconditioning ... 230
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming..................... 235
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 237
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 240
Voorzieningen in de bagageruimte .................... 242
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................ 244
6-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 248
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 251
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Basiskennis m.b.t. matte blanke lak..................... 254
Wassen van uw auto ................ 258
Veelgestelde vragen................. 261
6-3. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 265
5Voorzieningen in het interieur
6Onderhoud en verzorging
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 3 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
81
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (Blz. 316)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( Blz. 317)
Controlelampjes
achterpassagiersgordels
*2
( Blz. 317)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 ( Blz. 318)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
(indien aanwezig) ( Blz. 318)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1
( Blz. 318)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 319)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 319)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 320)
Controlelampje
Traction Control
*1 ( Blz. 320)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers ( Blz. 142)
Controlelampje achterlicht
( Blz. 144)
Controlelampje grootlicht
( Blz. 145)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(indien aanwezig) ( Blz. 147)
Controlelampje mistlampen voor
( Blz. 150)
Controlelampje mistachterlicht
( Blz. 150)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 164)
Controlelampje cruise control
*3
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*3
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
Controlelampje cruise control
SET
*3 (indien aanwezig)
( Blz. 181)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 81 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
82
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
*4: Afhankelijk van de bedrijfsconditie wijzi-gen de kleur en de manier waarop het
controlelampje brandt/knippert.
*5: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-gels.
*6: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat dit controlelampje
gedurende ongeveer 10 seconden knip-
peren en blijft daarna branden.
*7: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*4
Controlelampje LTA*3
(indien aanwezig) ( Blz. 177)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*1, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 201, 213)
Controlelampje BSM OFF
*2
(indien aanwezig) ( Blz. 201)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 207)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 213)
Controlelampje Stop & Start-
systeem
*1 ( Blz. 196)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2
( Blz. 196)
(Knippert) Controlelampje Traction
Control
*1 (
Blz. 221)
Controlelampje TRC OFF
*2
( Blz. 221)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( Blz. 221)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop
*3
( Blz. 136)
Schakeladviesindicator
( Blz. 141)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( Blz. 143)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*3, 6 ( Blz. 83)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( Blz. 72, 74)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
*1,
7
( Blz. 43)
Controlelampje iMT
*3
( Blz. 141)
Controlelampje SPORT-modus*3
( Blz. 218)
Controlelampje TRACK-modus
*3
( Blz. 218)
Controlelampje EXPERT-
modus
*3 ( Blz. 221)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 82 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
94
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem (indien aanwezig)
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
■Inschakelen/uitschakelen van het head-
up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
■Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( Blz. 171)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
Straatnaam
Routebegeleiding naar bestemming
Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden i ndien nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsst atus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( Blz. 160)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
Pop-updisplay
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 94 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
4
127
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 128
Lading en bagage .................. 134
Rijden met een aanhangwagen.................... 135
4-2. Rijprocedures Startknop ............................... 136
Handgeschakelde transmissie .......................... 139
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 142
Parkeerrem ............................ 143
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 144
Automatic High Beam- systeem .............. .................147
Schakelaar mistlampen ......... 150
Ruitenwissers en -sproeiers .. 150
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1534-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense .............. 155
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 160
LTA (Lane Tracing Assist)....... 171
Dynamic Radar Cruise Control ................................. 181
RSA (Road Sign Assist) ......... 191
Stop & Start-systeem ............. 196
BSM (Blind Spot Monitor)....... 200
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 206
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 213
Rijmodusselectieschakelaar AWD .................................... 218
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 219
Ondersteunende systemen .... 220
4-6. Rijtips
Rijden in de winter.................. 226
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 127 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
189
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 360)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid.
In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
■De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: O ngeveer 30 km/h of
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 189 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
206
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-
informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit sys-
teem ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 206 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
207
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( Blz. 87)
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk
vervolgens op .
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-
sensor OFF ( Blz. 81) branden. Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervol
gens “On” (aan).
Als het systeem door middel van deze
methode is uitgeschakeld, wordt het
niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Plaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat
met achtergrondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een
spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsen-
sor.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 207 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM