
219
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 227) 
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave 
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC) 
of IGNITION ON (contact AAN) niet 
wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
OPMERKING
■Symptomen die kunnen duiden op 
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan 
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft 
hangen, kan de startknop defect zijn. 
Neem onmiddellijk contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het 
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesysteem 
in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen, 
houdt u de startknop langer dan 2 
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. 
(  Blz. 508)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van 
nood. Door het uitschakelen van het 
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel 
of de remmen. De stuurbekrachtiging 
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het 
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de 
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl 
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te 
starten nadat dit ten gevolge van een 
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N 
en druk de startknop in.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 219  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Als de rijsnelheid hoger dreigt te wor-
den dan de snelheidslimiet tijdens de 
ondersteuningsregeling
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een 
melding dat de mogelijkheid bestaat dat de 
rijsnelheid de snelheidslimiet zal overschrij-
den. Trap, wanneer de melding wordt weer-
gegeven, het rempedaal direct in om te 
decelereren. Als de auto blijft accelereren, 
wordt de ondersteuningsregeling onderbro-
ken wanneer de rijsnelheid een bepaalde 
snelheid overschrijdt. ( Blz. 360)
■Overzicht van functies
Wanneer er een parkeerplaats kan wor-
den gesignaleerd, wordt u naar voren 
begeleid tot u de startpositie voor de 
ondersteuningsregeling hebt bereikt. 
Vervolgens kan de Parallel Parking 
Assist-modus worden gebruikt. Boven-
dien wordt er afhankelijk van de par-
keerplaats en andere omstandigheden 
en indien nodig ondersteuning verleend 
bij het maken van meerdere keerma-
noeuvres. 1
Blijf naar voren rijden en houd daar-
bij de auto parallel aan de stoep-
rand of de weg. Stop op het punt 
waarbij het midden van de beoogde 
parkeerplaats vrijwel haaks op de 
auto staat. Druk vervolgens 1 keer 
op de S-IPA-schakelaar om de 
modus automatisch fileparkeren te 
selecteren.
2 Rijd recht vooruit en blijf daarbij 
parallel aan de weg of stoeprand, 
zodat de parkeerplaats wordt gesig-
naleerd.
3 Er is een geluid te horen en er wordt 
een display weergegeven om u te 
laten weten wanneer de auto een 
positie bereikt vanaf waar de onder-
steuningsregeling kan worden 
gebruikt om achteruit te rijden. 
Wanneer vervolgens de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de aanwijzingen van het 
systeem, begint de automatische 
bediening van het stuurwiel.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de 
weg (afstand tot de rand van de weg tegen-
over de parkeerplaats) smal is of als er zich 
obstakels voor de auto bevinden, wordt er 
geen begeleiding gegeven.
Fileparkeren (modus 
automatisch fileparkeren)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 344  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
 Wanneer een parkeerplaats is gesig-
naleerd, wijzigt het scherm.
3 Breng de auto tot stilstand wanneer 
een gelijkmatig piepsignaal te horen 
is en de stopweergave ( Blz. 342) 
op het display wordt weergegeven.
4 Als de selectiehendel in stand R 
wordt gezet, klinkt er een hoog 
piepsignaal en start de ondersteu-
ningsregeling.
 Wanneer de automatische bediening 
van het stuurwiel begint, worden de 
weergave van de automatische 
bediening van het stuurwiel en de 
indicator die de mate van assistentie 
aangeeft ( Blz. 342) op de display-
zone weergegeven.
 Druk op de S-IPA-schakelaar om de 
ondersteuningsregeling te stoppen.
5 Neem een normale zithouding voor 
achteruitrijden aan, laat uw handen 
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom 
de auto veilig is, controleer of er 
zich geen obstakels bevinden op de 
parkeerplaats en rijd langzaam ach- teruit terwijl u de rijsnelheid regelt 
met het rempedaal.
 Wanneer u te snel achteruitrijdt, 
klinkt er een schril piepsignaal en 
stopt de ondersteuningsregeling. 
(Blz. 343)
 Wanneer de auto niet netjes in één 
keer de beoogde parkeerplaats kan 
worden ingereden en er meerdere 
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan 
naar stap  6.
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar 
stap  12.
6 Breng de auto tot stilstand wanneer 
een gelijkmatig piepsignaal te horen 
is en de stopweergave ( Blz. 342) 
op het display wordt weergegeven.
7 Zet de selectiehendel in stand D of 
B.
8 Neem een normale zithouding aan, 
laat uw handen lichtjes en zonder 
kracht te gebruiken op het stuurwiel 
rusten, controleer of het gebied voor 
en rondom de auto veilig is en rijd 
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 346  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

349
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Druk, terwijl de selectiehendel in 
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar, selecteer de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten en 
bedien de richtingaanwijzerschake-
laar om de gewenste uitrijrichting te 
selecteren.
2 De automatische bediening van het 
stuurwiel begint wanneer de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de door het systeem 
geleverde begeleiding.
3 Er is een geluid te horen en er wordt 
een display weergegeven om u te 
laten weten wanneer de auto de 
positie bereikt van waaruit kan wor-
den weggereden.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en 
achteruitrijden en de automatische bedie-
ning van het stuurwiel telkens wanneer 
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, her-
haald vanaf het moment dat de automati-
sche bediening van het stuurwiel begint in 
stap 2  tot het moment dat de auto een posi-
tie bereikt van waaruit kan worden weggere-
den.
■Gebruik van de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten om 
weg te rijden
1 Druk, terwijl de selectiehendel in 
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar en controleer of het display op 
het multi-informatiedisplay terug-
keert naar “Exit Parallel Parking” 
(parkeerplaats fileparkeren verla-
ten). 2
Bedien de richtingaanwijzerschake-
laar ( Blz. 226) om te selecteren of 
u linksaf of rechtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt 
obstakels bevinden, bepaalt het systeem dat 
wegrijden niet mogelijk is en wordt de onder-
steuningsregeling uitgeschakeld.
3 Als de selectiehendel in stand R (of 
D) wordt gezet overeenkomstig het 
advies op het scherm ( Blz. 342), 
klinkt er een hoog piepsignaal en 
start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap  4 is voor het geval 
het advies “Shift to R” (schakel stand R in) 
op het scherm wordt weergegeven nadat de 
richtingaanwijzerschakelaar is bediend om 
een wegrijrichting te selecteren.
 Wanneer de automatische bediening 
van het stuurwiel begint, worden de 
weergave van de automatische 
bediening van het stuurwiel en de 
indicator die de mate van assistentie 
aangeeft ( Blz. 342) op de display-
zone weergegeven.
 Druk op de S-IPA-schakelaar om de 
ondersteuningsregeling te stoppen.
4 Neem een normale zithouding voor 
achteruitrijden aan, laat uw handen 
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 349  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
 De richtingaanwijzerschakelaar 
(Blz. 226) kan worden bediend om 
te selecteren of u  linksaf of rechtsaf 
wilt parkeren.
 Het systeem kan niet worden 
gebruikt wanneer de parkeerplaats 
smal is of wanneer de ondersteu-
ningsregeling onvoldoende ruimte 
heeft om te werken. Raadpleeg de 
informatie op het multi-informatiedis-
play om naar een andere parkeer-
plaats te gaan.
2 Neem een normale zithouding aan, 
laat uw handen lichtjes en zonder 
kracht te gebruiken op het stuurwiel 
rusten, controleer of het gebied voor 
en rondom de auto veilig is en rijd 
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal. Ver-
volgens klinkt een hoog piepsignaal 
en gaat tegelijkertijd een indicator 
op het instrumentenpaneel bran-
den, waarna de ondersteuningsre-
geling start.
 Wanneer de automatische bediening 
van het stuurwiel begint, worden de 
weergave van de automatische 
bediening van het stuurwiel en de 
indicator die de mate van assistentie 
aangeeft ( Blz. 342) op de display-
zone weergegeven. 
Druk op de S-IPA-schakelaar om de 
ondersteuningsregeling te stoppen.
 Wanneer de rijsnelheid te hoog is, 
klinkt er een schril piepsignaal en 
stopt de ondersteuningsregeling. 
(Blz. 343)
 Als na het starten van de ondersteu-
ningsregeling de ruimte te smal blijkt 
te zijn, klinkt er een schril piepsig-
naal en stopt de ondersteuningsre-
geling.
3 Breng de auto tot stilstand wanneer 
een gelijkmatig piepsignaal te horen 
is en de stopweergave ( Blz. 342) 
op het display wordt weergegeven.
4 Zet de selectiehendel in stand R.
5 Neem een normale zithouding voor 
achteruitrijden aan, laat uw handen 
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom 
de auto veilig is, controleer of er 
zich geen obstakels bevinden op de 
parkeerplaats en rijd langzaam ach-
teruit terwijl u de rijsnelheid regelt 
met het rempedaal.
 Wanneer de auto niet netjes in één 
keer de beoogde parkeerplaats kan 
worden ingereden en er meerdere 
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan 
naar stap  6.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 354  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Wanneer de bediening wordt geannuleerd
“Unavailable” (niet beschikbaar)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied 
waar geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of 
waar obstakels aanwezig zijn naast de auto en de 
auto kan niet wegrijden van de parkeerplaats na het 
fileparkeren.
De ondersteuningsregeling kan niet worden 
gebruikt bij het wegrijden, aangezien er obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto of het wegrij-
den kan eenvoudig handmatig worden 
uitgevoerd. Controleer vóór het wegrijden of 
de omgeving veilig is.
“Pressure Applied  to Steering Wheel” 
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het 
stuurwiel wordt vastgehouden.
 Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. De ondersteuningsre-
geling treedt in werking.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot 
stilstand)
De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt 
gestart terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
Breng de auto tot stilstand en volg de aanwij-
zingen van het systeem om de ondersteu-
ningsregeling te starten.
MeldingSituatie/oplossing
“Park Assist Cancelled” (Parking 
Assist-systeem  uitgeschakeld)De bestuurder zet de selectiehendel in stand P of 
bedient de S-IPA-schakelaar terwijl de ondersteu-
ningsregeling in werking is.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens het zoeken van een par-
keerplaats in de modus fileparkeren hoger dan 30 
km/h.
“Narrow Space” (smalle ruimte)De ondersteuningsregeling wordt gestart in een 
gebied met smalle parkeerplaatsen.
“No Exit Direction Specified” (geen 
wegrijrichting geselecteerd)
De schakelstand wordt gewijzigd zonder dat de rich-
tingaanwijzerschakelaar is gebruikt om een wegrij-
richting te selecteren terwijl de modus parkeerplaats 
fileparkeren verlaten wordt gebruikt.
Volg de aanwijzingen van het systeem.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 359  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Wanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
“Wrong Direction” (onjuiste richting)
Wanneer de ondersteuningsregeling start, rijdt de 
auto in een richting die tegenovergesteld is aan de 
begeleiding.
 Volg de aanwijzingen van het systeem om naar 
voren te rijden.
“Cannot Reach Desired Position” (kan 
gewenste positie niet bereiken)
Het maximale aantal manoeuvres voor meerdere 
keermanoeuvres wordt bereikt tijdens de ondersteu-
ningsregeling of de beoogde parkeerplaats kan niet 
worden bereikt doordat de regeling wordt gebruikt op 
een weg met een steile helling.
Volg de aanwijzingen van de ondersteunings-
regeling en gebruik het systeem op een brede 
plaats waar geen steile hellingen zijn.
MeldingSituatie/oplossing
“Steering Wheel Turned” (stuurwiel 
gedraaid)
De bestuurder houdt het stuurwiel vast tijdens de 
ondersteuningsregeling.
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen 
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar 
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens de ondersteuningsrege-
ling hoger dan 7 km/h
Breng de auto tot stilstand en laat uw handen 
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar 
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Pressure Applied  to Steering Wheel” 
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en het 
stuurwiel stevig wordt vastgehouden.
 Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de 
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot 
stilstand)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en de auto 
rijdt.
 Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de 
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 360  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

367
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te 
voorkomen bij plotseling remmen of 
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat 
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een 
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres 
en het nemen van bochten op een glad 
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, 
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit 
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres 
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij 
het wegrijden met de auto of bij het 
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de 
buitenkant van de bocht uitwijkt door 
remregeling uit te oefenen op de wielen 
aan de binnenzijde wanneer tijdens het 
rijden in een bocht wordt geprobeerd te 
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische  stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om 
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten 
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties 
tijdens het rijden te verbeteren is 
uw auto uitgerust met de volgende 
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er 
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op 
deze systemen als u de auto 
bedient.
Overzicht van de 
ondersteunende systemen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 367  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM