5405-9. Bluetooth®-telefoon
COROLLA_TMUK_EE
Druk op de toets gesprek aannemen.
Druk op de toets gesprek beëindigen.
Druk op de toets gesprek aannemen.
Door weer op de toets gesprek aannemen te
drukken keert u terug naar het vorige
gesprek.
Verlagen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
Beantwoorden van een
oproep
Aannemen van de telefoon
Weigeren van een
telefoongesprek
Ontvangen van een oproep
terwijl u een telefoongesprek
voert
Aanpassen van het
beltoonvolume tijdens het
ontvangen van een oproep
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 540 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
541
5
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
Tijdens het tot stand brengen van een
gesprek, wanneer een gesprek wordt
ontvangen en tijdens een gesprek kan
een oproep worden doorgestuurd tus-
sen de mobiele telefoon en het sys-
teem. Gebruik een van de volgende
methoden:
a. Gebruik de mobiele telefoon.
Raadpleeg de handleiding van de mobiele
telefoon voor de bediening.
b. Druk op (TEL).*
*: Deze handeling kan alleen worden uitge-
voerd bij het doorschakelen van een tele-
foongesprek van de mobiele telefoon naar
het systeem tijdens een telefoongesprek.
Druk op (Mute) (dempen).
Druk op (Unmute) (dempen onge-
daan maken) om het dempen onge-
daan te maken. Deze handeling kan niet worden uitge-
voerd tijdens het rijden.
1
Druk op (0-9).
2 Draai de knop TUNE•SELECT om
het gewenste nummer te selecte-
ren.
3 Druk op de knop om het nummer te
bevestigen.
4 Druk op (Send) (versturen) om
tonen te versturen.
Door op (Back) (terug) te drukken blijft
het nummer behouden en wordt terugge-
keerd naar het vorige scherm.
Door op (Exit) (afsluiten) wordt het num-
mer gewist en wordt het scherm “Enter a
number” (een nummer invoeren) geopend.
Telefoonnummer met een p-karakter
Wanneer het p-karakter wordt gebeld
bij een uitgaand gesprek, volgt er een
pauze van 2 seconden voordat de vol-
gende cijfers automatisch worden
gebeld.
Telefoonnummer met een w-karak-
ter
Wanneer het w-karakter wordt gebeld
bij een uitgaand gesprek, dient u nog-
maals op (Send) (versturen) te
drukken om de volgende cijfers in te
voeren.
Deze handeling kan worden uitgevoerd
tijdens het rijden.
Voeren van een
telefoongesprek
Doorschakelen van een
telefoongesprek
Dempen van uw stemgeluid
Invoeren van tonen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 541 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5425-9. Bluetooth®-telefoon
COROLLA_TMUK_EE
U kunt het stemvolume dat de
gesprekspartner vanuit zijn luidspre-
kers hoort afstellen.
1 Druk op (Send vol) (uitgaand
volume).
2 Regel het volume met de knop
TUNE•SELECT. (-5 - +5) Verlagen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
■Tijdens het telefoongesprek
●Praat niet terwijl uw gesprekspartner praat.
●Stel het volume van de stem van uw
gesprekspartner laag in. Als het volume te
hoog staat, wordt de stemecho sterker.
■Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid 80 km/h of meer bedraagt,
wordt het volume automatisch verhoogd. Het
volume keert terug naar het niveau van de
vorige volume-instelling als de rijsnelheid
naar 70 km/h of minder daalt.
■Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mobiele telefoon zijn som-
mige functies mogelijk niet beschikbaar.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem uw stem mogelijk niet kan herken-
nen
●Tijdens het rijden op een hobbelige weg
●Tijdens het rijden met hoge snelheden
●Wanneer lucht uit de uitstroomopeningen
tegen de microfoon wordt geblazen
●Wanneer de ventilatoren van de airconditi-
oning veel geluid maken
Het uitgaande volume instellenInstellen van het
gespreksvolume
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 542 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
543
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
5-10.Bluetooth®
■Bij gebruik van
Bluetooth
®-audio/telefoon
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt
Bluetooth® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mobiel netwerk
• Het Bluetooth
®-apparaat is uitgeschakeld
• De batterij van het Bluetooth
®-apparaat is
onvoldoende geladen.
• Het Bluetooth
®-apparaat heeft geen ver-
binding met het systeem
• Het Bluetooth
®-apparaat bevindt zich ach-
ter de stoel of in het dashboardkastje of
de opbergmogelijkheid in de middencon-
sole, of het apparaat wordt afgedekt door
of staat in contact met metaal
Het kan enige tijd duren voordat ver-
binding is gemaakt met de mobiele
telefoon als tegelijkertijd via
Bluetooth
®-audio wordt afgespeeld.
Afhankelijk van het type draagbare
audiospeler dat is verbonden met
het systeem kunnen er verschillen in
de bediening zijn of kunnen
bepaalde functies niet beschikbaar
zijn.
Er kan niet worden gegarandeerd
dat dit systeem werkt met alle
Bluetooth
®-apparaten.
■Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initiali-
seert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. ( →Blz. 532)
■Over Bluetooth®
Bluetooth is een geregistreerd handels-
merk van Bluetooth SIG. Inc.
■Compatibele modellen
Het Bluetooth
®-audiosysteem onder-
steunt draagbare audiosystemen met
de volgende specificaties:
Bluetooth
®-specificaties: Versie 1.1
of hoger (aanbevolen: versie 4.1)
Profielen:
• A2DP (Advanced Audio Distribution-pro-
fiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: ver-
sie 1.3)
Dit is een profiel voor het versturen van ste-
reo-audiogeluid of geluid met een hoge kwa-
liteit naar het audiosysteem.
• AVRCP (Audio/Video Remote Con- trol-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevo-
len: versie 1.6)
Dit is een profiel voor de afstandsbediening
van de A/V-apparatuur.
Maar vergeet niet dat sommige functies
beperkt beschikbaar zijn, afhankelijk
van het type draagbare speler dat is
aangesloten.
Het handsfree-syst eem ondersteunt
mobiele telefoons met de volgende
specificaties:
Bluetooth
®-specificaties: Versie 2.0
of hoger (aanbevolen: versie 4.1
+EDR of hoger)
Bluetooth®
Overzicht
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 543 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5445-10. Bluetooth®
COROLLA_TMUK_EE
Profielen:
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of
hoger (aanbevolen: versie 1.7)
Dit is een profiel dat handsfree-telefoonge-
sprekken mogelijk maakt via de mobiele
telefoon of headset. Het heeft een functie
voor uitgaande en inkomende gesprekken.
• OPP (Object Push-profiel) versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens. Als een mobiele
telefoon met Bluetooth
®-ondersteuning
PBAP en OPP heeft, kan OPP niet worden
gebruikt.
• PBAP (Phone Book Access-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 544 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5947-1. Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels weg.
• Schakel de elektrisch bedienbare achter- klep uit. (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In bepaalde automatische wasstraten kan
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet
goed wordt gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 220)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 594 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
611
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
Auto's met een meter voor het rui-
tensproeiervloeistofniveau
Het ruitensproeiervloeistofniveau is
extreem laag.
Neem de dop van de opening, terwijl u
het gat in het midden van de dop met
uw vinger dichthoudt, en controleer het
vloeistofpeil in de slang.
Auto's zonder een meter voor het
ruitensproeiervloeistofniveau
Vul in de volgende situaties ruiten-
sproeiervloeistof bij:
Een sproeier werkt niet.
Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play.OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 611 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6247-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 715)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN. 4
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
5 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
6 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
7 Druk op of om “Set Pres-
sure” (ingestelde druk) te selecte-
ren. Houd vervolgens
ingedrukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning 3 keer
knippert.
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 624 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM