4604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 103, 105)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen • De Parking Support Brake is uitgescha-
keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( → Blz. 443). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden) een auto
niet signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
WAARSCHUWING
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Vervang een radarsensor opzij achter
uitsluitend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren opzij
achter beschadigd raken en houd de
radarsensoren en hun omgeving op de
bumper te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor opzij achter wordt blootgesteld
aan een krachtige schok, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed meer doordat
de sensor niet goed meer werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 460 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
461
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Vangrails, muren, verkeersborden, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare, stilstaande
objecten
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
■PKSB-zoemer
Als de Parking Support Brake is ingescha-
keld en de remregeling wordt uitgevoerd,
klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te
attenderen.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
de ventilatoren van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 461 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
4664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE Volg de op het display getoonde aanwijzin-
gen op en voer de aangegeven handelingen
uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een
display getoond waarop staat aangegeven
dat het rempedaal moet worden ingetrapt
om de rijsnelheid te regelen en dat u moet
controleren of de omgeving veilig is.
■Controlelampje S-IPA in het instrumen-
tenpaneel (
→Blz. 105)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het
stuurwiel automatisch wordt bediend door het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem.
Nadat de regeling wordt beëindigd, knippert
het controlelampje korte tijd en dooft het ver-
volgens.
■Pop-updisplay Toyota Parking
Assist-sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en de PKSB (Parking Sup-
port Brake) een obstakel signaleert,
verschijnt automatisch een pop-updisplay
van de Toyota Parking Assist-sensor op het
begeleidingsscherm ( →Blz. 433), ongeacht
of de PKSB (Parking Support Brake) is in- of
uitgeschakeld. ( →Blz. 434)
De ondersteuningsmodus wordt in de
volgende gevallen geannuleerd of
gestopt.
De ondersteuningsregeling wordt
geannuleerd wanneer
De functie voor het behoud van de
temperatuur van het systeem in wer-
king is
Er een systeemstoring is
Het systeem heeft bepaald dat de
omgeving van de parkeerplaats niet
geschikt is voor verdere ondersteu-
ning Pak wanneer de ondersteuningsrege-
ling wordt geannuleerd het stuurwiel
stevig vast, trap het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Begin nogmaals vanaf het begin, aan-
gezien het systeem al
geannuleerd is.
Wanneer u verdergaat met handmatig
parkeren, bedien dan het stuurwiel
zoals u dat normaal ook zou doen.
De ondersteuningsregeling wordt
gestopt wanneer
Het stuurwiel wordt bediend
De rijsnelheid wordt tijdens de
ondersteuningsregeling hoger dan 7
km/h
Het PKSB-systeem (Parking Sup-
port Brake) werkt
Wanneer de ondersteuningsregeling
wordt gestopt, kan deze weer worden
hervat door de aanwijzingen op het
scherm te volgen.
■Als de rijsnelheid hoger dreigt te wor-
den dan de snelheidslimiet tijdens de
ondersteuningsregeling
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een
melding dat de mogelijkheid bestaat dat de
rijsnelheid de snelheidsli miet zal overschrij-
den. Trap, wanneer de melding wordt weer-
gegeven, het rempedaal direct in om te
decelereren. Als de auto blijft accelereren,
wordt de ondersteuningsregeling onderbro-
ken wanneer de rijsnelheid een bepaalde
snelheid overschrijdt. (→ Blz. 485)
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 466 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
493
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control in
werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/Trailer Sway Control
in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Tractiecontrole UIT” wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 493 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
495
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem zijn uitgeschakeld, worden
deze automatisch opnieuw ingeschakeld in
de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wordt gereduceerd om het sys-
teem tegen oververhitting te beschermen als
er gedurende langere tijd veel stuurbewegin-
gen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de
besturing zwaar aanvoelen. Draai, als dat het
geval is, niet overmatig aan het stuur of
breng de auto tot stilstand en schakel de
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 495 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
■Controlelampje (waarschu wingszoemer) PKSB OFF
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-sen-
sor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sen-
sor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 435)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traf-
fic Alert)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, enz.
( → Blz. 429)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 442)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sen-
sor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 452, 662)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 658 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6608-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
■Controlelampje Brake Ho ld-systeem in werking
■Controlelampje iMT
■Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcon-
trolelampje branden als de brandstoftank
geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank
onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcon-
trolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt
of de spanning tijdelijk daalt, kan het waar-
schuwingslampje van de elektrische stuurbe-
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: →Blz. 664, 681
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de iMT
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 660 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6928-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem) (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre- geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 692 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM