597
7
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in het interieur van
de auto.
Anders kunnen de elektrische onderde-
len en dergelijke defect raken of vlam
vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden. (
→Blz. 36)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader (→ Blz. 586)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat kan
leiden tot brandwonden of een elektri-
sche schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine en
alcohol
OPMERKING
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bekleding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. ( →Blz. 343)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Hierdoor kun-
nen de verwarmingsdraden en antenne
beschadigd raken. Veeg de ruit voor-
zichtig schoon met een doek en lauw
water. Veeg de ruit schoon in dezelfde
richting als de verwarmingsdraden en
antenne.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden en de antenne.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 597 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6448-1. Belangrijke informatie
COROLLA_TMUK_EE
8-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten langere tijd
worden gebruikt terwijl de motor niet draait,
kan de accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geactiveerd
of bij een harde aanrijding van achteren
worden de alarmknipperlichten automa-
tisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na onge-
veer 20 minuten automatisch uitgescha-
keld. Druk twee keer op de schakelaar om
de alarmknipperlichten handmatig uit te
schakelen.
(De alarmknipperlichten worden mogelijk
niet automatisch ingeschakeld, afhankelijk
van de kracht en de omstandigheden van
de aanrijding.)
1 Trap het rempedaal met beide voe-
ten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de auto tot stilstand te bren-
gen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N
staat
3 Zet na het afremmen de auto stil op
een veilige plaats langs de weg.
4 Zet de motor uit.
Als de selectiehendel niet in stand N
kan worden gezet
3 Blijf het rempedaal met beide voe-
ten intrappen om de rijsnelheid van
de auto zo veel mogelijk af te rem-
men.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders te
waarschuwen wanneer de auto tot
stilstand moet worden gebracht,
bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodge-
vallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier
stilgezet kan word en, als volgt tot
stilstand:
De auto tot stilstand brengen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 644 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
Volg onderstaande procedure om de
motor te herstarten als het systeem
geactiveerd is.
1 Zet het contact in stand ACC of UIT.
2 Start de motor opnieuw.
Uitschakelsysteem
brandstofpomp
Het uitschakelsysteem van de
brandstofpomp onderbreekt de
brandstoftoevoer naar de motor
om de kans op brandstoflekkage
te verkleinen als de motor afslaat
of als een airbag wordt geacti-
veerd als gevolg van een aanrij-
ding.
Opnieuw starten van de motor
OPMERKING
■Vóór het starten
Controleer de grond onder de auto.
Als er brandstoflekkage waarneembaar is,
is het waarschijnlijk dat het brandstofsys-
teem beschadigd is en reparatie behoeft.
Start de motor niet opnieuw.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 652 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
■Laadstroomcontrolelampje
■Waarschuwingslampje lage oliedruk* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
■Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto
→Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de motoroliedruk extreem laag is
→Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het elektronische motorregelsysteem;
De elektronische smoorklepregeling;
Het elektronische regelsysteem Mu ltidrive CVT (indien aanwezig)
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 654 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6808-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
●Plak de waarschuwi ngssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
●Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbron-
nen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 680 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
735Alfabetische index
COROLLA_TMUK_EE
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde weergave ....................... 121
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ............... 121, 124
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 45
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 492 Waarschuwingslampje ...................... 655
ACA (Active Cornering Assist) ............ 493
Accessoireaansluiting ......................... 585
Accu Accu controleren ............................... 609
Als de accu ontladen is ..................... 697
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 497
Waarschuwingslampje ...................... 654
Achterklep ............................................. 206
Achterlichten
Lichtschakelaar ................................. 326
Lampen vervangen ........................... 639
Achterruitenwisser ............................... 339
Achterruitverwarming Buitenspiegels ........................... 558, 564
Achterruit ................................... 558, 564
Voorruit ...................................... 558, 563
Achterstoelen ....................................... 274
Hoofdsteunen .................................... 276
Stoelverwarming ............................... 568
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen ........................... 639
Actieradius .................................... 119, 120
Active Cornering Assist (ACA)............ 493
Actueel brandstofverbruik................... 119
Adaptive High Beam-systeem ............. 332
Afdekplaat ............................................. 577
Afmetingen............................................ 708
Afstand .................................................. 122
Afstand tot de motorolie moet worden ververst ......................... 108, 114
Afstandsbediening Energiebesparende functie ............... 220
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 134
Batterij vervangen ............................. 632 Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 45
Voorwaarden voor activering
van airbags ....................................... 38
Voorzorgsmaatregelen airbag
voor kinderen ................................... 40
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 38
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags ............................................. 40
Algemene voorzorgs maatregelen airbags......................... 40
Plaats van airbags .............................. 36
Wijzigingen aan en
afvoeren van airbags ........................ 42
Voorwaarden voor activering
side airbags ...................................... 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 40
Voorwaarden voor activering van de side airbags en curtain airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 40
Airbags................................................ 36
Waarschuwingslampje SRS.............. 654
Airconditioning Interieurfilter ...................................... 630
Automatische airconditioning ............ 561
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 566
Handmatig bediende airconditioning ................................ 556
Alarm Alarm .................................................. 99
Waarschuwingszoemer..................... 653
Alarmknipperlichten ............................ 644
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ................................... 218
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 492 Waarschuwingslampje ...................... 655
Antidiefstalsysteem
Alarm .................................................. 99
Supervergrendeling ............................ 98
Startblokkering .................................... 81
Armsteun .............................................. 591
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 735 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
737Alfabetische index
COROLLA_TMUK_EE
C
CD-speler .............................................. 508
Claxon ................................................... 278
Condensor ............................................ 609
Consolevak ........................................... 575
Contactslot (startknop) ................ 308, 310Auto power off-functie ....................... 313
Wijzigen van de standen van het contact ...................................... 312
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden gebracht ...... 644
Contactslot.................................... 308, 310 Auto power off-functie ....................... 313
Wijzigen van de standen van het contact ...................................... 312
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden gebracht ...... 644
Controlelampje veiligheidsgordel....... 656
Controlelampjes ................................... 105
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control.......... 389
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik........... 378
Waarschuwingsmelding .................... 401
Curtain airbags ....................................... 36
D
Dagrijverlichting Lampen vervangen ........................... 639
Dagrijverlichting ................................... 326
Dagtellers ...................................... 108, 114
Dashboardkastje .................................. 574
Derde remlicht Lampen vervangen ........................... 639
Disc met MP3-bestanden ..................... 508
Disc met WMA-bestanden ................... 508
Draadloze lader..................................... 586
Draaiknop koplampverstelling ............ 328
Dynamic Radar Cruise Control ........... 389
Waarschuwingsmelding .................... 398
Dynamic Radar Cruise Control ........... 389
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik............ 378Waarschuwingsmelding .................... 387 Dynamic Radar Cruise
Control-systeem (Dynamic
Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik) ................. 378
E
eCall ........................................................ 69 Toets SOS........................................... 69
ECO-controlelampje ............................ 120
ECO-indicator ............................... 120, 127
Elektrisch bedienbaar dakzonneschermKlembeveiliging................................. 287
Bediening .......................................... 285
Elektrisch bedienbare ruiten Aan portierslot gekoppelde werking ruiten ................................. 284
Klembeveiliging................................. 283
Werking ............................................. 283
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 285
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ................................................... 493Waarschuwingslampje ...................... 655
Elektronische sleutel ........................... 132 Energiebesparende functie ............... 220
Als de elektronische sleutel niet goed werkt ............................... 695
Batterij vervangen ............................. 632
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging)........................... 493Waarschuwingslampje ...................... 655
F
Fleshouders.......................................... 574
Follow Me Home-systeem ................... 327
G
Gemiddeld brandstofverbruik............. 119
Gemiddelde rijsnelheid ....................... 122
Gereedschap ................................ 666, 682
Gewicht ................................................. 708
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 737 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
738Alfabetische index
COROLLA_TMUK_EE
H
Haken Bagagehaken .................................... 576
Kledinghaakjes .................................. 592
Tashaken ........................................... 576
Bevestigingshaken (vloermat) ............. 30
Handgeschakelde transmissie ............ 317 Schakeladviesindicator ..................... 319
iMT .................................................... 318
Handgrepen .......................................... 591
Handmatig bediende airconditioning ................................... 556
Handsfree-systeem (voor mobiele telefoon) ..................... 539
Head-up display.................................... 124 Displayzone rij-informatie .................. 124
Displayzone ondersteunend systeem .......................................... 126
ECO-indicator.................................... 127
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave..................... 124
Aan navigatiesysteem gekoppelde displayzone ................. 126
Pop-updisplay ................................... 126
Instellingen ........................................ 125
Hendel
Veiligheidshaak ................................. 602
Ontgrendelingshendel motorkap ....... 602
Selectiehendel........................... 314, 317
Richtingaanwijzerschakelaar............. 320
Ruitenwisserhendel ........................... 336
Hill Start Assist Control ....................... 493
Hoofdsteunen ....................................... 276
I
Identificatie
Motor ................................................. 710
Auto ................................................... 709
Indicatiesysteem motorolie verversen ............................................ 607
Initialisatie
Indicatiesysteem motorolie verversen ........................................ 607
Te initialiseren onderdelen ................ 729
Elektrisch bedienbare ruiten .............. 283
Bandenspannings- waarschuwingssysteem .................. 624 Instapverlichting .................................. 571
Instrumentenpaneel
Klok ............................................ 107, 111
Controlelampjes ................................ 105
Dimmer dashboardverlichting ... 108, 114
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel ........................ 118
Tellers ........................................ 107, 111
Multi-informatiedisplay ...................... 117
Instellingen........................................ 122
Waarschuwingslampjes .................... 653
Waarschuwingsmelding .................... 662
Intercooler ............................................ 609
Interieurfilter ......................................... 630
Interieurverlichting .............................. 570 Interieurverlichting voor .................... 570
Interieurverlichting achter ................. 570
Vermogen ......................................... 717
K
KentekenplaatverlichtingLichtschakelaar ................................. 326
Lampen vervangen ........................... 639
Wattage............................................. 717
Kilometerteller .............................. 108, 114
Kindersloten ......................................... 205
Kledinghaakjes..................................... 592
Klembeveiliging Elektrisch bedienbaar
dakzonnescherm ............................ 287
Panoramadak ................................... 287
Elektrisch bedienbare achterklep...... 214
Elektrisch bedienbare ruiten ............. 283
Klok ................................ 107, 109, 111, 115
Knie-airbags ........................................... 36
Knop wijzigen weergave ............. 108, 114
Koelsysteem ......................................... 608 Oververhitting van de motor ............. 702
Koelvloeistof
Capaciteit .......................................... 712
Controle ............................................ 608
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter....................... 497
Koelvloeistof intercooler Inhoud ............................................... 712
Controle ............................................ 608
Koelvloeistoftemperatuurmeter...107, 111
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 738 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM