Page 408 of 810

4074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
gebruikt
● Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op
het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.
● De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik biedt ondersteu-
ning bij het rijden om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert:
→ blz. 421
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt:
→ blz. 422
● Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersintensi-
teit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bestuurder is verantwoor-
delijk voor het controleren van de ingestelde snelheid.
● Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde sta-
tus van de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status.
Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschat-
ten en veilig rijden. Volledig vertr ouwen op het systeem of aannemen dat het sys-
teem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met
ernstig letsel als gevolg.
● Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik uit met de
toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 40 7 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 409 of 810

4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking to t de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
● De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik dient alleen ter
ondersteuning van de bestuurder bij het bepalen van de volgafstand tussen de
eigen auto en een bepaalde voorligger. Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos
of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht. Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder zelf de
omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
● De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik bepaalt of de volg-
afstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd
bereik ligt. Het systeem kan geen andere beoordelingen maken. Het is daarom
strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft en inschat of een situatie mogelijk gevaarlijk
is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik heeft geen functies
om aanrijdingen met een voorligger te voorkomen of vermijden. Daarom dient u
wanneer er gevaar dreigt direct de controle over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle betrokkenen te garanderen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 40 8 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 410 of 810

4094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
WAARSCHUWING
■Situaties waarin de Dynamic Radar Crui se Control met volledig snelheidsbereik
niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik niet in de
volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radar of de camera voor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
● Als er vaak een naderin gswaarschuwing hoorbaar is
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 40 9 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 412 of 810

4114-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de
snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, scha-
kelt het systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het sys-
teem regelt de snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft
ingesteld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet
genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er
een naderingswaarschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem
stilgezet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt het volgen van de auto hervat
wanneer u de hendel van de cruise control omhoog beweegt of het gaspedaal
intrapt (bediening om weg te rijden). Als de bediening om weg te rijden niet wordt
uitgevoerd, zorgt de regeling van het systeem ervoor dat uw auto stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger
een rijstrook opschuift om in te halen, zal de auto accelereren zodat een voertuig
op de andere rijstrook sneller kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is
mogelijk alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder
links of rechts) Als de auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan
de andere kant bevindt dan waar de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk
wanneer de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de tegengestelde richting
van de rijstrook voor inhalen (bijv. als de bestuurder normaal rijdt in een regio waar
de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de bestuurder rijdt nu in een
regio waar de rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de auto mogelijk
als de richtingaanwijzer rechts wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 41 1 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 413 of 810
4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Druk op de toets ON-OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over
op de constante-snelheidsregelmo-
dus. (→blz. 417)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 30 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 41 2 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 416 of 810
4154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Druk de hendel omhoog als uw voor-
ligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal intrapt
wanneer uw voorligger begint te rij-
den.Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het sys-
teem, wordt de snelheidsinstelling niet
geannuleerd als het rempedaal wordt
ingetrapt.)
Als u de hendel omhoog drukt, wordt de cruise control hervat en wordt de
ingestelde snelheid hervat.
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem (afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 41 5 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 417 of 810
4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als een
andere bestuurder vóór u invoegt ter-
wijl u een voorligger volgt. Trap het
rempedaal in om voldoende afstand
tot uw voorligger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven
als de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
● Als de voorligger extreem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 41 6 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM
Page 418 of 810

4174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de auto
met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen.
Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed
werkt als gevolg van een vuile radar.Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF is
gedrukt, gaat het controlelampje Dyna-
mic Radar Cruise Control branden.
Vervolgens gaat het controlelampje
cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen mogelijk
als de hendel wordt bediend terwijl de
cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 30 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →blz. 413
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →blz. 415
Selecteren van de cons tante-snelheidsregelmodus
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book Page 41 7 Wednesday, June 10, 2020 12:21 PM