
5836-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
Wassen in de wasstraat
●Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een wasstraat gebruik-
maakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
● Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waardoor de lak van uw auto wordt beschadigd.
● In sommige autowasserettes wordt de achterspoiler mogelijk niet gereinigd. Ook
bestaat er mogelijk een verhoogde kans op schade aan de auto.
■ Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de portieren of de ruiten en blijf er niet langdu-
rig op spuiten, omdat er anders water in het interieur terecht kan komen.
■ Opmerkingen voor auto's met Sm art entry-systeem en startknop
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
● Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
● Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →blz. 205)
■ Velgen en wieldoppen (auto's zo nder matzwart gespoten velgen)
● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
● Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na het
rijden of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn 
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 58 3  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

5846-1. Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E■
 Lichtmetalen velgen (auto's  met matzwart gespoten velgen)
Voor matzwart gespoten velgen moeten andere reinigingsmethoden worden gebruikt
dan voor conventionele lichtmetalen velgen. Let op de onderstaande zaken. Neem
voor meer informatie contact op met een er kende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Verwijder vuil met water. Als de velgen bijzonder vuil zijn, gebruik dan een spons of
een zachte doek licht bevochtigd met een verdund neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Als u een reinigingsmiddel gebruikt, spoel het dan onmiddellijk weg met water.
Gebruik vervolgens een zachte doek om de velg droog te deppen.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de matzwarte lak tegen
beschadiging te beschermen:
• Boen of poets de velgen niet met een borstel of een droge doek.
• Gebruik geen velgcoatings of reinigingsmiddelen met een schurende werking.
• Selecteer bij het wassen van de auto in een wasstraat niet de velgenreinigings-
functie (als deze optie beschikbaar is).
■ Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
■ Verchroomde delen (indien aanwezig)
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge, schone doek.
● Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes o.i.d. om olieresten te verwijderen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 58 4  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

6136-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
6
Onderhoud en verzorging
Vul in de volgende situaties ruitensproeiervloeistof bij:
●Een sproeier werkt niet.
● Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play. (indien aanwezig)
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ru itensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het  hybridesysteem warm is of nog werkt.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■ Vul het reservoir uitsluitend  met ruitensproeiervloeistof 
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof. 
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water. 
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven tempera-
turen voor de juiste mengverhouding.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 61 3  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

6206-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage ban-
denspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuur-
der door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (→blz. 687)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssen-
soren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregis-
treerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registre-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ( →blz. 622)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspannings-
waarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 62 0  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

6216-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
6
Onderhoud en verzorging
■Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude banden.
( →blz. 768)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in koude toe-
stand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Druk op  < of >  van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
om  te selecteren. 
( →blz. 168)
Druk op  ∧ of  ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
om “Voertuiginstellingen” te selecteren en druk vervolgens op   om
het menu weer te geven.
Druk op  ∧ of  ∨ van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel om
 te selecte-
ren en druk vervolgens op  .
Druk op  ∧ of  ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
om SET te selecteren en houd vervolgens   ingedrukt.
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay en knippert het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer.
1
2
3
4
5
6
7
8
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 62 1  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

6446-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
Plaats het filter op de kap.Maak het filter vast aan de 2
klemmen zoals aangegeven in
de afbeelding. 
Maak de klem vast om het filter
te plaatsen.
Zorg ervoor dat het filter niet geknikt of
verbogen wordt bij het plaatsen.
Plaats de kap op de ventilatieope-
ning.Plaats de gesp van de kap zoals
aangegeven in de afbeelding.
Druk de afdekkap aan om de 5
klauwen vast te zetten.
Plaats de clip.
6
7
8
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 64 4  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

7117-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
7
Bij problemen
Vul de band tot de voorgeschreven 
bandenspanning bereikt is.De bandenreparatievloeistof 
wordt ingespoten, de druk loopt 
op en daalt vervolgens geleide-
lijk.
De bandenspanningsmeter 
geeft ongeveer 1 minuut (5 
minuten bij lage temperaturen) 
nadat de schakelaar aan is 
gezet de werkelijke banden-
spanning weer.
Vul de band tot de voorgeschre-
ven bandenspanning.
• Als de bandenspanning nogsteeds lager is dan voorgeschre-
ven nadat de schakelaar 35
minuten aan staat, is de band te
veel beschadigd om nog gerepa-
reerd te worden. Schakel de
compressor uit en neem contact
op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
• Laat wat lucht ontsnappen wanneer de bandenspanning de voorgeschreven
waarde overschrijdt. ( →blz. 715, 768)
15
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 71 1  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM 

7407-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Activeer de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop
zoals u normaal doet bij het uitschakelen van het hybridesysteem.
■ Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is. 
(→ blz. 647)
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarm systeem is ingeschakeld. (→blz. 145)
■ Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap   hierboven op de startknop. Het hybride-
systeem wordt niet ingeschakeld en de stand  verandert iedere keer dat de knop wordt
ingedrukt. ( →blz. 302)
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry -systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in. 
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: → blz. 772)
● Controleer of de energiebespaarmodus is ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. 
(→ blz. 205)
WAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de zijruit en de
sponning. Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen door kinderen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te
zitten door het bedienen van de elektrisch bedienbare ruit.
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10701E.book  Page 74 0  Wednesday, June 10, 2020  12:21 PM