168
Audiosysteem
begin van het menu te gaan en dat de gewenste
sortering te kiezen (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig dit om naar het gewenste nummer te
gaan.
De softwareversie van het audiosysteem is mogelijk niet geschikt voor gebruik met de
generatie van uw Apple
®-player.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan
de handsfree set mag om
veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze
handeling de volledige aandacht van de
bestuurder vraagt uitsluitend worden uitgevoerd
als het voertuig stilstaat.
Activeer de Bluetooth
®-functie van uw telefoon en
zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is (configuratie van
de telefoon).
Druk op de toets "Telefoon". Als er nog geen mobiele telefoon aan het
systeem is gekoppeld, wordt een speciale pagina op
het scherm weergegeven.
* Als uw telefoon volledig compatibel met het systeem is.
Selecteer "De telefoon verbinden" om de koppelprocedure te starten en de naam van
het systeem op de mobiele telefoon te zoeken.
Voer de pincode op het scherm van het systeem via
het toetsenbord van uw telefoon in of bevestig de
weergegeven pincode op de mobiele telefoon.
Tijdens het koppelen wordt er een pagina
weergegeven waarop de voortgang wordt
weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid, wordt er een pagina met
" Verbinding geslaagd" op het scherm
weergegeven:
Bevestig om de menu's weer te geven.
Met name het telefoonmenu biedt toegang tot de volgende functies: "Lijst. met
oproepen", "Contactpersonen"*, "Num.
toetsenbord".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
een pop-upvenster op het scherm.
Druk op deze toets om het gesprek aan te nemen.
Of druk op deze stuurwieltoets om het gesprek te weigeren.
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een gesprek te weigeren.
Bellen
Selecteer "Lijst van oproepen" voor toegang tot de laatst gekozen nummers.
Selecteer "Contactpersonen" voor toegang tot uw lijst met contactpersonen en navigeer
daarna met de knop.
Als u een nummer wilt bellen, gebruik "Num. toetsenbord" in het systeem.
Configuratie
Systeeminstellingen
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Systeeminstellingen" en druk
dan op deze toets om de lijst met instellingen
te bekijken en opties in of uit te schakelen:
–
"Standaardwaarde herstellen"
–
"20 min. vertraging voor uitschakelen"
–
"Laag volume bij opstarten"
–
"Automatisch"
Audio
Druk op de toets "MENU".
177
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Het systeem is geschikt voor externe USB-geluidsdragers, Blackberry's® of
apparatuur van Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten (kabel
niet meegeleverd).
Toestelbeheer vindt plaats via de regelingen van
de autoradio.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met een
kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug op de
AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd zijn
naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of twee
Apple
®-spelers), werkt het systeem niet. Het is
wel mogelijk om tegelijkertijd een USB-stick en
een Apple
®-speler aan te sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de originele USB-kabels van Apple®.
Audio via Bluetooth® streamen
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op de telefoon via de audio-
installatie in het voertuig af te spelen. Schakel de Bluetooth
®-functie op het apparaat in.Druk op "MEDIA".
Als een mediabron actief is, druk op de toets
" Bron".
Selecteer de mediabron "Bluetooth®" en
druk vervolgens op de toets "Apparaat
toevoegen".
Als er nog geen enkel apparaat met het systeem
is gekoppeld, wordt een speciale pagina op het
scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om de koppelprocedure te starten
en de naam van het systeem op het apparaat te
zoeken.
Selecteer de naam van het systeem op het apparaat
en, wanneer het audiosysteem daarom vraagt, voert
u de pincode in die op het scherm van het systeem
wordt weergegeven of bevestigt u de pincode op het
apparaat.
Tijdens het koppelen wordt er een pagina op het
scherm weergegeven waarop de voortgang wordt
weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan
om de Bluetooth
®-functie op het apparaat uit te
schakelen en weer in te schakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid, wordt
een schermpagina weergegeven:
–
als u "Ja" antwoordt, wordt het Bluetooth®-
audioapparaat als favoriet opgeslagen (het apparaat
heeft prioriteit boven andere apparaten die later
worden gekoppeld).
–
als u "Nee" antwoordt, wordt de prioriteit
bepaald door de volgende van koppelen. Het laatst
gekoppelde apparaat heeft de hoogste prioriteit.
Op sommige Bluetooth®-apparaten kunt u
niet met alle categorieën in het systeem
door nummers en informatie op de telefoon
bladeren.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd)
aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U kunt
het sorteren aanpassen door eerst naar het
begin van het menu te gaan en dat de gewenste
sortering te kiezen (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig dit om naar het gewenste nummer te
gaan.
De softwareversie van het audiosysteem is mogelijk niet geschikt voor gebruik met de
generatie van uw Apple
®-player.
Navigatie
Druk op N AV en daarna in het midden of
onderaan het scherm om de instellingen en
navigatiemenu’s weer te geven: