Spraakherkenning
•Voor de beste prestatie stelt u de achteruit-
kijkspiegel zo in dat er ten minste 1 cm
afstand is tussen het dakpaneel (indien aan-
wezig) en de spiegel.
•Wacht altijd op de pieptoon voor u begint
spreken.
•Spreek gewoon zonder te pauzeren, net
alsof u een gesprek voert met iemand die
een meter of twee van u vandaan zit.
•Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt
tijdens de spraakherkenningstraining.
•De spraakherkenning werkt het best:
•als de aanjager op laag of in de midden-
stand staat afgesteld,
•bij lage tot matige snelheid van het voer-
tuig,
•bij weinig weglawaai,
•bij een gelijkmatig wegdek,
•met volledig dichte ramen,
•bij droge weersomstandigheden.•Ofschoon het systeem ontworpen is voor
sprekers van Brits Engels, Nederlands,
Frans, Duits, Italiaans of Spaans is het mo-
gelijk dat het systeem niet altijd werkt.
•Tijdens het navigeren door een geautomati-
seerd systeem, zoals voicemail, of wanneer
u een pieper oproept, moet u erop letten dat
u aan het einde van de gesproken reeks het
woordZendenzegt.
•Het is raadzaam namen in het telefoonboek
op te slaan als het voertuig niet in beweging
is.
•Het is niet raadzaam om namen die het-
zelfde klinken op te slaan in het Uconnect-
™Phoneboek.
•De herkenning van de namen in het
Uconnect™ Phoneboek (zowel gedown-
loade als in de telefoon opgeslagen namen)
verloopt het beste als de namen niet op
elkaar lijken.
•Nummers moeten als losse cijfers worden
ingesproken. “800” moet uitgesproken wor-
den als “acht-nul-nul”, niet als “achthon-
derd”.•U kuntO(de letterO) zeggen in plaats
van0(nul).
•Hoewel voor internationale gesprekken de
meeste cijfercombinaties worden onder-
steund, is het mogelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
•In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Geluidskwaliteit achterin
•De geluidskwaliteit is het beste:
•als de aanjager op laag of in de midden-
stand staat afgesteld,
•bij lage tot matige snelheid van het voer-
tuig,
•bij weinig weglawaai,
•bij een gelijkmatig wegdek,
•met volledig dichte ramen,
•bij droog weer en
•bij bediening vanuit de bestuurdersstoel.
80
•De geluidskwaliteit, zoals de helderheid,
echo en dynamiek, is in hoge mate afhanke-
lijk van de gebruikte telefoon en het netwerk,
en niet van de Uconnect™ Phone.
•Echo bij de ontvanger van het telefoongeluid
achterin kan soms worden beperkt door de
geluidsterkte in het voertuig te verminderen.
•In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie “Telefoonboek auto-
matisch downloaden” ondersteunt, kan de
Uconnect™Phone een lijst tonen van uw uit-
gaande, ontvangen en gemiste oproepen.
SMS
De Uconnect™Phone kan nieuwe berichten
lezen of verzenden op uw telefoon.Berichten lezen
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt terwijl uw
telefoon is aangesloten op de Uconnect-
™Phone, volgt er een melding om u te waar-
schuwen dat u een nieuw tekstbericht hebt
ontvangen. Ga als volgt te werk om het nieuwe
bericht te beluisteren:
•Druk op de knop
.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uSMS lezenofBe-
richten lezen.
•De Uconnect™Phone speelt het volgende
tekstbericht voor u af.
Nadat u een bericht hebt gelezen, kunt u het
met de Uconnect™Phone “Beantwoorden” of
“Doorsturen”.
Berichten verzenden:
U kunt berichten verzenden met de Uconnect-
™Phone. Ga als volgt te werk om een nieuw
bericht te verzenden:
•Druk op de knop
.•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uSMS zendenof
Berichten zenden.
•U kunt nu het te verzenden bericht inspre-
ken, of u kunt zeggen:Berichten weerge-
ven. Er zijn 20 vooraf ingestelde berichten.
Als u een bericht wilt verzenden, drukt u op de
toets
terwijl het bericht wordt weergege-
ven door het systeem en zegt uVerzenden.
De Uconnect™Phone vraagt u de naam of het
nummer te zeggen van de persoon waaraan u
het bericht wilt zenden.
Overzicht van de vooraf ingestelde berichten:
1. Ja
2. Nee
3. Waar ben je?
4. Ik heb meer routegegevens nodig.
5. LOL
81
6. Waarom
7. Ik hou van je
8. Bel me
9. Bel me straks
10. Bedankt
11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je al aangekomen?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Voorlopig tot ziens
18. Wanneer kunnen we elkaar ontmoeten
19. Zend me je telefoonnummer
20. Begin zonder mijWaarschuwing voor inkomende
SMS-berichten in-/uitschakelen
Als u de waarschuwing voor inkomende SMS-
berichten uitschakelt, zal het systeem geen
melding afgeven wanneer een nieuw bericht
binnenkomt.
•Druk op de knop
.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uInstellen, waarschu-
wing inkomend bericht”. Vervolgens krijgt u
de mogelijkheid deze instelling te wijzigen.
Communicatieverbinding Bluetooth
De verbinding tussen mobiele telefoons en de
Uconnect™ Phone kan soms verloren gaan.
Als dit gebeurt, kunt u de verbinding gewoon-
lijk opnieuw tot stand brengen door de mobiele
telefoon uit en weer in te schakelen. Het is
raadzaam op uw mobiele telefoon de stand
BluetoothAAN ingeschakeld te laten.Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van OFF naar ON of
ACC heeft geschakeld of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien seconden
wachten voordat u het systeem kunt gebruiken.
82
•Tutorial(handleiding)
•Voice Training(stemtraining)
OPMERKING:
Denk eraan dat u eerst op de
spraakherkenningstoets
moet druk-
ken en op de pieptoon moet wachten voor-
dat u kuntinbrekendoor opdrachten in te
spreken.
StemtrainingAls het herkennen van uw gesproken opdrachten
of telefoonnummers door de Uconnect™ Phone
op problemen stuit, kunt u de functie Stemtrai-
ning van de Uconnect™ Phone gebruiken.
1. Druk op de spraakherkenningstoets
en zegSystem setup(systeeminstellingen).
Nadat het instellingenmenu van het systeem is
geopend, zegt uVoice Training(stemtrai-
ning). Hiermee kunt u het systeem laten wen-
nen aan uw stem, zodat het herkennen beter
zal verlopen.
2.
Herhaal de woorden en zinnen als de
Uconnect™ Phone daarom vraagt. Voor de beste
resultaten dient de Spraaktrainingsessie te wor-den verricht als het voertuig geparkeerd staat
met de motor aan, alle ramen dicht en met de
aanjager uit. Deze procedure kan herhaald wor-
den met een nieuwe gebruiker. Het systeem past
zich alleen aan aan de laatst getrainde stem.
STOELENDe stoelen vormen een belangrijk onderdeel
van het veiligheidssysteem voor inzittenden
van deze auto.
WAARSCHUWING!
•Het is gevaarlijk om tijdens het rijden per-
sonen te vervoeren in de bagageruimte,
zowel binnen als buiten de auto. Bij een
aanrijding lopen personen in de bagage-
ruimte een groter risico om ernstig of zelfs
dodelijk gewond te raken.
•Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen en
autogordels. Bij een aanrijding lopen per-
sonen in de bagageruimte een groter risico
om ernstig of zelfs dodelijk gewond te
raken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Zorg dat iedereen in uw auto een stoel
heeft en de autogordel op de juiste wijze
heeft omgedaan.
Elektrische stoelverstelling — indien
aanwezig
Sommige modellen zijn uitgevoerd met een
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel. De
schakelaar voor de stoelverstelling bevindt
zich onder aan de zijkant van de zitting, aan de
portierzijde. Met de voorste schakelaar schuift
u de stoel omhoog, omlaag, naar voren of naar
achteren of kunt u de rugleuning kantelen.
Schakelaar elektrische stoelverstelling
90
Auto Unlock On Exit - Automatisch
ontgrendelen bij verlaten auto
Als ON is geselecteerd, worden alle portieren
van de auto ontgrendeld wanneer het bestuur-
dersportier wordt geopend nadat de auto tot
stilstand is gekomen (handgeschakelde ver-
snellingsbak) of de auto tot stilstand is geko-
men met de versnellingsbak in de stand PARK
of NEUTRAL (automatische versnellingsbak).
Houd de toets SELECT ingedrukt in dit display
totdat “ON” of “OFF” verschijnt om uw keuze te
maken.
RKE Unlock Driver’s Door 1st (Eerst
bestuurdersportier op afstand
ontgrendelen)
Als Driver’s Door 1st is geselecteerd, ontgren-
delt alleen het bestuurdersportier bij de eerste
druk op de ontgrendelknop van de afstandsbe-
diening; een tweede keer indrukken is nodig
om de overige vergrendelde portieren te ont-
grendelen. Als Remote Unlock All Doors wordt
geselecteerd, ontgrendelen alle portieren bij
de eerste keer indrukken van de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening. Houd de toetsSELECT op dit scherm ingedrukt totdatDri-
ver’s Door 1stofAll Doorsverschijnt om uw
keuze te maken.
Flash Lights with Lock - Lichten knipperen
bij vergrendelen
Als u ON selecteert, knipperen de richtingaan-
wijzers voor en achter wanneer u de portieren
vergrendelt of ontgrendelt met de afstandsbe-
diening. Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij vergrendelen.
Houd de toets SELECT ingedrukt in dit display
totdat “ON” of “OFF” verschijnt om uw keuze te
maken.
Headlamp Off Delay - Vertraagd uitgaan
koplampen
Als deze functie is geselecteerd, kan de be-
stuurder kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 30, 60 of 90 seconden blijven branden of
direct doven. Houd de toets SELECT ingedrukt
in dit display totdat 0, 30, 60 of 90 verschijnt om
uw keuze te maken.Key Off Power Delay - Stroom blijft aan na
uitschakelen contact
Als deze functie is ingeschakeld, blijven de
schakelaars voor de elektrische raambedie-
ning, de radio, de Uconnect™ Phone, de elek-
trische schuifdakbediening en de aansluitcon-
tacten voor accessoires nog 10 minuten lang
werkzaam nadat het contact is uitgezet. Door
het openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. Houd de toets SELECT
ingedrukt in dit display totdat “OFF”, “45 sec.”,
“5 min.” of “10 min.” verschijnt om uw keuze te
maken.
Turn headlights on with Remote Key
Unlock (Koplampen aan bij automatisch
ontgrendelen)
Als deze functie is geselecteerd, gaan de kop-
lampen maximaal 90 seconden branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld met de
afstandsbediening. Houd de toets SELECT in-
gedrukt in dit display totdat “OFF”, “30 sec.”,
“60 sec.” of “90 sec.” verschijnt om uw keuze te
maken.
140
1. Schakel het contact in.
2. Houd de kompastoets ongeveer 2 secon-
den ingedrukt.
3. Houd de DOWN-toets ingedrukt totdat het
berichtCompass Variance(Kompasafwijking)
en het cijfer van de laatste afwijkingszone op
het EVIC-scherm verschijnt.
4. Druk de toets SELECT kort in tot de juiste
afwijkingszone (zie kaart) is geselecteerd.
5. Druk kort op de toets COMPASS om af te
sluiten.
OPMERKING:
In de fabriek is Zone 8 ingesteld. Tijdens het
programmeren zal de waarde van de zone
Zone 15 tot Zone 1 doorlopen.
Handmatige kompasijking
Als het kompas onjuiste waarden weergeeft,
maar het CAL-indicatielampje niet op het EVIC-
display verschijnt, zet u het kompas als volgt
handmatig in de kalibratiemodus:
1. Start de motor. Laat de versnellingshendel in
PARK staan om de programmeermenu’s van
het EVIC te openen.2. Druk op de MENU-toets tot het menu Per-
soonlijke instellingen (programmeerbare func-
ties) op het EVIC verschijnt.
3. Houdt de DOWN-toets ingedrukt totCali-
brate Compass(kompas kalibreren) op de
EVIC-display verschijnt.
4. Druk kort op de knop SELECTEREN om het
ijken te starten. Het CAL-indicatielampje ver-
schijnt op het EVIC.
5. Draai één of meer keren een rondje van 360°
(op een plaats zonder grote metalen voorwer-
pen) tot hetCAL-indicatielampje uit gaat. Het
kompas werkt nu normaal.
GELUIDSSYSTEMENRaadpleeg uw boekje over geluidssystemen.
iPod/USB/MP3 REGELING —
INDIEN AANWEZIG
OPMERKING:
Dit hoofdstuk is uitsluitend bedoeld voor
radio’s met Uconnect™, verkoopcode RES
of REQ/REL/RET. Voor de radio met code
RBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2 en aan-
raakscherm met iPod/USB/MP3 regeling,moet u de RBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2
gebruikershandleiding raadplegen. iPod/
USB/MP3 regeling is uitsluitend als optie bij
deze radio’s verkrijgbaar.
Deze voorziening maakt het mogelijk een iPod
of extern USB-apparaat aan te sluiten op de
USB-poort, aangebracht in de middenconsole
of het handschoenenkastje.
iPodregeling is compatibel met mini-, 4G-,
foto-, nano-, 5G-, iPod- en iPhone-
apparaten. Sommige versies van de iPod-
software zijn mogelijk niet volledig compatibel
met de iPod-functies. Ga in dat geval naar de
website van Apple om de recentste software-
versies te downloaden.
OPMERKING:
•Wanneer de radio is voorzien van een
USB-poort, raadpleeg dan de desbetref-
fende gebruikershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio voor de mo-
gelijke ondersteuning van iPodof ex-
terne USB-apparaten.
•Wanneer u een iPodof elektronisch
audio-apparaat aansluit op de AUX-poort
op het voorpaneel van de radio, kunt u
143
LET OP!
•Wanneer u de iPodof het externe USB-
apparaat (of een ander ondersteund appa-
raat) bij uitzonderlijk hoge of lage tempera-
turen in de auto laat liggen, kan de werking
negatief worden beïnvloed en het apparaat
beschadigd raken. Volg de aanwijzingen
van de fabrikant van het apparaat.
•Het plaatsen van voorwerpen op de iPod
of het externe USB-apparaat en het aan-
leggen van verbindingen naar de iPodof
het externe USB-apparaat in de auto, kan
leiden tot beschadiging van het apparaat
en/of de aansluitingen.
WAARSCHUWING!
U mag de iPodof het externe USB-apparaat
niet aansluiten of verwijderen tijdens het rij-
den. Als u deze waarschuwing niet in acht
neemt, kan zich een ongeluk voordoen.
Bluetooth Streaming Audio (BTSA)U kunt muziek uit uw mobiele telefoon streamen
naar het Uconnect™ telefoonsysteem.BTSA bedienen met de radioknoppen
Om de BTSA-modus te activeren drukt u op de
knop “AUX” op de radio. U kunt ook op de knop
VR drukken en dan “Bluetooth Streaming Au-
dio” zeggen.
De Play-modus
Door te schakelen naar de BTSA-modus, kun-
nen bepaalde audio-apparaten direct muziek
afspelen via het audiosysteem van het voer-
tuig. Bij sommige apparaten moet de muziek
op het apparaat eerst worden geïnitialiseerd,
waarna deze wordt gestreamd naar het
Uconnect™ telefoonsysteem. Er kunnen zeven
apparaten worden gekoppeld aan het
Uconnect™ Phone systeem, maar er kan
slechts één apparaat tegelijk worden geselec-
teerd en gebruikt.
Ander audio-apparaat selecteren
1. Druk op de knop PHONE om te beginnen.
2. Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uInstellenen dan
Audio-apparaten selecteren.3. Zeg de naam van het audio-apparaat of
vraag het Uconnect™ Phone systeem om een
lijst van audio-apparaten.
Volgend nummer
Gebruik de knop SEEK UP of druk op de knop
VR op de radio en zegVolgende nummerom
naar het volgende nummer op uw mobiele
telefoon te gaan.
Vorig nummer
Gebruik de knop SEEK DOWN of druk op de
knop VR op de radio en zegVorige nummer
om naar het vorige nummer op uw mobiele
telefoon te gaan.
Bladeren
Bladeren is niet mogelijk op een BTSA-
apparaat. Alleen bij het huidige nummer dat
wordt afgespeeld wordt informatie weergege-
ven.
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Zie de gebruikershandleiding Navigatie.
147