OPMERKING:
Trap slechts één pedaal tegelijk in als u met
de auto gaat rijden. De koppelprestatie van
de auto kan minder zijn als beide pedalen
tegelijk worden ingedrukt. Als gelijktijdig
druk wordt waargenomen op beide pedalen,
verschijnt er een waarschuwingsbericht op de
instrumentengroep. Raadpleeg de paragraaf
"Display in de instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie.
Automatische handremfunctie
De automatische handremfunctie is een extra
functie voor ondersteuning in het voertuig in
PARK mochten de situaties op de volgende
pagina's optreden. Het is een back-up sys-
teem en is niet de hoofdmethode waarmee de
bestuurder de versnellingsbak in de stand
PARK schakelt.
De omstandigheden waaronder de automati-
sche handremfunctie wordt ingeschakeld zijn
beschreven op de volgende pagina's.
WAARSCHUWING!
• Onoplettendheid van de bestuurder kan
ertoe leiden dat het voertuig niet in de
stand PARK wordt gezet. CONTROLEER
ALTIJD VISUEEL of uw voertuig in de
stand PARK staat door te kijken of er een
stabiel brandende (niet-knipperende)
"P" op het display van de instrumenten-
groep en op de schakelhendel staat. Als
het "P"-indicatielampje knippert, staat
uw voertuig niet in de stand PARK. Trek
als een extra voorzorgsmaatregel altijd
de handrem aan wanneer u het voertuig
verlaat.
• De automatische handremfunctie is een
extra functie. Deze is niet bedoeld om de
noodzaak weg te nemen dat u uw voer-
tuig in de stand PARK moet zetten. Het
is een back-up systeem en is niet de
hoofdmethode waarmee de bestuurder
de versnellingsbak in de stand PARK
schakelt.Als het voertuig niet in de stand PARK staat en
de bestuurder de motor uitschakelt, kan het
voertuig de automatische handremfunctie in-
schakelen.
De automatische handremfunctie wordt inge-
schakeld wanneer alle aan deze voorwaarden
wordt voldaan:
• De auto is voorzien van een achttraps ver-
snellingsbak
• Het voertuig staat niet in de stand PARK
• De voertuigsnelheid is 1,9 km/u (1,2 mph)
of lager
• De contactschakelaar is van RUN naar ACC
gezet
OPMERKING:
Voor voertuigen met Keyless Go wordt de
motor uitgeschakeld en wordt de contact-
schakelaar in de ACC-stand gezet. Na 30 mi-
nuten gaat de contactschakelaar automa-
tisch naar de stand OFF, tenzij de bestuurder
de contactschakelaar in de stand OFF zet.
163
CONTROLEER ALTIJD VISUEELof uw voertuig in
de stand PARK staat door te kijken of "P" op
het display van de instrumentengroep en op
de schakelhendel staat. Trek als een extra
voorzorgsmaatregel altijd de handrem aan
wanneer u het voertuig verlaat.
DE MOTOR STARTEN —
3.0-LITER DIESELMOTOR
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels ver-
stellen en uw veiligheidsgordel vastmaken.
De startmotor mag niet langer dan 30 secon-
den worden bediend om de motor te starten.
Wacht enkele minuten tussen startpogingen
om de startmotor tegen oververhitting te
beschermen.
WAARSCHUWING!
• Breng het voertuig altijd eerst volledig
tot stilstand voordat u het verlaat, zet de
automatische versnellingsbak altijd in
de stand PARK en trek de parkeerrem
aan.
WAARSCHUWING!
• Zorg er altijd voor dat de Keyless Ignition
Node in de stand "OFF" staat. Verwijder
daarna de sleutelhouder uit het voertuig
en vergrendel het voertuig.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Kinderen zonder toe-
zicht achterlaten in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden lopen dan het risico op ernstig
of zelfs dodelijk letsel. Waarschuw kin-
deren dat ze niet aan de handrem, het
rempedaal of de schakelhendel mogen
komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
WAARSCHUWING!
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
OPMERKING:
Wanneer de motor wordt gestart bij een zeer
lage omgevingstemperatuur kan dit witte
rook tot gevolg hebben. Het roken houdt op
naarmate de motor warmer wordt.
LET OP!
• De startmotor mag 30 seconden worden
bediend om de motor te starten. Als de
motor niet start binnen deze tijd, dient u
ten minste twee minuten te wachten om
de startmotor te laten afkoelen voordat u
opnieuw start.
• Als het controlelampje "Water in brand-
stof" blijft branden, START de motor
NIET alvorens het water uit de brand-
stoffilters af te tappen om schade aan de
motor te voorkomen. Raadpleeg de para-
graaf "Brandstof aftappen/waterschei-
dingsfilter" in het hoofdstuk "Service en
165
rem vrij te zetten, trapt u nogmaals het hand-
rempedaal in en laat u het pedaal langzaam
opkomen, waarbij u voelt dat de rem wordt
vrijgegeven.
Als de handrem wordt aangetrokken terwijl de
contactschakelaar in de stand ON staat, gaat
het waarschuwingslampje voor het remsys-
teem in de instrumentengroep branden.OPMERKING:
• Als de handrem is aangetrokken en naar
een versnelling wordt geschakeld, gaat het
waarschuwingslampje voor het remsysteem
knipperen. Als beweging van de auto wordt
gedetecteerd, klinkt er een geluidssignaal
om de bestuurder hierop te wijzen. Zet de
handrem volledig vrij voordat u met de auto
gaat rijden.
• Dit lampje geeft dan alleen aan dat de
handrem is aangetrokken. Het geeft niet
aan hoe krachtig de handrem is
aangetrokken.
Wanneer u op een helling parkeert is het
belangrijk dat u op een neerwaartse helling
de voorwielen naar de stoeprand toe draait en
op een opwaartse helling van de stoeprand af.
U moet eerst de handrem aantrekken voordat
u de schakelhendel in de stand PARK zet.
Anders kan het door de belasting van het
schakelblokkeersysteem veel moeite kosten
om de schakelhendel uit de stand PARK te
bewegen. De handrem moet altijd aangetrok-
ken zijn als de bestuurder niet in de auto zit.WAARSCHUWING!
• Gebruik de stand PARK nooit als vervan-
ging voor de handrem. Trek de handrem
altijd volledig aan als u de auto parkeert,
om te voorkomen dat de auto gaat rollen
en mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
• Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Het achterlaten van
kinderen zonder toezicht in een auto is
om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar-
schuw kinderen dat ze niet aan de hand-
rem, het rempedaal of de schakelhendel
mogen komen.
• Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
Keyless Ignition Node in de stand "OFF"
staat. Verwijder daarna de sleutelhouder
uit het voertuig en vergrendel het voer-
tuig.
Handrem
169
WAARSCHUWING!
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig of op een voor
kinderen bereikbare plaats en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Controleer of de handrem volledig is vrij-
gezet voordat u gaat rijden. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot een defect van de
remmen, en daardoor tot een aanrijding.
• Trek de handrem altijd volledig aan als u
de auto parkeert, om te voorkomen dat
de auto gaat rollen en mogelijk letsel of
schade veroorzaakt. Controleer ook of de
schakelhendel in de stand PARK staat.
Als dit wordt nagelaten kan de auto gaan
rollen en schade of letsel veroorzaken.
LET OP!
Als het waarschuwingslampje voor het
remsysteem blijft branden nadat de hand-
LET OP!
rem is vrijgezet, duidt dit op een storing in
het remsysteem. Laat het remsysteem on-
middellijk controleren door een erkende
dealer.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
WAARSCHUWING!
• Gebruik de stand PARK nooit als vervan-
ging voor de handrem. Trek de handrem
altijd volledig aan bij het uitstappen uit
het voertuig om te voorkomen dat het
voertuig gaat rollen en mogelijk letsel of
schade veroorzaakt.
• Uw auto kan zich in beweging zetten en
u en anderen verwonden wanneer hij
niet in de stand PARK staat. Controleer
dit door te proberen de schakelhendel
uit de stand PARK (parkeren) te bewe-
gen zonder het rempedaal in te trappen.
Zorg ervoor dat de schakelhendel in de
WAARSCHUWING!
stand PARK staat voordat u het voertuig
verlaat.
• De transmissie kan mogelijk niet in
stand PARK worden gezet als het voer-
tuig in beweging is. Breng het voertuig
altijd volledig tot stilstand voordat u de
schakelhendel in de stand PARK zet, en
controleer of het controlelampje aan-
geeft dat PARK (P) is ingeschakeld en
niet knippert. Zorg ervoor dat het voer-
tuig volledig tot stilstand is gebracht en
dat de schakelhendel in de stand PARK
staat voordat u het voertuig verlaat.
• Het is gevaarlijk de schakelhendel uit de
stand PARK of NEUTRAL te zetten wan-
neer het motortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal niet ste-
vig ingetrapt houdt, kan de auto snel
naar voren of achteren schieten. U loopt
in dat geval het risico de controle over de
auto te verliezen en een aanrijding te
veroorzaken. Schakel pas naar een ver-
snelling wanneer de motor normaal sta-
tionair draait en u met uw voet krachtig
het rempedaal ingetrapt houdt.
STARTEN EN RIJDEN
170
display...................73
Instrumentenpaneel, reinigen.......308
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .307
Intervalstand ruitenwissers
(intervalschakeling van de
ruitenwissers)................45
Keyless Enter-N-Go..............23
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............23
Kinderzitje..................142
Kinderzitjes.................142
Kinderzitjes,
hoe een ongebruikte automatisch
blokkerend oprolmechanisme
autogordel op te bergen........154
kinderzitjes installeren.........155
Klantenservice................384
Klembeveiliging.............61, 64
Klimaatregeling................48
Klimaatregeling,
automatisch................49
Knipperlichten................227
Knipperlichten,
richtingaanwijzers......92, 159, 230
waarschuwingsknipperlichten.....227
Koelsysteem.................292Koelsysteem,
controle..................292
inhoud koelvloeistofreservoir . .321, 322
keuze van de koelvloeistof
(antivries).............321, 322
Koolstofmonoxide,
waarschuwing...........156, 318
Koplampen,
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar............41
inschakelen met ruitenwissers.....42
lichtsignaal................42
lichtverklikker...............43
schakelaar.................40
vertraging..................43
Krik, gebruik..........240, 242, 293
Lampen....................159
Lampen, verlichting.............159
Lampen vervangen.............227
Lampje cruisecontrol..........91, 94
Lampje open portier...........82, 84
LaneSense..................203
Lekke band vervangen........240, 293
Lekken, vloeistof
..............159
Levensduur
van banden..........297
Lichtsignaal..................42Lights (Verlichting).............159
Loodvrije benzine..............314
Menu slepen en neerzetten.....332, 340
Methanol...................315
Methanolbrandstof.............315
Mistlampen................44, 90
Mopar-accessoires..............328
Motor.....................277
Motor,
aanbevelingen voor inrijden . .166, 167
brandstofvereisten........314, 322
chassisnummer . .277, 278, 279, 280,
281
keuze van de motorolie.....321, 322
koeling..................292
motorruimte. .277, 278, 279, 280, 281
olie.................321, 322
oliepeil controleren...........282
olievuldop................277
oververhitting..............253
starten..................161
starten met startkabels.........250
waarschuwing uitlaatgassen . .156, 318
Motorkap
openen...................64
sluiten...................65
INDEX
402
Ruitensproeiers,
vloeistof..................283
Ruitensproeiers voorruit........45, 283
Ruitenwisserbladen.............287
Ruitenwissers, intervalschakeling.....45
Ruitenwisser/sproeier achterruit......47
Ruitenwissers, regensensor.........46
Ruitenwissers vóór..............45
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .287
Ruitenwissersysteem met regensensor . .46
Ruitontdooier................158
Schakelen..................170
Schakelen,
automatische
versnellingsbak..........170, 172
Schakelflippers...............173
Schema, onderhoud......262, 267, 272
Schone benzine...............316
Schone brandstof..............316
Schoudergordels...............123
Selec-Terrain.................184
Sentry Key,
sleutel programmeren..........19
Sentry Key, vervangen..........15, 19
Servicehulp..................384
Siri.......................380Sleepogen..................258
Slepen.................215, 256
Slepen,
handleiding............215, 217
trekgewicht............215, 217
voertuig met pech............256
vouwwagen of caravan.........221
Slepen, achter een camper........221
Slepen achter een camper.........221
Slepen van een voertuig met pech. . . .256
Sleutelhouder,
extra sleutelhouders programmeren . .19
het alarm inschakelen..........19
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................14
Sleutels,
vervangen...............15, 19
Sloten,
kindersloten................26
Sneeuwkettingen.............
.303
Snelheidsregeling,
Accel/Decel
(alleen ACC).......196
annuleren.................194
instellen.................194
voortzetten................194
Snelheidsregeling
(cruisecontrol).......193, 194, 195Spiegels....................38
Spraakbediening,
opdrachten................370
Spraakbedieningsopdracht........371
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............370, 371, 374
Stabilisatie-inrichting aanhanger
(TSC)....................104
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . .104
Stallen van het voertuig...........56
Starten.................161, 165
Starten,
automatische versnellingsbak.....166
knop.....................16
met afstandsbediening..........17
Starten en rijden..............161
Starten met startkabels..........250
Startprocedures............161, 165
Startprocedures (dieselmotoren).....165
Startsysteem met afstandsbediening . . .17
Steunen, hoofdsteun.............33
Stoelen..................27, 31
Stoelen,
gekoeld...................32
hoofdsteunen...............33
instaphulp.................30
kantelen..................27
INDEX
404