Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
DAUM4010
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een klok
een brandstofniveaumeter
een controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA)
een toerenteller
een aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een multifunctioneel display
een controlelampje schakelmoment
een systeem voor zelfdiagnose
OPMERKING
Draai de sleutel naar “ ” alvorens de
toetsen “SELECT” en “RESET” te ge-
bruiken om de multifunctionele meter
in te stellen, behalve bij het openen
van de instelfunctie voor de display-
helderheid en het controlelampje voorhet schakelmoment of wanneer het
welkomstscherm wordt weergege-
ven.
Voor Verenigd Koninkrijk: Houd de
“SELECT”-toets ingedrukt om te wis-
selen tussen kilometers en mijlen.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Klokweergave
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen
1. Houd de toetsen “SELECT” en “RE-
SET” tegelijkertijd ingedrukt.
2. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
1. “SELECT”-toets
2. “RESET”-toets
ZAUM156712
1. Snelheidsmeter
1. Klok
ZAUM15681
ZAUM15691
UB5GD1D0.book Page 4 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Gebruik de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets om de
klok aan te zetten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken.
Als de sleutel naar “ ” wordt gedraaid,
slaan de segmenten van de brandstofni-
veaumeter eenmaal uit tot het hoogste ni-
veau en keren daarna terug naar het
huidige niveau om het elektrische circuit te
testen.
OPMERKING
Deze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosefunctie. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektri-
sche circuit van de brandstofniveaumeter,
gaat de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te controleren.
Controlelampje voor variabele klepbe-
diening (VVA)
Dit model is uitgerust met variabele klepbe-
diening (VVA) voor brandstofbesparing en
acceleratie in de lage en hoge versnellin-
gen. Het controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA) gaat branden wanneer
het systeem voor variabele klepbediening
naar de hogere versnellingen is gescha-
keld.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
LET OP
DCA23050
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
1. Brandstofniveaumeter
ZAUM15701
1. Controlelampje voor variabele klepbedie-
ning (VVA)
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
ZAUM1571
1
ZAUM1572
1
2
UB5GD1D0.book Page 5 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
Hogetoerenzone: 11000 tpm en hoger
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “ ” en door het vrij-
standcontrolelampje.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave voor de gemiddelde
snelheideen instelfunctie voor displayhelder-
heid en controlelampje schakelmo-
ment
weergave van welkomstscherm
een systeem voor zelfdiagnose
Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometertellerweergave “ODO”,
rittellerweergave “TRIP 1” en “TRIP 2”,
weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L” of “L/100 km”, weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km” en de
modus voor gemiddelde snelheid “AVE_
_._ km/h” in onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
→ AVE_ _._ km/h → ODO
Voor Verenigd Koninkrijk:
Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometertellerweergave “ODO”,
de rittellerweergave “TRIP 1” en “TRIP 2”,
de weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100 km” of “MPG en de
weergave van het gemiddelde brandstof-
verbruik “AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100
km” of “AVE_ _ _._ MPG” en de modus
voor gemiddelde snelheid “AVE_ _._ km/h”
of “AVE_ _._ MPH”, in de onderstaande
volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km of MPG → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._
L/100 km of AVE_ _ _._ MPG→ AVE_ _._
km/h of AVE_ _._ MPH → ODO
Druk op de “RESET”-toets om het display
terug te stellen.
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
In dat geval wordt door het indrukken van
de “SELECT”-toets gewisseld tussen de
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1. Multifunctioneel display
ZAUM1573
1
2
ZAUM15741
UB5GD1D0.book Page 6 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
diverse weergaven van ritteller, kilometer-
teller, huidig verbruik, gemiddeld verbruik
en modi voor gemiddelde snelheden, in de
onderstaande volgorde:
TRIP F → km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → AVE_ _._
km/h → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _ _._
MPG→ AVE_ _._ km/h of AVE_ _._ MPH →
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de “SELECT”-toets
te drukken en vervolgens de “RESET”-
toets ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en wordt
de vorige ritteller weergegeven.
Kilometerteller
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd. Deze
wordt vergrendeld bij 999999 en kan niet
worden teruggesteld.Rittellerweergave
De rittellers tonen de totale afstand die is
afgelegd sinds de tellers voor het laatst
werden teruggesteld.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om een
ritteller terug te stellen.
OPMERKING
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om
de rittellers terug te stellen terwijl deze
worden weergegeven.
Modus huidig brandstofverbruik
Geeft het huidige verbruik weer wanneer
het voertuig minimaal 10 km/h (6 mi/h) rijdt.
Het huidige brandstofverbruik kan worden
ingesteld op “km/L”, “L/100 km” of “MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk).
1. Kilometerteller
ZAUM15751
1. Ritteller
1. Weergave huidig brandstofverbruik
ZAUM15761
ZAUM15771
UB5GD1D0.book Page 7 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
3
Als u de weergave van het huidige verbruik
wilt wisselen tussen “km/L”, “L/100 km” en
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk), houdt u
de “SELECT”-toets ingedrukt.
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk): De
afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven.
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.
Het huidige verbruik dient alleen ge-
bruikt te worden als algemene refe-
rentie. Gebruik dit getal niet om de
afstand te schatten die met de huidige
brandstoftank kan worden afgelegd.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
Geef het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds de weergave op nul is terugge-
steld.Het gemiddelde brandstofverbruik kan
worden ingesteld op “AVE_ _._ km/L”,
“AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_ _ _._ MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk).
Als u de weergave van het gemiddelde ver-
bruik wilt wisselen tussen “AVE_ _._ km/L”,
“AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_ _ _._ MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk), houdt u de “SE-
LECT”-toets ingedrukt.
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof wordt weergegeven.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE_ _ _._ MPG” (voor Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om de
weergave van het gemiddelde verbruik te-
rug te stellen.
OPMERKING
Nadat u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik hebt terugge-
steld, wordt “_ _._” weergegeven
totdat 1 km (0.6 mi) met de machine is
afgelegd.
Het gemiddelde verbruik dient alleen
gebruikt te worden als algemene refe-
rentie. Gebruik dit getal niet om de af-
stand te schatten die met de huidige
brandstoftank kan worden afgelegd.
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
ZAUM15781
UB5GD1D0.book Page 8 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
3
Modus voor gemiddelde snelheid
Geeft de rijsnelheid van het voertuig weer
sinds de weergave op nul is teruggesteld.
Als u de weergave van de gemiddelde snel-
heid wilt terugstellen, houdt u de “RESET”-
toets net zolang ingedrukt tot de gemiddel-
de snelheid knippert en drukt u vervolgens
de toets opnieuw in.
Instelfunctie voor displayhelderheid en
controlelampje schakelmoment
Deze instelfunctie schakelt door vijf regel-
functies heen in de onderstaande volgorde.
Displayhelderheid: de multifunctionele
meter kan worden aangepast aan de
displayhelderheid.
Knipperpatroon voor controlelampje
schakelmoment: via deze functie kiest
u of het controlelampje moet wordengeactiveerd en of het bij activering
moet knipperen of continu moet bran-
den.
Activeringspunt voor controlelampje
schakelmoment: via deze functie kiest
u het motortoerental waarbij het con-
trolelampje wordt geactiveerd.
Deactiveringspunt voor controlelamp-
je schakelmoment: via deze functie
kiest u het motortoerental waarbij het
controlelampje wordt gedeactiveerd.
Helderheid voor controlelampje scha-
kelmoment: via deze functie regelt u
de helderheid van het controlelampje.
De displayhelderheid en het controlelampje
voor het schakelmoment instellen
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd
deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ ”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los. Daarna drukt u opnieuw de
“SELECT”-toets in. De displayhelder-
heid kan nu worden aangepast.
De displayhelderheid instellen
1. Druk op de “RESET”-toets om de ge-
wenste displayhelderheid te kiezen.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde niveau voor de display-
helderheid te bevestigen. Het lampje
van de displayhelderheid wisselt naar
de instelfunctie van het schakelknip-
perpatroon.
Het schakelknipperpatroon instellen
1. Druk op de “RESET”-toets om een
van de volgende knipperpatroonin-
stellingen te kiezen:
Aan: het controlelampje blijft na
activering branden. (Deze instel-
ling is geselecteerd wanneer het
controlelampje aan blijft.)
1. Weergave voor gemiddelde snelheid
1. Controlelampje schakelmoment
2. Weergave helderheidsniveau
ZAUM15791
ZAUM15802
1
UB5GD1D0.book Page 9 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-10
3
Knipperen: het controlelampje
knippert na activering. (Deze in-
stelling is geselecteerd wanneer
het controlelampje vier keer per
seconde knippert.)
Uit: het controlelampje is gede-
activeerd, m.a.w. het gaat niet
branden of knipperen. (Deze in-
stelling is actief wanneer het con-
trolelampje één keer per twee
seconden knippert.)
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde knipperpatroon te be-
vestigen. Het controlelampje schakel-
moment wisselt naar de instelfunctie
van het activeringspunt.
De toerenteller geeft de huidige tpm-instel-
ling voor het activeringspunt en het deacti-
veringspunt aan.
Om het activeringspunt in te stellen
OPMERKING
Het activeringspunt voor het controlelamp-
je voor het schakelmoment kan worden in-
gesteld tussen 9000 tpm en 13000 tpm.
Het controlelampje kan worden ingesteld in
stappen van 500 tpm.
1.
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2.
geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De instelfunctie wisselt naar
de instelling van het deactiverings-
punt.
Het deactiveringspunt instellen
OPMERKING
Het deactiveringspunt voor het con-
trolelampje voor het schakelmoment
kan worden ingesteld tussen 9000tpm en 13000 tpm. Het controlelamp-
je kan worden ingesteld in stappen
van 500 tpm.
Denk eraan dat het deactiveringspunt
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan het activeringspunt, an-
ders zal het controlelampje schakel-
moment niet gaan branden.
1. Druk op de toets “RESET” om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten deactiveren.
2. Druk op de toets “SELECT” om het
geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De instelfunctie wisselt naar
de instelling van de helderheid.
De helderheid van het schakellampje instel-
len
1. Druk op de “RESET”-toets om de ge-
wenste helderheid van het schakel-
controlelampje te kiezen.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde helderheidsniveau te
bevestigen. De instelfunctie voor het
controlelampje schakelmoment wordt
afgesloten en het multifunctionele dis-
play keert terug naar de standaard-
weergave.
Welkomstscherm
Het welkomstscherm begroet de bestuur-
der wanneer de sleutel naar “ ” wordt ge-
draaid met de berichten “Hi Buddy” en “see
you” wanneer de sleutel naar “ ” wordt
gedraaid. De gebruikersnaam “Buddy” is
ingesteld als fabrieksstandaard, maar kan
ook worden ingesteld op uw naam.
De gebruikersnaam instellen
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Houd de “RESET”-toets ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ ”, wacht vier
seconden en laat dan de “RESET”-
toets los.
UB5GD1D0.book Page 10 Tuesday, August 20, 2019 5:04 PM