Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-3
4
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze naar “OFF”.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Lichtsignaal-/LAP-schakelaar “ /LAP”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
1
2
54 3
1. Modus-schakelaar “MODE”
2. Toets omhoog
3. Middelste toets
4. Toets omlaag
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Wielschakelaar “ ”
1 2
3
4
1
2
UB3LD0D0.book Page 3 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-4
4
DAU66091
Schakelaar Pass/LAP “ /LAP”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplampen en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU79872
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaat alleen de linker koplamp bran-
den. Als de schakelaar op grootlicht wordt
ingesteld, gaan beide koplampen branden.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88272
Schakelaar alarmverlichtin g “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als de sleutel in de stand
“ON” staat. De ingeschakelde alarmverlich-
ting blijft knipperen als u het contactslot
naar de stand “OFF” of “LOCK” draait. Om
de alarmverlichting uit te schakelen, draait
u het contactslot weer naar de stand “ON”
en bedient u opnieuw de schakelaar van de
alarmverlichting.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU88400
Mo dusschakelaar “MODE”
Gebruik de modusschakelaar om de YRC-
modus te wijzigen of om de PWR-, TCS-,
SCS- en EBM-instellingen te wijzigen in het
hoofdscherm. Deze schakelaar bestaat uit
drie toetsen.
Toets omhoog - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verhogen.
Mi ddelste toets - druk op deze toets om
van links naar rechts door de MODE-,
PWR-, TCS-, SCS- en EBM-items te blade-
ren.
Toets omlaa g - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verlagen.OPMERKING De middelste toets wordt ook gebruikt
voor activering van het launch-con-
trolsysteem. Houd de middelste toets
ingedrukt wanneer het LCS-picto-
gram grijs is. Het LCS-pictogram gaat
knipperen en wordt wit wanneer het
systeem is geactiveerd.
UB3LD0D0.book Page 4 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Periodiek on derhoud en afstelling
7-35
7
Om bij de ABS-motorzekering en zekerin-genkastje 1 te komen1. Verwijder het duozadel en het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 4-38.)
2. Verwijder de accukap door de bouten
los te halen. 3. Verwijder het paneel door de snelsluit-
schroeven los te halen.
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 7-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Zekeringenkastje 1
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekering elektronische smoorklep
5. Backup-zekering (voor klok en ECU)
6. Zekering motor hulpradiatorkoelvin
7. Zekering radiatorkoelvinmotor
8. Reservezekering
8 2
3
4
5
6
7
1
1. Accukap
2. Bout
1. Snelsluitschroef
2. Paneel
2
2
1
1
2
1. Zekeringenkastje 2
2. Aansluitzekering 1
3. Koplampzekering
4. Zekering alarmverlichtingssysteem
5. ABS ECU-zekering
6. Zekering signaleringssysteem
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Reservezekering
9. SCU-zekering (YZF-R1M)
234567
8
9
1
UB3LD0D0.book Page 35 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
7-36
7
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering rubradiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering ABS ECU: 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Zekering SCU:
7.5 A (YZF1000D)
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
UB3LD0D0.book Page 36 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
11-1
11
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 7-28
ABS-waarschuwingslampje.................... 4-7
Accu ..................................................... 7-33
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 7-31
Achteruitkijkspiegels............................. 4-41BBanden ................................................. 7-19
Bougies, controleren ............................ 7-12
Brandstof .............................................. 4-35
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 6-4CCCU ...................................................... 4-39
Claxonschakelaar ................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .............................. 4-2
Controlelampje grootlicht ....................... 4-6
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 4-5
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 4-6
Controlelampje stabiliteitsregeling ......... 4-8
Controlelampje startblokkering .............. 4-7DDe motor starten..................................... 6-2
Diagnosestekker ................................... 10-2
Dimlichtschakelaar ................................. 4-4EEXUP-systeem ..................................... 4-48FFilterbus ................................................ 7-13GGasgreep controleren en smeren ......... 7-29
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ........................................ 4-48 Gereedschapsset ................................... 7-2
IIdentificatienummers............................ 10-1
Inrijperiode ............................................. 6-1KKabels, controleren en smeren ............ 7-29
Klepspeling .......................................... 7-19
Koelvloeistof......................................... 7-17
Koppelingshendel ................................ 4-32LLuchtfilterelement ................................ 7-18MMatkleur, let op ...................................... 8-1
Modelinformatiesticker......................... 10-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 7-14
Motor raakt oververhit .......................... 7-40OOnderhoud ............................................. 8-1
Onderhoud en smering, periodiek ......... 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 7-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 7-37
Opbergruimte voor documenten.......... 4-40
Overloopslang brandstoftank............... 4-37PParkeren ................................................. 6-4
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 7-38RRegistratie van gegevens, voertuig ...... 10-2
Reinigen, titanium uitlaatdemper ........... 8-3
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 7-30
Remhendel ........................................... 4-33
Remlichtschakelaars ............................ 7-24 Rempedaal............................................ 4-33
Rempedaal en schakelpedaal,
controleren en smeren ....................... 7-29
Remregelsysteem (BC) ......................... 4-33
Remvloeistofniveau, controleren .......... 7-25
Remvloeistof, verversen ....................... 7-26
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 4-4
SSchakelaar alarmverlichting.................... 4-4
Schakelaar Pass/LAP ............................. 4-4
Schakelcontrolelampje ........................... 4-7
Schakelen ............................................... 6-3
Schakelpedaal ...................................... 4-32
Schokdemperunit, afstellen .................. 4-44
Serienummer motorblok ....................... 10-1
Spanning aandrijfketting ....................... 7-26
Speciale kenmerken ............................... 3-1
Specificaties ........................................... 9-1
Stallen ..................................................... 8-4
Startblokkeersysteem ............................. 4-1
Startspersysteem.................................. 4-49
Stationair toerental, co ntroleren ........... 7-19
Stop/Run/Start-schakelaar ..................... 4-4
Storingsindicatielampje (MIL) ................. 4-6
Storingzoekschema .............................. 7-39
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen en aanbrengen .................. 7-9
Stuurschakelaars .................................... 4-3
Stuursysteem, controleren ................... 7-32TTankdop................................................ 4-35UUitlaatkatalysator .................................. 4-37
UB3LD0D0.book Page 1 Monday, August 5, 2019 11:49 AM