2020 YAMAHA NIKEN Instructieboekje (in Dutch)

Page 73 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhoud  en afstelling
6-17
6
DAU64412
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein conta

Page 74 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472

Page 75 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhoud  en afstelling
6-19
6
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le  ban den  die  geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze  ban

Page 76 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven beschre-
ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmech

Page 77 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhoud  en afstelling
6-21
6
DAU36505
Remlichtschakelaars Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
ve

Page 78 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
DAU46292
Rem blokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoev

Page 79 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhoud  en afstelling
6-23
6
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen d e
ru bberaf dichtin gen  beschad igd ra-
ken met lekkag e tot gevolg.
 Vul  bij met

Page 80 of 106

YAMAHA NIKEN 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-24
6
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld