Page 49 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
13 Aandrijfketting• Controleer de spanning, uitlij-
ning en conditie van de aandrijf-
ketting.
• Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale sme-
ring voor o-ringkettingen.Elke 1000 km (600 mi) en nadat
de motorfiets is gewassen of
ermee in de regen of vochtige
gebieden is gereden
14*Balhoofdlagers• Controleer of de lagers loszitten.√√√√
• Smeren met gematigde hoeveel-
heid lithiumvet.√
15*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√√
16Scharnieras van
remhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
17Scharnieras van
rempedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
18Scharnieras van
koppelingshendel• Smeren met lithiumvet.√√√√√
19Scharnieras van
schakelpedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
20 Zijstandaard• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
21*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking en ver-
vang indien nodig.√√√√√√
22*Vo or v o r k• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
23*Schokdemperunit• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
24
*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm• Controleer de werking.√√√√
• Smeren met lithiumvet.√√
25 Motorolie• Verversen (warm de motor op al-
vorens olie af te tappen).
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.Bij het eerste interval en
elke daaropvolgende
3000 km (1800 mi).√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.63.5710.514
UB6GD0D0.book Page 5 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 50 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
6
DAU72750
OPMERKING
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige
of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
26 Oliefilterelement• Vervangen.√√√√√
27*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
28*Voor- en achter-
remschakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
29*Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
30*Gasgreephuis en
gaskabel• Controleer werking en vrije slag.
• Stel de vrije slag van de gaska-
bel af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de
gaskabel.√√√√√
31*Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.6 3.5 7 10.5 14
UB6GD0D0.book Page 6 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 51 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
6
DAU18782
Stroomlijnpanelen verwijderen
en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf steeds door wanneer
u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of
aanbrengen.
DAU46742Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de bouten en neem het stroom-
lijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAU19623
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat periodiek moet worden gecontro-
leerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer.
Omdat bougies door verhitting en neerslag
altijd langzaam slijten, moet de bougie wor-
den verwijderd en gecontroleerd op de tij-
den genoemd in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Bovendien kan aan
het uiterlijk van de bougie de conditie van
de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met de machine wordt gereden). Wanneer
de bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar behoren.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
1. Stroomlijnpaneel A
1. Bout
ZAUM17381
1
Voorgeschreven bougie:
NGK/MR8E9
1. Elektrodenafstand
1
ZAUM0037
UB6GD0D0.book Page 7 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 52 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
6
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4…1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAUM2584
Motorolie en oliefilterelement
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. LET OP: Gebruik het voertuig
alleen als u weet dat het motorolie-
niveau voldoende hoog is.
[DCA10012]
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 N·m (1.25 kgf·m, 9.22 lb·ft)
1. Olievuldop
UB6GD0D0.book Page 8 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 53 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
5. Breng de olievuldop aan.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment)
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de o-ring, compressie-
veer en olieaanzuigzeef om de olie uit
het carter te kunnen aftappen. LET
OP: Bij het verwijderen van de olie-
aftapplug vallen de O-ring, com-
pressieveer en de oliezeef naar
buiten. Zorg ervoor dat u deze on-
derdelen niet kwijtraakt.
[DCA11002]
4. Reinig de olieaanzuigzeef met oplos-
middel.
OPMERKING
Sla de stappen 5…7 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
5. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.
6. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de o-ring.
1. Peilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
ZAUE1300
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Drukveer
4. Aanzuigzeef
5. Olieopvangbak
1. Bout
2. Oliefilterdeksel
UB6GD0D0.book Page 9 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 54 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
6
7. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
8. Breng de olieaanzuigzeef, de com-
pressieveer, de o-ring en de olieaftap-
plug aan en zet de aftapplug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. LET OP: Plaats alvorens de
aftapplug aan te brengen de O-ring,
compressieveer en oliezeef terug.
[DCA10422]
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
11. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
1. Oliefilterelement
2. O-ring
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
32 N·m (3.2 kgf·m, 24 lb·ft)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:
0.85 L (0.90 US qt, 0.75 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
0.95 L (1.00 US qt, 0.84 Imp.qt)
UB6GD0D0.book Page 10 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 55 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
6
DAU85450
Waarom Yamalube
YAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUE4091Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Houd de machine rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
4. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
UB6GD0D0.book Page 11 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 56 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-12
6
5. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de beveiliging van
de dop van het koelvloeistofreservoir
door eerst de vergrendeling los te ha-
len en verwijder vervolgens de dop
van het reservoir.6. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop van het koelvloeistofreser-
voir aan. WAARSCHUWING! Verwij-
der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA15162] LET OP: Als er geen koel-
vloeistof aanwezig is, gebruik dan
in plaats daarvan gedistilleerd wa-
ter of onthard leidingwater. Gebruik
geen hard water of zout water, dit is
schadelijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is ge-
bruikt, vervang dit dan zo snel mo-
gelijk door koelvloeistof, anders is
het systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water aan
de koelvloeistof is toegevoegd, laat
dan een Yamaha dealer zo snel mo-
gelijk het antivriesgehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
7. Breng de beveiliging van de dop van
het koelvloeistofreservoir aan.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Beveiliging van de dop van het koelvloei-
stofreservoir
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
UB6GD0D0.book Page 12 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM