2020 YAMAHA MT-07 stop start

[x] Cancel search: stop start

Page 20 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha d

Page 22 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
5. Gebruik de rechter insteltoets om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de linker insteltoets en laat deze dan los om de klok te starten.
Brand

Page 26 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
Hel derhei dsre gelin g
Met de helderheidsregeling kunt u de weer-
gavehelderheid van de multifunctionele
meter instellen.
Om de helderheid in

Page 27 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
DAU68270
Startschakelaar/noo dstopschakelaar
“//”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en schuift u

Page 41 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-26
3
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Z

Page 45 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Gebruik en  belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te  maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedien

Page 58 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
DAU76882
Filter bus Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze mac

Page 86 of 100

YAMAHA MT-07 2020  Instructieboekje (in Dutch) Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
 Verwij der  de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl  de motor en  de koelvloeistofra diator no g heet zijn
Page:   1-8 9-16 next >