
3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen*
of tijdens het slepen in een noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kunnen
trekken. ( Blz. 288)
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige indien de wielophanging enz. moet
worden vervangen.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 360) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 360) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 360) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 360) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 356 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

357
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen
zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 357 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

365
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-
systeem. Het LDA-systeem is geen sys-
teem dat de auto automatisch bestuurt
of de hoeveelheid aandacht die moet
worden besteed aan het gebied vóór de
auto beperkt. De bestuurder dient altijd
volledige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LDA om het systeem u it te schakelen. Als
u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen z ijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen*
of tijdens het slepen in een noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kunnen
trekken. ( Blz. 288)
■Voorkomen van storingen in het LDA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige indien de wielophanging enz. moet
worden vervangen.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 365 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

3664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 366 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

5627-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijpen
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijpen tamelijk heet worden.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpij-
pen niet aan totdat deze voldoende zijn
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
werking treden waardoor de ruitenwisser-
bladen beschadigd kunnen raken.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 562 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

6107-3. Zelf uit te voeren onderhoud
●Instapverlichting spiegelvoet (indien aan-
wezig)
■Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan v an de binnenzijde van
het koplampglas is normaal. Neem in de vol-
gende gevallen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor meer informatie:
●Als er erg veel condens aan de binnenzijde
van het koplampglas zit.
●Als de binnenzijde van de koplamp nat is
en blijft.
■Richtingaanwijzers voor (type A
en B)
1 Draai de lamphouder linksom.
2 Verwijder de lamp.
3 Plaats een nieuwe lamp en vervol-
gens de lamphouder in de lichtunit door de lamphouder erin te steken
en deze rechtsom te draaien.
■Richtingaanwijzers voor (type C)
1 Draai de lamphouder linksom.
2 Verwijder de lamp.
Lampen vervangen
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 610 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

6187-3. Zelf uit te voeren onderhoud
12Sluit de stekkers van de spiegel
aan.
13 Lijn de lippen uit en bevestig het
spiegelglas door de lippen in diago-
nale paren naar binnen te drukken.
Zorg ervoor dat u de lippen in de volgorde
zoals in de afbeelding is aangegeven plaatst
en druk ze naar binnen totdat u een klikge-
luid hoort.
Hoort u geen klikgeluid, forceer de lippen
dan niet verder. Verwijder het spiegelglas en
controleer of de lippen goed zijn uitgelijnd.
WAARSCHUWING
■Lampen vervangen
●Schakel de verlichting uit. Wacht na het
uitschakelen van de verlichting tot de
lamp is afgekoeld.
De lamp kan erg heet worden en brand-
wonden veroorzaken.
●Raak het glas van de lamp niet aan met
blote handen. Als u het glas van de
lamp toch moet vastpakken, gebruik
daarvoor dan een schone droge doek,
om te voorkomen dat er vocht of olie op
de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is geval-
len, kan deze defect raken of breken.
●Zorg ervoor dat de lamp en overige
onderdelen goed vastzitten. Anders kan
de lamp door oververhitting beschadigd
raken, kan brand ontstaan of kan water
binnendringen in de l ichtunit. Hierdoor
kan de lamp beschadigd raken en kan
condensvorming in het lampglas optre-
den.
●Probeer lampen, stekkers, elektrische
circuits of andere onderdelen van de
verlichting niet te repareren of uit elkaar
te halen.
Als u dat wel doet, kunt u een elektri-
sche schok krijgen en ernstig letsel
oplopen.
■Voorkomen van schade en brand
●Controleer of de lamp goed vastzit.
●Controleer het vermogen van de lamp
voordat deze wordt geplaatst om
beschadiging door hitte te voorkomen.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 618 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

695
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Sommige voorkeursinstellingen zij
n van invloed op de instelling en van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyo ta-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Auto's met navigatiesysteem o f multimediasysteem: Instellingen die u met het
navigatiesysteem of het multimediasysteem kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige ku nnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
■Alarm ( Blz. 110)
*: Indien aanwezig
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay ( Blz. 122, 126, 131)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellin -
gen
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Aanpassen van de gevoeligheid van
de inbraaksensor wanneer een ruit
is geopend
*StandaardBijna leeg––O
Schakelt het alarm uit wanneer de
portieren worden ontgrendeld met
de mechanische sleutel
UitAan––O
Functie*1Standaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Klok (instellen tijd)OO*2–
Klok (displaytype)*312-uurs weergave24-uurs weergaveOO*2–
Taal*3“English” (Engels)Behalve Engels*4–O–
Eenheden*3km (l/100 km)km (km/liter)–O–mijlen (MPG)*5
Weergave snelheidsmeter*6AnaloogDigitaal–O–
ECO-controlelampje*5AanUit–O–
A
B
C
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 695 Monday, October 7, 2019 3:26 PM