
75
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
●De portieren worden ontgrendeld met de
sleutel of de mechanische sleutel.
●Iemand in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt
de auto.
●De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld. (Blz. 342)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de accu
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
■Signalering inbraaksensor
De inbraaksensor signaleert indringers
of een beweging in de auto.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan
niet worden gegarandeerd.
■Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld,
wordt de inbraaksensor automatisch
ingesteld. ( Blz. 74)
■Uitschakelen van de inbraaksen-
sor
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt,
omdat deze sensor reageert op bewe-
gingen binnen in de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor weer in te schakelen.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Inbraaksensor (indien
aanwezig)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 75 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

76
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Telkens wanneer de inbraaksensor wordt
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er een
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch opnieuw
inschakelen van de inbraaksensor
●Het alarm kan zelfs worden ingeschakeld
wanneer de inbraaksens or is uitgescha-
keld.
●Druk op de startknop of ontgrendel de por-
tieren met de instapfunctie of de afstands-
bediening om de inbraaksensor opnieuw in
te schakelen.
●De inbraaksensor wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer het alarm-
systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
●Er is een zijruit geopend.
In dit geval registreer t de sensor mogelijk het
volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding
aan kledinghaakjes, in de auto.
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt
blootgesteld aan schokken of trillingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 76 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

103
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Met de instapfunctie
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1 Pak de portiergreep vast om alle
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achter-
zijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de uit-
holling aan de zijkant van de portier-
greep) aan om alle portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
■Afstandsbediening 1
Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten te
sluiten.
*
2Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten te
openen.*
*
: Deze instelling moet aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Sleutel
De portieren kunnen worden vergren-
deld en ontgrendeld met de mechani-
sche sleutel. ( Blz. 339)
■Functie openen/sluiten van zijruiten
gekoppeld aan portieren
Als een portier wordt geopend, wordt ook de
ruit van het portier iets geopend. Als een por-
tier wordt gesloten, wordt de ruit van het por-
tier volledig gesloten.
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie of
de afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten bediend worden.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie of de afstandsbediening een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld als u de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep met uw vinger
aanraakt, raak dan de vergrendelsensor aan
met uw handpalm.
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 103 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

104
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
■Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie of de
afstandsbediening wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5
seconden een zoemer. Sluit het portier volle-
dig om de zoemer uit te schakelen en ver-
grendel de portieren opnieuw.
■Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( Blz. 74)
■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 110
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( Blz. 339)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
( Blz. 295)
■Als de accu ontladen is
De portieren kunnen niet worden vergrendeld
en ontgrendeld met de instapfunctie of de
afstandsbediening. Vergrendel of ontgrendel
de portieren met de mechanische sleutel.
( Blz. 339)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de vol-
gende voorschriften in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
schriften kan ertoe leiden dat er per onge-
luk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Controleer of alle portieren volledig
gesloten en vergrendeld zijn.
●Trek tijdens het rijden niet aan de bin-
nenportiergreep.
De portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen aan
de binnenzijde in de stand vergrendeld
staan.
■Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto; let er
bijvoorbeeld op of de auto op een helling
staat, of er voldoende ruimte is om het
portier te openen en of het hard waait.
Houd bij het openen of sluiten van het por-
tier de portiergreep goed vast, zodat u
bent voorbereid op eventuele onverwachte
bewegingen.
■Functie openen/sluiten van zijruiten
gekoppeld aan portieren
Houd de bovenrand van de zijruit niet vast
wanneer u het portier sluit. Anders kunnen
uw vingers of kan uw hand bekneld raken
tussen de ruit.
■Bij het gebruik van de afstandsbedie-
ning en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld ka n raken tussen de
ruiten. Laat tevens de afstandsbediening
niet bedienen door kinderen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te
zitten door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 104 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

109
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Plaats van antenneAntennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de buitenportiergrepen of
de schakelaar achterklep openen bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( Blz. 323)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
Smar t entr y-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( Blz. 103)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( Blz. 107)
Starten van de motor ( Blz. 136)
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 109 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

112
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 360)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 110)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Blz. 339
●Starten van de motor: Blz. 339
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 103, 339)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: Blz. 339
●Uitzetten van de motor: Blz. 138
■Verklaring voor het Smart entry-sys-
teem met startknop
Blz. 371
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 112 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

138
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem.
(Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N.
(Blz. 139)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken als het koppe-
lingspedaal niet is ingetrapt. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Uitzetten van de motor
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( Blz. 306)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Trap om de motor opnieuw te starten
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het ri jden is uitgeschakeld
het koppelingspedaal in en druk de
startknop in.
Wijzigen van de stand van het
contact
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 138 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM

220
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS, TRC,
VSC en EPS.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door het stuurge-
drag aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Active Torque Split AWD-systeem
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar permanente
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 220 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM