247
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(
→ Blz. 350), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt
deze functie de bestuurder als de
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen. Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in de
rijstrook te houden als de Dyna-
mic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detectee rt ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 247 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
248
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen z ijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 248 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
257
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automa-
tisch overeenkomstig de
veranderingen in snelheid van de
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de
constante-snelheidsregelmodus
rijdt de auto met een constante
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus ( →Blz. 260)
Constante-snelheidsregelmodus
(→Blz. 264)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen
op het systeem en rijd voorzichtig door
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: →Blz. 266
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 257 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
259
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Situaties waarin de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheids bereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt
de snelheid mogelijk niet goed geregeld,
waardoor een ongeval met ernstig letsel
kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingeste lde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht
zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 259 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
274
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of e
r informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het m ulti-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. ( →Blz. 115)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verk eersborden weer-
gegeven. ( →Blz. 115)
• Verkeersbord begin/ei nde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan snelheidslimiet gerelateerde informatie (autosnelweg,
autoweg, bebouwde kom, woonerf)
• Verkeersbord einde alle verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maxi maal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten) Als er andere verkeersborden dan die met
de maximaal toegestane snelheid worden
herkend, worden deze trapsgewijs weerge-
geven onder het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
*: Auto's met navigatiesysteem
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, wor-
den herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet
herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie*
Weergave op het
multi-informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
Begin autosnelweg
Einde autosnelweg
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 274 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
275
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Wordt weergegeven wanneer een ver-
keersbord wordt herkend maar de infor-
matie over de snelheidslimiet voor de weg
niet beschikbaar is in het navigatiesys-
teem
Verkeersborden inhaalverbod
Andere verkeersborden
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken
*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen van rijstrook niet worden bediend, wordt
het teken niet weergegeven.
Begin autoweg
Einde autoweg
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin erf
Einde erf
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden*
Einde alle verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 275 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
438
COROLLA HV_TMMT_EE7-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak bl ijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn
ingeklapt voordat u van een wasstraat
gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf de
voorzijde van de auto. Klap de spiegels
weer uit voordat u gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Bij gebruik van een wasstraat (auto's
met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zic h binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het por tier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 144)
■Velgen en wieldoppen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsm iddel direct na het
gebruik met water af.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 438 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
441
7
COROLLA HV_TMMT_EE 7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar over-
lappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg
vuile oppervlakken schoon en laat ze drogen.
Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt
gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een
mild sop, lauw water en een doek of spons.
Controleer ook de gordels regelmatig op
overmatige slijtage, rafels en scheuren.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in de auto, zoals op
de vloer, in de ventilatieopeningen van
het batterijpakket (tractiebatterij) of in de
bagageruimte. (→ Blz. 441)
Anders kunnen het batterijpakket, elek-
trische onderdelen en dergelijke defect
raken of vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden.
( → Blz. 35)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader ( →Blz. 430)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat kan
leiden tot brandwonden of een elektri-
sche schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor k an het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 441 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM