351
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel staat in stand P of N.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt
●De parkeerrem wordt geactiveerd
●Er zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC-
en Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
het hybridesysteem of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wan-
neer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in
een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer nadat na het
uitschakelen van het hybridesysteem een
of twee minuten zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wordt gereduceerd om het sys-
teem tegen oververhitting te beschermen als
er gedurende langere tijd veel stuurbewegin-
gen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de
besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat
het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en schakel het
hybridesysteem UIT. Het EPS-systeem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 351 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
352
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet eff ectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 352 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
353
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hi
ll Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit s ysteem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandi gheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 353 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
498
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
■Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het hybridesysteem;
Het elektronische motorregelsysteem;
De elektronische smoorklepregeling; of
Het elektronische hybridetransmissieregelsysteem
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep a-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali fi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali fi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 498 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
504
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: → Blz. 508, 518
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden voldoende
zijn afgekoeld en breng de banden op de
voorgeschreven spanning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie uit.
(→ Blz. 467)
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke
spanningsverlies dat op den duur optreedt of
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen.
In dat geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel is vervangen door een
reservewiel
Auto's met compact reservewiel: Het com-
pacte reservewiel is niet voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Bij een
lekke band zal het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is
het wiel met de lekke band vervangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en
breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het
volwaardige reservewiel is voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Als de
bandenspanning van het reservewiel te laag is, zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaan branden. Bij een lekke
band zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reser-
vewiel. Vervang het reservewiel door het wiel
met de gerepareerde band en breng de band
op de juiste spanning. Het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning zal na een paar
minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
→ Blz. 458
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor
een aanrijding en ernstig letsel kunnen
ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat bran-
den
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats. Breng de banden meteen
op spanning.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 504 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
528
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• EPS
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 528 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
569
COROLLA HV_TMMT_EEAlfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave ............................................ 120
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ............... 120, 123
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 44
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 349 Waarschuwingslampje ...................... 498
ACA (Active Cornering Assist) ............ 349
Accessoireaansluiting ......................... 429
Accu (12V-accu) Accu controleren ............................... 454
Als de 12V-accu is ontladen .............. 533
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 356
Waarschuwingslampje ...................... 497
Achterklep ............................................. 140
Afstandsbediening............................. 142
Bagageruimteverlichting .................... 142
Handgreep achterklep ....................... 142
Openingssysteem achterklep ............ 141
Smart entry-systeem met startknop ......................................... 141
Achterlichten Lampen vervangen ................... 482, 485
Lichtschakelaar ................................. 217
Vermogen .......................................... 553
Achterruitverwarming Achterruit ........................................... 416
Buitenspiegels ................................... 416
Voorruit .............................................. 415
Achterruitverwarming .......................... 416
Achterstoelen ....................................... 173
Hoofdsteunen .................................... 174
Stoelverwarming ............................... 420
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ........................... 482
Actieradius ............................................ 117
Active Cornering Assist (ACA)............ 349
Actueel brandstofverbruik................... 117
Afmetingen............................................ 544
Afstand .................................................. 120
Afstandsbediening Batterij vervangen ............................. 477
Energiebesparende functie ............... 144
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 135 AHB (Automatic High Beam) .............. 220
Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 44
Airbags................................................ 35
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 39
Automatische airconditioning ............ 414
De juiste houding achter het stuur ...... 29
Plaats van airbags .............................. 35
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 37
Voorwaarden voor activering side airbags ...................................... 37
Voorwaarden voor activering
van airbags ....................................... 37
Voorwaarden voor activering van d e side airbags en curtain airbags ..... 37
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................... 39
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags ............................................. 39
Voorzorgsmaatregelen side airbags ............................................. 39
Voorzorgsmaatregelen side
airbags en curtain airbags ................ 39
Waarschuwingslampje SRS.............. 498
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ....................................... 42
Airconditioning Automatische airconditioning ............ 414
Interieurfilter ...................................... 472
Alarm Alarm .................................................. 95
Waarschuwingszoemer..................... 496
Alarmknipperlichten ............................ 488
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ................................... 143
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 349 Waarschuwingslampje ...................... 498
Antidiefstalsysteem Alarm .................................................. 95
Startblokkering .................................... 87
Supervergrendeling ............................ 94
Armsteun .............................................. 435
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 569 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
580
COROLLA HV_TMMT_EEAlfabetische index
W
Waarschuwingslabel .............................. 83
Waarschuwingslampjes ....................... 496
ABS ................................................... 498
Bandenspanning ............................... 500
Brake Override-systeem ................... 499
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking ...... 503
Controlelampje LTA ........................... 501
Controlelampje PKSB OFF ............... 502
Controlelampje RCTA OFF................ 501
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF .......................... 501
Controlelampje Traction Control........ 503
Controlelampje veiligheidsgordel ...... 500
Elektrische stuurbekrachtiging .......... 499
Hoge koelvloeistoftemperatuur ......... 497
Hybridesysteem oververhit ................ 497
Laadsysteem ..................................... 497
Laag brandstofniveau ........................ 499
Lage motoroliedruk ........................... 497
Motorcontrolelampje .......................... 498
Pre-Crash Safety-systeem ................ 502
Remsysteem ..................................... 496
SRS ................................................... 498
Waarschuwingslampje
parkeerrem ..................................... 503
Wegrijregeling ................................... 499
Waarschuwingsmeldingen .................. 505 Waarschuwingszoemers
ABS................................................... 498
Airbags.............................................. 498
Brake Hold-systeem ......................... 503
Brake Override-systeem ................... 499
Elektrische stuurbekrachtiging .......... 499
Hoge koelvloeistoftemperatuur ......... 497
Hybridesysteem ................................ 498
Hybridesysteem oververhit ............... 497
Laadsysteem .................................... 497
Lage motoroliedruk ........................... 497
LTA (Lane Tracing Assist) ......... 247, 501
Motor................................................. 498
Naderingswaarschuwing ................... 263
Open portier .............................. 138, 140
PKSB (Parking Support Brake)......... 502
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ... 501
Remsysteem ..................................... 496
Toyota Parking Assist-sensor.... 300, 501
Veiligheidsgordel............................... 500
Wegrijregeling ................................... 499
Wassen en in de was zetten ................ 438
Weergave Cruise control.................................... 268
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik .......... 257
Energiemonitor ................................. 127
Head-up display ................................ 123
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 253
Multi-informatiedisplay ...................... 115
RCTA................................................. 302
Snelheidsbegrenzer .......................... 271
Toyota Parking Assist-sensor............ 295
Waarschuwingsmelding .................... 505
Weergave informatie ondersteunend systeem ................... 120
Weergave kilometerteller en dagtellerKnop wijzigen weergave ........... 106, 112
Onderwerpen die worden
weergegeven .......................... 106, 112
Weergave rij-informatie ....................... 116
Weergave voertuiginformatie ............. 120
Wegrijregeling ...................................... 191
Winterbanden ....................................... 356
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 580 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM