Page 33 of 754

32
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
Controleer voordat u
wegrijdt eerst of
alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen. ( →Blz. 33)
Gebruik een passend baby- of kinder-
zitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de
juiste wijze te dragen. ( →Blz. 48)Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt
kijken door de binnenspiegel en de bui-
tenspiegels goed
af te stellen.
(→Blz. 290, 291)
WAARSCHUWING
●Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle
over de auto verliezen.
●Plaats geen kussen tussen de bestuur-
der of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe lei-
den dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheids-
gordel en de hoofdsteun in negatieve
zin kan worden beïnvloed.
●Plaats geen voorwerpen onder de voor-
stoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kun-
nen klem komen te zitten in de stoels-
lede, waardoor de stoelen wellicht niet
goed vergrendeld worden. Dit kan lei-
den tot een ongeval en ook kan het stel-
mechanisme beschadigd raken.
●Houd u altijd aan de wettelijke maxi-
mumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
●Neem, wanneer u lange afstanden rijdt,
geregeld een pauze voordat u zich moe
begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of sla-
perig voelt, moet u zichzelf niet dwingen
om verder te rijden, maar direct een
pauze nemen.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
Afstellen van de spiegels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 32 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 34 of 754

33
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de kans op letsel bij plotseling
remmen, plotseling uitwijken of een onge-
val te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door
één persoon worden gebruikt. Gebruik
een veiligheidsgordel niet voor twee
personen tegelijk, ook niet als de
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de
achterstoel plaatsnemen en altijd op de
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en het baby- of kinder-
zitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen
de rugleuning niet verder achterover
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig lets el oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 34)
■Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
→ Blz. 66
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet beschadigd raken doordat de riem,
de gesp of de gordelsluiting bekneld
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 33 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 35 of 754

34
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek
aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw rug
stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen. ( →Blz. 48)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op de juiste wijze te dragen,
volg dan de instructies met betrekking tot
het gebruik van de veiligheidsgordel op.
(→ Blz. 33)
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem
regelmatig. Let op beschadigingen,
zoals scheuren en rafels, en op losse
onderdelen. Gebruik een beschadigde
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de veiligheidsgordel niet
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij een ernstig ongeval,
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf
te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt,
werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 34 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 36 of 754

35
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook
in werking treden als u te snel vooroverbuigt.
Door rustig te bewegen kan de veiligheids-
gordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■Nadat de middelste veiligheidsgordel
achter gebruikt is
Berg de gordelsluiting op in de uitsparing.
1 Duw het schouderbevestigingspunt
omlaag terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
2 Duw het schouderbevestigingspunt
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de
gewenste positie en laat het los als u een
klik hoort.
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel
(voorstoelen)
WAARSCHUWING
■Verstelbaar schouderbevestigings-
punt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het
midden van de schouder ligt. De gordel
mag niet tegen de nek aanliggen, maar
ook niet van uw schouder afglijden. Als u
hier niet voor zorgt, wordt de mate van
bescherming bij plotseling remmen, uitwij-
ken of een ongeval minder en de kans op
ernstig letsel groter.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 35 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 37 of 754

36
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
De gordelspanners helpen bij het op
hun plaats houden van de inzittenden
doordat ze de gordels snel strak tegen
het lichaam aan trekken bij bepaalde
soorten zware frontale aanrijdingen en
aanrijdingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd
bij lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdin-
gen van opzij, bij aanrijdingen van achteren
of wanneer de auto over de kop slaat.
■Vervangen van de veiligheidsgordel als
de gordelspanner geactiveerd is
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrij-
dingen, wordt de gordelspanner geactiveerd
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de
tweede of voor volgende aanrijdingen.
Gordelspanners (voorstoelen
en buitenste zitplaatsen achter)
WAARSCHUWING
■Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den als een gordelspanner is geactiveerd.
De veiligheidsgordel k an in dit geval niet
meer worden gebruikt en moet worden
vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 36 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 38 of 754
37
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Plaats van de airbags
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpassagier te beschermen tegen
contact met onderdelen van het interieur
Knie-airbag
Helpt de bestuurder te beschermen
Side airbags en curtain airbagsSide airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de v oorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste zitplaatsen voor en achter te beschermen
Airbags
De airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde
soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor
de inzittenden. Ze werken samen met de veiligheidsg ordels om de kans op
ernstig letsel te beperken.
SRS-airbagsysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 37 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 39 of 754
38
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
■Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opzij (voorportier)
Bestuurdersairbag
Knie-airbag bestuurder
Controlelampje AIR BAG ON en AIR BAG OFF
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
De belangrijkste onderdelen van het airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het
airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de air-
bags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de air-
bags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te
helpen beperken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 38 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 40 of 754

39
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden,
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielnaaf,
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het remsysteem en de remlichten worden
automatisch aangestuurd. (
→Blz. 502)
●De interieurverlichting gaat automatisch
branden. ( →Blz. 582)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( →Blz. 654)
●De brandstoftoevoer naar de motor wordt
gestopt. ( →Blz. 662)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar
het controlecentrum van eCall. De locatie
van de auto wordt doorgegeven (zonder
dat de toets SOS hoeft te worden inge-
drukt) en een medewerker zal proberen
om met de inzittenden te praten om de
ernst van de situatie vast te stellen en te
bepalen of hulp nodig is. Als de inzittenden
niet in staat zijn om te communiceren,
behandelt de medewerker de oproep auto-
matisch als een noodgeval en schakelt hij
of zij de noodzakelijke hulpdiensten in.
( → Blz. 69)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan- rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. ( →Blz. 70)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe- gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto onder
een vrachtwagen terechtkomt
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
●De side airbags en curtain airbags worden
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat
op de positie van de auto).
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook
geactiveerd bij een zware aanrijding van
opzij.
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
■Omstandigheden waarbij de airbags
geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden
bij zware stoten tegen de onderkant van de
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
●Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 39 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM