4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omstandigheden waaronder de Inte lligent Clearance Sonar-functie mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt de Intelligent Clear-
ance Sonar-functie mogelijk zelfs als er geen kans op een aanri jding is.
● Omgeving van de auto
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergangen, tolpoortjes en pa rkeerplaatsen)
wordt gereden
• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door een construc tie, zoals een tunnel
of een stalen brug
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven afvoergoten
• Bij het rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
● Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systee m weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er v eel water op een sensor terechtk omt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld b ij mist, sneeuw of
een zandstorm
● Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentek enplaat met achter-
grondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spatbordantenne
of een draadloze antenne in de buurt van een van de sensoren is geplaatst
• Wanneer op een smalle weg wordt gere-
den
• Wanneer op een grindweg of in een omgeving met hoog gras wordt gereden
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 404 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
●Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o .i.d.
■ Als de Intelligent Clearance Sona r-functie onnodig wordt geactiveerd, bijvoor-
beeld op een spoorwegovergang
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat het Intelligent Clearance Sonar-systeem onno-
dig in werking treedt op een spoorwegovergang e.d., wordt de re mregeling na onge-
veer 2 seconden uitgeschakeld, zodat u verder kunt rijden en de plek kunt verlaten. De
remregeling kan ook worden geannuleerd door het rempedaal in te trappen. Wanneer
u het gaspedaal weer intrapt, kunt u weer verder rijden en de p lek verlaten.
■ Omstandigheden waaronder de remf unctie van het Intelligent Clearance Sonar-
systeem mogelijk niet goed werkt
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt deze functie mogelijk
niet goed.
● Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systee m weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er v eel water op een sensor terechtk omt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld b ij mist, sneeuw of
een zandstorm
● Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een o bject bevindt dat
niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
• Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 405 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE●
Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentek enplaat met achter-
grondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spatbordantenne
of een draadloze antenne in de buurt van een van de sensoren is geplaatst
● Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o .i.d.
■ Als een accuklem is losgenom en en weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedurende ten minste 5 sec onden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of hoger.
■ Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB niet beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergeg even en het controlelampje ICS OFF knipper t
Mogelijk is het systeem na het los nemen en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem. ( →Blz. 406)
Als deze melding na de initialisatie nog steeds wordt weergegeven, laat de auto dan
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara teur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Please Clean Parking Assist Sensor” (Parking Assist niet beschik-
baar, reinig Parking Assist-sensor) op het multi-informatiedisp lay worden weer-
gegeven en het controlelampje ICS OFF knippert
● Mogelijk is een van de sensoren bedekt met bijvoorbeeld ijs, sn eeuw of vuil. Verwij-
der dit dan van de sensor om te zorgen dat het systeem weer nor maal werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa rateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als deze melding ook na het
verwijderen van het vuil van de sensor wordt weergegeven of wor dt weergegeven
wanneer de sensor helemaal niet vuil was.
● Mogelijk is een van de sensoren bevroren. Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer
normaal werken.
● Er kan continu water over de sensor stromen, zoals bij zware re genval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer normaal is, zal het systeem weer normaal wer-
ken.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 406 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Intell igent Clearance Sonar-systeem
Vertrouw niet blindelings op he t systeem, omdat dit kan leiden tot een ongeval.
● De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedra g. Rijd altijd voorzich-
tig en houd rekening met de omgeving. Het Intelligent Clearance Sonar-systeem is
ontworpen om te helpen de ernst van een aanrijding te verminderen. Onder som-
mige omstandigheden is het echter mogelijk dat het systeem niet werkt.
● Het Intelligent Clearance Sonar-systeem is niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het, zelfs wanneer het syste em de auto tot stil-
stand heeft gebracht, noodzakelijk om onmiddellijk het rempedaal in te trappen,
omdat de remregeling na ongeveer 2 seconden wordt uitgeschakeld .
■ Om ervoor te zorgen dat het Intelligent Clearance Sonar-systeem goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sen soren in acht
( → Blz. 399). Het niet in acht nemen van de voorschriften kan er toe leiden dat een
sensor niet goed werkt, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een defecte sensor uitsluitend door een originele sensor.
● Stel een sensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schok ken.
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de rad arsensoren in
acht ( →Blz. 380). Het niet in acht nemen van de voorschriften kan er to e leiden dat
een radarsensor niet goed werkt, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een radarsensor uitsluitend door een originele sensor.
● Stel een radarsensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schokken.
● Voorkom dat de radarsensoren beschadigd raken en houd de radars ensoren en
hun omgeving op de bumper te allen tijde schoon.
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien vera nderingen in de
wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kunnen zorgen dat de sensoren
objecten niet juist signaleren, dat het systeem niet werkt of dat het systeem onnodig
werkt.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 407 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
OPMERKING
■Voorkomen van storingen in de werking van het systeem
● Wanneer het gebied rondom een sensor wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer doordat de sensor niet goed
meer is uitgelijnd. Laat de auto nakijken door een erkende Toyo ta-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goed werkt.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechts treeks op de sen-
soren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goe d werkt.
■ Voorkomen van storingen in de werking van een radarsensor
● Wanneer het gebied rondom een radarsensor wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer doordat de sensor niet goed
meer werkt. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste deskundige.
● Neem de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het omgaan met de radarsen-
sor in acht. ( →Blz. 380)
■ Voorkomen van het onnodig in werking treden van het Intelligent Clearance
Sonar-systeem
Schakel in de onderstaande situaties het Intelligent Clearance Sonar-systeem uit,
omdat het systeem anders mogelijk zelfs werkt als er geen kans op een aanrijding is.
● Bij een controle van de auto op een rollenbank o.i.d.
● Wanneer de auto op een schip, vrachtwagen of ander transportmid del wordt gela-
den
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepo og, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwplo eg, is geplaatst
● Bij het wassen van de auto in een wasstraat
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 408 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Weer inschakelen van d e Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie
Wanneer de Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie is uitgesch akeld terwijl deze
functie in werking was, kunt u zelf het Intelligent Clearance S onar-systeem weer
inschakelen ( →Blz. 399) of het contact UIT en vervolgens weer AAN zetten. Wann eer
de functie wordt uitgeschakeld, gaat het controlelampje ICS OFF branden.
(→ Blz. 135)
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als er bij het achteruitrijden niet
langer een auto van rechts of links achter de auto nadert of al s de auto van rijrichting
verandert (bijvoorbeeld achteruit in plaats van vooruit). Wanneer de functie weer wordt
ingeschakeld, dooft het controlelampje ICS OFF.
■ Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie een
auto niet signaleert
De Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie is niet ontworpen om de volgende typen
voertuigen en/of objecten te signaleren:
● Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Voertuigen die achteruit inparkeren in een parkeerruimte naast uw auto
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stilstaande objec-
ten
*
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object gesigna-
leerd.
■ RCTA-zoemer
Als, ongeacht of de RCTA-functie is ingeschakeld of niet ( →Blz. 371), de Rear Cros-
sing Traffic Auto Brake-functie is ingeschakeld en de remregeli ng wordt uitgevoerd,
klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te attenderen. ● Voertuigen die niet kunnen worden gesigna-
leerd door de sensoren als gevolg van obsta-
kels
● Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 412 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie moge-
lijk niet goed werkt
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt deze functie mogelijk
niet goed.
● De radarsensoren zijn niet ontworpen om de volgende soorten obj ecten en voertui-
gen te signaleren:
• Stilstaande objecten
• Voertuigen die van uw auto af bewegen
• Voetgangers, motorfietsen, fietsen, enz.
*
• Objecten die zich zeer dicht bij een radarsensor bevinden
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto nade ren met een snel-
heid van minder dan ongeveer 8 km/h
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto nade ren met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object gesigna-
leerd.
● Omstandigheden waaronder de radarsensoren een object mogelijk n iet signaleren
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Als de achterbumper is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er veel water op uw auto
terechtkomt
• Wanneer een voertuig naast uw auto het detectiegebied van een radarsensor
blokkeert
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleep oog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of snee uwploeg, is
geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat ba nden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de be lading van de
auto
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentek enplaat met achter-
grondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spatbordantenne
of een draadloze antenne in de buurt van een van de radarsensoren is geplaatst
• Als de stand van een radarsensor is gewijzigd door een aanrijd ing o.i.d. of na het
verwijderen en plaatsen van een radarsensor
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke auto
• Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
● Omstandigheden waaronder de radarsensor een voertuig mogelijk n iet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 414 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
4154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Omgaan met de radarsensoren
→Blz. 380• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
• Voertuigen die niet kunnen worden gesig- naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 415 Monday, October 7, 2019 12:19 PM