Controlela
mpje Omschrijving Airbag. Neem direct contact op met Tesla als dit rode lampje bij het starten van de
Model X niet k
ort knippert of als het blijft branden. Zie Airbags op pagina 60. Er is storing van het ABS-systeem gedetecteerd. Zie R
emmen en stoppen op
pagina 89. Neem onmiddellijk contact op met Tesla. De parkeerrem is handmatig aangetrokken. Zie P
arkeerrem op pagina 91.Er is storing van de parkeerrem gedetecteerd. Neem contact op met Tesla. Zie
P
arkeerrem op pagina 91. Vehicle Hold is actief aan het remmen. Zie V
ehicle Hold op pagina 96.Bandenspanningswaarschuwing . De bandenspanning van een van de banden is te
hoog of t
e laag. Het lampje knippert als er een defect aan het
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) is vastgesteld. Neem bij een defect aan
het TPMS contact op met Tesla. Zie Onderhoud banden op pagina 219. Een portier of k
o
Remmen en stoppen
R
emsystemen Attentie: C
orrect werkende remsystemen
zijn essentieel om de veiligheid te kunnen
garanderen. Als u een probleem
ondervindt met het rempedaal, de
remklauw of enig ander onderdeel van
een Model X remsysteem, neem dan
onmiddellijk contact op met Tesla.
Model X is uitgerust met ABS, een systeem dat
v
oorkomt dat de wielen bij een eventuele
noodstop blokkeren. Hierdoor blijft de auto in
de meeste omstandigheden bestuurbaar.
Bij een noodstop controleert het ABS
voortdurend de draaisnelheid van de wielen en
regelt het systeem de remdruk naar elk wiel
aan de hand van de grip.
Het aanpassen van de remdruk zorgt voor een
pulserende beweging van het rempedaal. Dit
is een normaal verschijnsel en geeft aan dat
het ABS actief is. Houd het rempedaal stevig
ingetrapt als u deze pulserende beweging
voelt. Het gele ABS-controlelampje
knippert op het ins
trumentenpaneel
wanneer u de Model X voor het eerst
start. Als het lampje op enig ander
moment gaat branden, is er een
storing geconstateerd en werkt het
ABS niet. Neem contact op met
Tesla. Het remsysteem blijft normaal
functioneren en wordt niet beïnvloed
door het uitvallen van het ABS. De
remweg kan echter langer worden.
Rijd voorzichtig en voorkom stevig
remmen. Als op het instrumentenpaneel dit
r
ode controlelampje voor de
remmen lang wordt weergegeven
wanneer u de Model X voor het eerst
start, is er een defect aan het
remsysteem vastgesteld of is het
remvloeistofniveau te laag. Neem
onmiddellijk contact op met Tesla.
Trap het rempedaal stevig in en houd
het ingetrapt om de auto tot
stilstand te brengen wanneer dat
veilig is. Noodstop
T
rap bij een noodstop zo hard mogelijk op het
rempedaal en houd het pedaal ingetrapt, zelfs
op oppervlakken met weinig grip. Het ABS
past de remdruk van elk wiel aan afhankelijk
van de grip die het wiel heeft. Zo wordt
voorkomen dat de wielen blokkeren en kunt u
op een zo veilig mogelijke manier stoppen. Attentie: Nooit pompend r
emmen. Dit
verstoort de goede werking van het ABS
en verlengt de remweg. Attentie: Houd altijd v
oldoende afstand
tot uw voorganger en wees bij gevaarlijke
omstandigheden extra voorzichtig.
Alhoewel het ABS de remweg kan
verkorten, kan het de wetten van de
natuur niet overtreden. Het voorkomt ook
geen aquaplaning (een laagje water
verhindert het contact tussen de band en
het wegdek).
Automatisch remmen bij noodgevallen is
ontw
orpen om automatisch te remmen in
situaties waarbij een botsing onvermijdelijk
wordt geacht (zie Automatisch remmen bij
noodgevallen op pagina 153). Attentie: A
utomatisch remmen bij
noodgevallen is niet ontwikkeld om een
botsing te voorkomen. Het kan ten
hoogste de gevolgen van een frontale
botsing minimaliseren door te proberen
uw rijsnelheid te verlagen. Als u volledig
vertrouwt op Automatisch remmen bij
noodgevallen om een botsing te
voorkomen, kan dit tot ernstig letsel of de
dood leiden. Let op!: Als de r
emmen niet goed werken
in een noodgeval, kunt u de knop Park op
de schakelhendel ingedrukt houden om
de auto tot stilstand te brengen. Gebruik
deze methode uitsluitend wanneer deze
absoluut noodzakelijk is om de auto te
stoppen.
Remdroogfunctie
Model X is uit
gerust met een remdroogfunctie,
die automatisch helpt de remrespons onder
koude en natte weersomstandigheden te
handhaven. Als dergelijke omstandigheden
worden gedetecteerd, oefent de
remdroogfunctie een niet-waarneembare
remkracht uit om water te verwijderen van het
oppervlak van de remschijven. Dit zorgt
ervoor dat de remmen zelfs onder slechte
weersomstandigheden goed reageren. Remmen en stoppen
Rijden
89
Hydraulische fadingcompensatie
Uw aut
o is tevens uitgerust met hydraulische
fadingcompensatie. Dit systeem bewaakt de
remdruk van het remsysteem en de activiteit
van het ABS-systeem op verminderde
remprestaties. Als verminderde remprestaties
worden gedetecteerd (als gevolg van
bijvoorbeeld remfading of koude of natte
omstandigheden), merkt u mogelijk dat het
rempedaal onder uw voet omlaag wordt
getrokken, hoort u een geluid en merkt u dat
de remkracht van de auto aanzienlijk
toeneemt. Blijf het rempedaal intrappen
zonder het pedaal op te laten komen of te
`pompen' — rem zoals u dat gewoonlijk doet. Let op!: Als de r
emmen niet goed werken,
stop de auto dan zo spoedig mogelijk
zodra dat veilig is en neem contact op
met Tesla Service. Zie Parkeren op pagina
75 voor informatie over het gebruik van
de knop Park voor een noodstop. Attentie: Houd altijd v
oldoende afstand
tot uw voorligger en wees bij gevaarlijke
omstandigheden extra voorzichtig.
Vertrouw er niet op dat de
remdroogfunctie of hydraulische
fadingcompensatie adequaat remmen
overbodig maken.
Regeneratief remmen Elk
e keer dat u tijdens het rijden in de Model X
de voet van het gaspedaal neemt, verliest de
Model X door regeneratief remmen snelheid
terwijl de daarbij opgewekte energie wordt
gebruikt om de batterij op te laden.
Door goed te anticiperen en tijdig gas terug te
nemen, kunt u de voordelen van regeneratief
remmen optimaal benutten en de actieradius
vergroten. Natuurlijk is dit geen volwaardig
alternatief voor het echte remmen om
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Opmerking: Als de Model X door het
regeneratief remmen sterk afremt
(bijvoorbeeld als uw voet volledig van het
gaspedaal is genomen bij hoge snelheden),
gaan de remlichten branden om het
achteropkomende verkeer te waarschuwen. Attentie: Bij sneeuw of ijs erv
aart de
Model X mogelijk verlies van grip tijdens
regeneratief remmen, met name als de
instelling Standaard actief is en/of geen
winterbanden worden gebruikt. Tesla
raadt aan bij sneeuw of ijs de instelling
Laag te gebruiken (zie Niveau voor
regeneratief remmen instellen op pagina 90) voor behoud van de
v
oertuigstabiliteit.
De Energieapp geeft real-time informatie over
de hoe
veelheid energie die door regeneratief
remmen wordt herwonnen. U kunt ook de
vermogensmeter weergeven aan beide kanten
van het instrumentenpaneel door Energie te
kiezen met behulp van de scrolltoets op het
stuur (zie Stuur op pagina 67).
De hoeveelheid energie die op deze manier
wordt herwonnen en in de batterij wordt
opgeslagen, is afhankelijk van de staat van de
batterij en het door u ingestelde laadniveau.
Het regeneratief remmen kan beperkt zijn
wanneer de batterij al volledig is geladen of bij
een te lage omgevingstemperatuur.
Opmerking: Als het regeneratief remmen is
beperkt, verschijnt er een gele stippellijn op
de vermogensmeter. Niveau voor regeneratief remmen instellen
U k
unt het niveau voor regeneratief remmen
via het touchscreen instellen:
1. Tik op Bediening > Rijden > Regeneratief
remmen.
2. U kunt kiezen uit twee niveaus:
•Standaard: Biedt de
maximumhoeveelheid regeneratief
remmen. Als u het gas loslaat, zal de
Model X afremmen, zodat u de
remmen minder hoeft te gebruiken.
• Laag: Beperkt regeneratief remmen.
Als u het gas loslaat, zal de Model X
minder sterk afremmen en langer
doorrollen dan wanneer "Standaard"
is ingesteld. Remmen en stoppen
90 Handleiding Model X
Als het geluid is ingeschakeld (zie Hoorbar
e
feedback regelen op pagina 95), hoort u een
waarschuwingssignaal tijdens het
manoeuvreren. U kunt dit geluid tijdelijk
uitschakelen door op de scrolltoets links op
het stuur te drukken, of door op de dempknop
te tikken in de linkerbenedenhoek van het
parkeerhulpbeeld.
Opmerking: Als een sensor geen signaal
doorgeeft, verschijnt er een waarschuwing op
het instrumentenpaneel. Let op!: Z
org ervoor dat sensoren schoon
zijn en vrij van sneeuw, modder en vuil.
Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks
op de sensoren en reinig ze niet met een
scherp of schurend voorwerp, dat
veroorzaakt krassen en kan het oppervlak
beschadigen. Let op!: Plak geen s
tickers op de
parkeersensoren en monteer ook geen
accessoires voor de sensoren.
Hoorbare feedback regelen
U k
unt de parkeerhulp met en zonder
geluidssignaal gebruiken. Om het geluid in of
uit te schakelen, tikt u op Bediening >
Veiligheid en beveiliging > Parkeerhulp
Geluidsignalen.
U kunt het geluid tijdelijk uitschakelen door op
de scrolltoets links op het stuur te drukken, of
door op de dempknop te tikken in de hoek
van het parkeerhulpbeeld. Het geluid blijft
uitgeschakeld tot u de selectiehendel in een
andere stand zet of tot u harder rijdt dan
8 km/h.
Beperkingen en valse
waarschuwingenIn de volgende omstandigheden functioneert
de parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
• Een of meer parkeersensoren zijn beschadigd, vuil of bedekt (met sneeuw,
bladeren, ijs).
• Het object is te laag, ongeveer 20 cm (bijvoorbeeld een trottoirband of een lage
drempel). Let op!: K
ortere gedetecteerde
objecten (zoals stoepranden of lage
drempels) kunnen naar de dode hoek
van de sensoren bewegen. Model X
kan u niet waarschuwen voor een
object dat zich in de dode hoek van
de sensoren bevindt. • Weersomstandigheden (zware regen,
sneeuw
, mist) die de goede werking van
de sensoren belemmeren.
• Het object is te dun (bijvoorbeeld een dun paaltje).
• Het obstakel is buiten het bereik van de sensor.
• Het object absorbeert geluid of is zacht (bijvoorbeeld poedersneeuw).
• Het object is afgeschuind (bijvoorbeeld een oprit).
• Model X is geparkeerd of er is met de auto gereden bij extreem lage of hoge
temperaturen.
• De sensoren worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• U rijdt in een omgeving waar de ultrasone geluidsgolven van de sensor weg worden
gekaatst van de auto (bijvoorbeeld door
een muur of pilaar).
• Het object bevindt zich te dicht bij de bumper.
• De bumper is beschadigd of hangt scheef.
• Er iets op de bumper van de Model X is gemonteerd waardoor de sensor wordt
afgedekt (bijvoorbeeld een
•
Relatief - Indien gewenst kunt u een
marge voor de snelheidslimiet instellen
(+ of -) als u alleen gewaarschuwd wilt
worden wanneer u de maximumsnelheid
met een ingestelde marge overschrijdt. U
kunt de marge bijvoorbeeld verhogen
naar +10 km/h, als u alleen gewaarschuwd
wilt worden wanneer u de
maximumsnelheid met 10 km/h
overschrijdt.
Opmerking: De snelheidsmarge heeft ook
invloed op het getal dat wordt
weergegeven in het grijze
snelheidsmeterpictogram links van de
rijsnelheid op het instrumentenpaneel.
• Absoluut - Geef handmatig een
maximumsnelheid op tussen 30 en
240 km/h.
Opmerking: Snelheidshulp is niet altijd
accuraat. De weglocatie kan verkeerd worden
berekend waardoor Snelheidshulp de
maximumsnelheid voor een nabijgelegen
weergeeft, die kan afwijken van de
maximumsnelheid voor de weg waarop u zich
bevindt. Snelheidshulp kan er bijvoorbeeld van
uitgaan dat de Model X op een snelweg rijdt
terwijl u in werkelijkheid op een nabijgelegen
provinciale weg rijdt, of andersom.
Opmerking: De gekozen instelling wordt
bewaard tot u deze handmatig wijzigt. Deze
wordt ook in uw bestuurderspr o
Remvloeistof controleren
Attentie: Neem onmiddellijk c
ontact op
met Tesla als u merkt dat de speling van
het rempedaal duidelijk verandert of dat
het remvloeistofniveau sterk is gedaald.
Een wijziging in de werking van het
rempedaal of in het remvloeistofniveau
kan leiden tot een langere remweg en
zelfs tot het wegvallen van de remmen. Het rode controlelampje voor de
r
emmen op het instrumentenpaneel
waarschuwt u als het
remvloeistofniveau tot beneden het
minimumniveau daalt. Als het lampje
onder het rijden gaat branden, stop
dan zo snel mogelijk op een veilige
plaats en rem daarbij zo zacht
mogelijk. Rijd niet verder! Neem
onmiddellijk contact op met Tesla.
Controle vloeistofniveau
Het niv
eau en de toestand van de remvloeistof
wordt tijdens de reguliere onderhoudsbeurten
door Tesla gecontroleerd.
Remvloeistof bijvullen
Vul zelf geen remvloeistof bij. De
onderstaande instructies dienen uitsluitend ter
informatie en als referentie:
1. Reinig de vuldop van het reservoir
voordat u de dop verwijdert, om te
voorkomen dat er vuil in het reservoir
komt.
2. Draai de vuldop los en verwijder deze.
3. Vul het reservoir bij met de juiste
remvloeistof tot de markering MAX.
4. Plaats de vuldop terug en zorg ervoor dat
deze stevig vastzit. Attentie: Gebruik uitsluit
end nieuwe
remvloeistof uit een ongeopende,
luchtdichte container. Gebruik geen
remvloeistof die al eerder is gebruikt of
remvloeistof uit een geopende container;
de vloeistof is vochtabsorberend
waardoor de capaciteit van het
remsysteem kan dalen. Attentie: R
emvloeistof is giftig. Houd
containers dicht en buiten bereik van
kinderen. Neem direct contact op met
een arts als remvloeistof per ongeluk
wordt ingeslikt. Let op!: R
emvloeistof tast de lak van de
auto aan. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk met een
absorber
ende doek en reinig het
oppervlak met een mengsel van water en
autoshampoo. Vloeistofreservoirs
Onderhoud
233
Index
A
aanhanger tr
ekken 108
Aanhangermodus 111
Aanhangerrem voor trekken van aanhanger 112
aanjagersnelheid, interieur 172
aantal zitplaatsen 239
ABS (antiblokkeersysteem) 89
absolute maximumsnelheid 156
acceleratie bij inhalen 124
Acceleratie-instellingen 97
accessoiredrager 108
accessoires aansluiting op stopcontact 29
achterbak kindersloten 18
portier
grepen binnenzijde uitschakelen 18
achterklep openen 23
opening afs
tellen 24
Achteruit 75
acht
eruitrijcamera 103
actieradius rijtips om actieradius te vergroten 101
w
eergegeven op instrumentenpaneel 81
actieradiusgarantie 102
actie
ve voorklep 99
Actuele Verkeersinformatie 181
adaptieve koplampen 79
Adaptieve schokbrekers 191
afdekplaat, verwijderen 232
afmetingen 241
afmetingen overhang 241
Agenda weergeven bij instappen 193
Agenda-app 193
airbags 60
airconditioning 170
alarm 194
alarmknipperlichten 80
Altijd geschat energieverbruik van rit tonen 181
altijd verbonden, instellen 101
antiblokkeersysteem (ABS) 89
apparaten aansluiting 28
audiobes
tanden afspelen van 187
Bluetooth, audiobestanden afspelen 187
application launcher 4
audio bestanden afspelen 184
diep geluid 187
equaliz
er 187
toetsen op het stuur 67
volumeregeling 184
Auto baan verwisselen 133
A
utomatisch grootlicht 79
automatisch remmen bij noodgevallen 153
automatisch vering verhogen 191
automatische navigatie 177
autopilot autopilot (V
ervolg)
binnen wegmarkeringen blijven 149
dode hoek w aarschuwing 149
waarschuwing zijdelingse botsing 149
Autopilot acceleratie bij inhalen 124
A
uto baan verwisselen 133
automatisch remmen bij noodgevallen
152
botsing ontwijkingshulp 152
maximumsnelheid in acht nemen 156
Navigeren met Autopilot 134
overzicht 121
Parkeerautomaat 139
snelheidshulp 156
Stuurautomaat 131
Verkeersbewuste cruise control 124
Voorrijden 141
voorwaartse botsingwaarschuwing 152
waarschuwing snelheidslimiet 156
Autopilot-componenten 121
B bagageruimt
e 24
bagageruimte, voor 26 banden balanceren 220
bandenspannings
sensor vervangen 224
controle en onderhoud 220
kettingen 225
markeringen op banden 249
rotatie 220
spanning, controleren 219
speci