27
Sleutels of afstandsbediening verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk,
de sticker met de sleutelcode naar het
PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code
van de sleutel en de transponder opzoeken
en een nieuwe bestellen.
F
S
teek de sleutel in het contactslot
met de knoppen (hangsloten) van de
afstandsbediening naar u toe gericht.
F
Z
et het contact aan.
F
H
oud de vergrendelknop binnen tien
seconden minimaal 5
seconden ingedrukt.
F
Z
et het contact af.
F
W
acht minstens 1
minuut alvorens van de
afstandsbediening gebruik te maken.
De afstandsbediening werkt nu weer. Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met een contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is
een systeem met een groot bereik. Het is
raadzaam om niet met de knoppen van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het
zicht van uw auto. De afstandsbediening kan
dan onbruikbaar worden en moet in dat geval
opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren
als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als
het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor de
hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
2
Toegang tot de auto
61
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Sjorogen
Veiligheidsnet
F Open de afdekking van de haaksteun.
F D raai de stang eerst een kwartslag en
bevestig ver volgens de bovenzijde van het
net in de uitsparingen.
F
C
ontroleer of het uiteinde van de stang
goed vastzit in het metalen deel van de
behuizing.
F
B
evestig de riemen op de hier voor
bestemde plaatsen op de vloer.
F
S
pan het net met de riemen aan.
Voorzieningen achterin
(7 zitplaatsen)
BekerhouderGebruik deze sjorogen om uw lading mee vast
te zetten op de vloer.
12V-aansluiting
Maximaal vermogen: 120 W.
A angeraden wordt het gebruik hier van te
beperken om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Sjorogen
Vloeistof in een beker die kan omvallen,
vormt altijd een risico.
Bevestig uw lading met de sjorogen stevig op de
vloer in de auto.
3
Ergonomie en comfort
64
F Positioneer de twee flappen en sluit het deksel.
Voorzieningen laadruimte
12V-aansluiting (max. 120 W)
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Aangeraden wordt het gebruik hier van te
beperken om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Sjorogen
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de lading goed met de sjorogen
te bevestigen en zware voor werpen zo
dicht mogelijk bij de cabine te plaatsen.
Bevestig uw lading met de sjorogen op de vloer
achter in de auto.
Bekleding
Laadschotten
Uw auto kan worden voorzien van een breed
scala aan laadschotten voor een effectieve
bescherming van de bestuurder en de voorste
passagiers met behoud van de modulariteit van
de laadruimte.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor
meer informatie over de verschillende
laadschotaccessoires.
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.
Ergonomie en comfort
76
Algemene aanbevelingen
met betrekking tot de
veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw auto
zijn labels aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie
over de identificatie van uw auto.
Ver wijder ze niet: ze horen namelijk bij de
auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het PEUGEOT-netwerk is in
staat u dit te bieden.Belangrijke informatie:
-
h
et monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan tot een hoger verbruik
leiden en storingen in het elektronische
systeem van uw auto veroorzaken.
Ga naar het PEUGEOT-netwerk voor
meer informatie over het aanbod aan
accessoires met een artikelnummer.
-
u
it veiligheidsoverwegingen is toegang
tot de diagnose-aansluiting, die is
gekoppeld aan de elektronische
systemen in de auto, uitsluitend
voorbehouden aan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is
over geschikt gereedschap (kans op
storingen in de elektronische systemen
die kunnen leiden tot pech of ernstige
ongevallen). De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld als deze
aanwijzing niet wordt opgevolgd.
-
w
ijzigingen of aanpassingen die
niet door PEUGEOT zijn voorzien
of toegestaan, of die niet volgens
de technische voorschriften van de
fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot
het ver vallen van de wettelijke en
contractuele garanties. Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
Afhankelijk van de landelijke wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto, enz.
Veiligheid
1
7 inch Touchscreen
GPS-navigatie –
Multimedia-autoradio –
Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen
1
St
uurkolomschakelaars
2
Menu's
3
Navigatie
4
R
adio 7
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
8
M
edia 9
Instellingen
11
Connect-services
12
Telefoon
14
Veelgestelde vragen
1
7Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de melding "eco-mode" wordt
weergegeven, wordt het systeem spoedig
uitgeschakeld. Zie de rubriek over de
eco-mode.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen boven het touchscreen
om de menucarrousel te openen en druk
ver volgens op de op touchscreen weergegeven
toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.
Als het bijzonder warm is, kan het systeem
gedurende minimaal 5
minuten overgaan
in de waakstand (volledig uitschakelen van
het scherm en het geluid).
Sneltoetsen: met behulp van de toetsen
in de bovenste balk van het touchscreen
is het mogelijk direct de geluidsbron of de
lijst met zenders (of titels afhankelijk van de
geluidsbron) te kiezen.
Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
.
Touchscreen 7 inch
2
* Afhankelijk van de apparatuur. Druk op Menu om de menucarrousel
weer te geven.
Volumeregeling (voor elke bron afzonderlijk,
ook voor verkeersinformatieberichten (TA) en
navigatieaanwijzingen).
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op de
toetsen voor het verhogen en verlagen van het
geluidsvolume te drukken. Als het zeer warm is in het interieur, kan
het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gedaald,
wordt de oorspronkelijke instelling weer
gebruikt.
Het is een "resistief " scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name bij
bewegingen (door een lijst bladeren,
scrollen over de kaart, enz.). Lichtjes
aanraken is niet voldoende. Als het
scherm met meerdere vingers wordt
aangeraakt, worden de commando's niet
opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend met
handschoenen. Deze technologie werkt bij
elke temperatuur.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte
handen.
-
FM-/DAB*/AM*-radiozenders.
- USB-stick.
-
S
martphone via MirrorLink
TM of CarPlay®.
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth®*
en multimedia-uitzending Bluetooth®*
(streaming).
-
M
ediaspeler aangesloten via de AUX-
aansluiting (jack-aansluiting, kabel niet
meegeleverd). Geluid weer inschakelen door een van de twee
volumetoetsen in te drukken.
Stuurkolomschakelaars
Radio: selecteren van de vorige/
volgende voorkeuzezender.
Media: selecteren van het genre/de
artiest /de map uit de lijst, afhankelijk
van de indeling.
Selecteren van het vorige/volgende
item van een menu.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in oplopende volgorde.
Media: selecteren van het volgende
nummer.
Media, ingedrukt houden: snel
vooruitspoelen.
Een item in de lijst overslaan.
Wijzigen van de geluidsbron.
Bevestigen van een selectie.
Telefoon opnemen/ophangen.
Langer dan 2
seconden indrukken:
toegang tot het telefoonmenu.
Radio: automatisch zoeken naar
zenders in aflopende volgorde.
Media: selecteren van het vorige
nummer.
Media, ingedrukt houden:
terugspoelen.
Een item in de lijst overslaan.
Touchscreen 7 inch
3
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Mute: geluid onderbreken door
gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op
één van de twee volumetoetsen.
Menu's
Navigatie
(Afhankelijk van de uitvoering)Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Connect-services
(Afhankelijk van de uitvoering)Gebruiken van bepaalde apps van
uw smartphone via MirrorLink
TM of
CarPlay®.
Radio Media
Selecteren van de geluidsbron of
een radiozender en weergeven van
foto's.
Telefoon
Verbinding maken met een telefoon
via Bluetooth®.
Toegang tot de functie CarPlay® na
het aansluiten van de USB-kabel
van uw smartphone.
Instellingen
Instellen van het geluid (balans,
geluidssfeer, ...), de grafische
weergave en de weergave (taal,
eenheden, datum, tijd, ...).
.
Touchscreen 7 inch
7
De functie TA (Traffic Announcement) geeft
voorrang aan verkeersinformatieberichten.
Om te worden geactiveerd moet deze
functie een radiozender die deze berichten
uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra
een verkeersinformatiebericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die
op dat moment wordt weergegeven
automatisch onderbroken voor de weergave
van het TA-verkeersinformatiebericht. Zodra
dit bericht is afgelopen, wordt de weergave
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Radio
Selecteren van een zender
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Lijst" op de hoofdpagina.
of Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina. Selecteer " Lijst zenders " op de
secundaire pagina.
Selecteer een radiozender in de weergegeven lijst.
Selecteer " Lijst updaten " om de lijst
bij te werken.
Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender. Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Opslaan".
Selecteer een opgeslagen voorkeuzezender in
de lijst.
Selecteer indien nodig een andere audiobron.
Selecteer " FM-radio".
of "AM-radio ". De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT
is goedgekeurd, zoals een op de
12V-aansluiting aangesloten lader met
USB-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en heeft niets te maken met
een storing in het audiosysteem.
Wijzigen van een frequentie
Druk op Radio
Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Automatisch zoeken naar frequenties
Druk op 3 of 4 of verplaats de cursor om
automatisch te zoeken naar de zender met een
hogere of lagere frequentie.
VERVOLGENS
Selecteer het wijzigen van de audiobron. Selecteer " FM-radio".
of
.
Touchscreen 7 inch