47
Ergonomie en comfort
3kantoor bestaat (alleen gebruiken als de auto
stilstaat).
De auto kan ook zijn uitgerust met een
scharnierend tafeltje.
►
W
anneer u de rugleuning weer in de zitpositie
wilt zetten, berg het tafeltje op en zet het
omhoog totdat het is vergrendeld.
Zorg dat de lus niet onder de zitting komt als u
de rugleuning weer omhoog zet.
Gebruik de tafel nooit tijdens het rijden.
Wanneer de auto plotseling remt of
betrokken is bij een aanrijding, kunnen
voorwerpen op het tafeltje gevaarlijke
projectielen worden die letsel kunnen
veroorzaken.
Opbergvak onder de stoelen
► Til de middelste zitting op voor toegang tot
het bergvak. Dit vak kan beveiligd worden met
een hangslot (niet meegeleverd).
Zorg elke keer wanneer u de zitting in de
zitstand plaatst, dat de passagiers
toegang hebben tot de uiteinden van de
veiligheidsgordels en de bijbehorende riemen.
Buitenste stoel
Inklapbare stand
► Trek aan de lip op de bovenrand van de stoel
bij de hoofdsteun om het geheel te kantelen en
te begeleiden.
Het geheel wordt in de vloer van de voorstoel
geplaatst en vormt daarom een doorlopende
platte vloer met de laadruimte.
In deze stand kan lange lading in de auto
worden vervoerd met gesloten deuren.
Indien ingeklapt is het maximale gewicht op de
rugleuning 50 kg.
Til voor het terugplaatsen van de stoel de
rugleuning op tot de stoel op de vloer wordt
vergrendeld.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om
de stoel omlaag of omhoog te klappen,
uw vingers kunnen bekneld raken.
Gebruik alleen de lus.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen
52
Ergonomie en comfort
Controle van de werking
De status van het controlelampje geeft de
werking van de lader aan.
Status van
controlelampjeBetekenis
Uit Motor afgezet.
Geen geschikt apparaat
gevonden.
Laden voltooid.
Groen,
permanent Geschikt apparaat
gevonden.
Laden bezig.
Knipperend
oranje Detectie van een
vreemd voorwerp in het
oplaadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd in het
oplaadgedeelte.
Permanent
oranje Storing in de laadindicator
van het apparaat.
Temperatuur van batterij
apparaat te hoog.
Storing in de lader.
Als het controlelampje oranje brandt:
–
V erwijder het apparaat en plaats het opnieuw
in het midden van het oplaadgedeelte.
of
– Verwijder het apparaat en probeer het een
kwartier later nog eens.
Als het probleem blijft bestaan, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Scheidingswand
Het schot achter de voorstoelen beschermt de
bestuurder en voorpassagiers tegen schuivende
ladingen.
Een stalen scheidingswand met of zonder ruit
scheidt de laadruimte af van de cabine.
Reinig tijdens het wassen van de auto
het interieur nooit met een tuinslang of
een hogedrukspuit.
Sjorogen
Gebruik de sjorogen op de vloer achter in de
auto om uw lading vast te zetten.
Als veiligheidsmaatregel raden wij u aan om
zware voorwerpen zo ver mogelijk naar voren
(naar de cabine) te zetten, voor het geval de
auto hard moet remmen.
We raden u aan om de sjorogen op de vloer
achter in de auto te gebruiken om uw lading
goed vast te zetten.
Reinig tijdens het wassen van de auto
het interieur nooit met een tuinslang of
een hogedrukspuit.
Aanbevelingen voor de lading
Het gewicht van de lading moet voldoen
aan het maximaal toelaatbare
treingewicht.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de motorspecificaties
en aanhangergewichten.
Als u gebruikmaakt van een draagsysteem (allesdragers/imperiaal),
dient u de maximale belasting van het
desbetreffende systeem niet te overschrijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de allesdragers/het
imperiaal.
Zorg ervoor dat het formaat, de vorm en
het volume van de vervoerde lading in de
auto voldoen aan de Wegenverkeerswet en
53
Ergonomie en comfort
3(naar de cabine) te zetten, voor het geval de
auto hard moet remmen.
We raden u aan om de sjorogen op de vloer
achter in de auto te gebruiken om uw lading
goed vast te zetten.
Reinig tijdens het wassen van de auto
het interieur nooit met een tuinslang of
een hogedrukspuit.
Aanbevelingen voor de lading
Het gewicht van de lading moet voldoen
aan het maximaal toelaatbare
treingewicht.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de motorspecificaties
en aanhangergewichten.
Als u gebruikmaakt van een draagsysteem (allesdragers/imperiaal),
dient u de maximale belasting van het
desbetreffende systeem niet te overschrijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de allesdragers/het
imperiaal.
Zorg ervoor dat het formaat, de vorm en
het volume van de vervoerde lading in de
auto voldoen aan de Wegenverkeerswet en
dat de lading het zicht van de bestuurder niet
hindert.
De lading moet gelijkmatig worden
verdeeld over de laadruimte om het
rijgedrag van de auto zo min mogelijk te
beïnvloeden.
Plaats de lading in de buurt van de zijpanelen
of druk de lading indien mogelijk tegen de
zijpanelen tussen de wielkasten.
Plaats zware voorwerpen echter zo dicht
mogelijk bij de cabine, als voorzorg in het
geval van hard remmen.
Zet de lading stevig vast met de sjorogen
op de vloer van de laadruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over voorzieningen in het
interieur en met name over de sjorogen.
Om het risico op letsel of een ongeluk te
beperken moet de lading stabiel worden
geplaatst, zodat deze niet kan verschuiven,
kantelen, vallen of naar voren schieten.
Gebruik hiertoe alleen riemen die voldoen
aan de huidige normen (bijvoorbeeld DIN).
Zie de gebruikershandleiding van de fabrikant
voor meer informatie over het aanbrengen
van riemen.
Er mag geen ruimte zijn tussen de
verschillende voorwerpen in de laadruimte.
Om te voorkomen dat de lading gaat
schuiven, mag er geen ruimte zijn tussen de
lading en de panelen van de auto.
Optimaliseer de riemen en de stabiliteit van
de lading met stabiele hanteringsuitrusting
(wiggen, stevige blokken hout of schuim).
Reinig tijdens het wassen van de auto
het interieur nooit met een tuinslang of
een hogedrukspuit.
Voor de Multi-Flex bank en
de dubbele cabine
Plaats geen scherpe of puntige
voorwerpen in de beschermhoes om
beschadiging te voorkomen.
Plaats geen voorwerpen op het
dashboard.
Schakel de airbag vóór aan de
passagierszijde uit tijdens het vervoeren van
lange voorwerpen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het uitschakelen van de
airbag vóór aan de passagierszijde.
54
Ergonomie en comfort
Plaats geen korte of zware voorwerpen
in de beschermhoes; gebruik indien
mogelijk de laadruimte.
Sjor geen voorwerpen vast aan de
scheidingswand en hang geen
voorwerpen aan de scheidingswand.
Zorg er voor uw veiligheid voor dat kleine
voorwerpen niet door de openingen van
ongeveer 3
cm tussen de scheidingswand en
de carrosserie van de auto schuiven.
Multi-flexbank
Deze bank bestaat uit een voorbank met twee
zitplaatsen en een verwijderbaar paneel.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de voorbank met twee
zitplaatsen.
Een scheidingswand op de vloer achter de
voorstoelen beschermt de bestuurder en
voorpassagiers tegen schuivende ladingen.
Deze scheidingswand is voorzien van een
paneel dat kan worden verwijderd om lange
voorwerpen te vervoeren. Bij de auto wordt een beschermhoes geleverd
zodat lange voorwerpen veilig kunnen worden
vervoerd.
De klep verwijderen
► Houd de klep met één hand tegen en draai
met uw andere hand aan de knop boven de klep
om het los te maken.
►
Zet de klep omlaag om deze uit de behuizing
te halen.
►
Berg de klep op achter de bestuurdersstoel
en draai aan de knop boven de klep om deze
vast te zetten.
De klep terugplaatsen
► Kantel de klep met de gele scharnieren
omlaag.
►
Steek de scharnieren in de behuizing en
druk ze dan helemaal omlaag (om trillingen te
voorkomen).
►
T
il de klep met één hand op om hem te
sluiten en draai vervolgens met de andere
hand de hendel bovenaan de klep om hem te
vergrendelen.
Beschermhoes plaatsen
Elke keer dat de rugleuning van de
buitenste zitplaats wordt neergeklapt en
het paneel in de scheidingswand wordt
verwijderd, moet de beschermhoes worden
geplaatst.
148
Praktische informatie
Overbelastingsindicator
De overbelastingsindicator is een rijhulpmiddel.
Het systeem informeert u wanneer het
maximaal toegestane gewicht is overschreden;
het kan gaan om het maximaal toelaatbaar
voertuiggewicht of het maximaal toelaatbaar
asgewicht (voor en achter).
De bestuurder blijft onder alle
omstandigheden verantwoordelijk voor
de auto.
Zelfs wanneer u het gewicht van de
lading van de auto juist berekent, kan
elke factor waardoor dit gewicht na de meting
verandert (bestuurder/extra passagiers gaan
zitten of extra brandstof tanken) ervoor
zorgen dat de auto overbelast is.
De belading omvat het gewicht van de
voorwerpen in de laadruimte (inclusief in
de laadruimte bevestigde voorwerpen zoals
planken), maar ook het gewicht van alle
personen in de auto, van de hoeveelheid
brandstof en van de verschillende
uitrustingselementen van de auto.
Voor optimale prestaties moet de auto
worden geparkeerd en geladen op een
vlakke ondergrond (vermijd de volgende
omstandigheden: parkeren op een helling of
gedeeltelijk op een stoeprand).
Het aankoppelen van een aanhanger
aan uw auto kan de werking van het
systeem beïnvloeden.
Werking
Het gewicht in de auto wordt in de volgende
gevallen gemeten:
►
Automatisch wanneer de auto wordt gestart;
ON► Als de auto stilstaat en deze toets in
de laadruimte wordt ingedrukt. Het
systeem is dan 5 minuten actief.
Weergave van de meting in de laadruimte
ON
Als de massa in de auto het maximaal
toegestane gewicht nadert, gaan de
controlelampjes in deze toetsen branden.
ON
Als de massa in de auto het maximaal
toegestane gewicht overschrijdt, gaan de
controlelampjes in deze toetsen branden.
Weergave van de meting op het
instrumentenpaneel
Als de massa in de auto het maximaal
toegestane gewicht overschrijdt, gaat
dit controlelampje branden.
Storing
Weergave van een storing van het
systeem in de laadruimte
Wanneer de lading is berekend, gaan de
lampjes van de 3 toetsen ongeveer 3 seconden
tegelijkertijd knipperen en gaan daarna uit.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Informatie op het instrumentenpaneel
Deze waarschuwingslampjes gaan branden in
combinatie met een melding.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur
van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, het dimlicht
149
Praktische informatie
7Storing
Weergave van een storing van het
systeem in de laadruimte
Wanneer de lading is berekend, gaan de
lampjes van de 3 toetsen ongeveer 3 seconden
tegelijkertijd knipperen en gaan daarna uit.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Informatie op het instrumentenpaneel
Deze waarschuwingslampjes gaan branden in
combinatie met een melding.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur
van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, het dimlicht
en de plafonniers nog in totaal maximaal 40
minuten gebruiken.
Inschakelen van deze
modus
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en de actieve functies worden in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent, kan het gesprek nog gedurende
ongeveer 10 minuten worden voortgezet via
het Bluetooth-systeem van het audiosysteem
in uw auto.
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
–
minder dan 10 minuten om de functies
ongeveer 5 minuten te kunnen gebruiken,
–
meer dan 10 minuten om de functies ongeveer
30 minuten te kunnen gebruiken.
Laat de motor de aangegeven tijd draaien om
er zeker van te zijn dat de accu voldoende is
opgeladen.
V
ermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu.
Spaarfase
De spaarfase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies, zoals
de airconditioning en achterruitverwarming,
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de accu
dit toelaat.
Allesdragers / Imperiaal
Adviezen
Verdeel de lading gelijkmatig om te
voorkomen dat een van de zijden wordt
overbelast.
Plaats de zwaarste lading zo dicht mogelijk
bij het dak.
Sjor de lading goed vast.
Rijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid en de stabiliteit
van de auto kan door de belading worden
beïnvloed.
182
Technische gegevens
Lengte auto
J Maximale breedte
laadruimte Zonder schuifdeur
1.733
Met 1 schuifdeur 1.630
Met 2 schuifdeuren 1.527
K Vrije openingshoogte Met achterdeuren 1.137
Met achterklep 1.197
L Vrije openingsbreedte 1 242
Lengte auto
Standard (L1) Long (L2)
M Vrije openingshoogte 1.072
N Hoogte laadruimte
(de hoogte is afhankelijk van de hoek van de vloer en de
bolling van het dak) 1.200 tot 1.270
W Hoogte laaddrempel Standaarduitvoering 548 tot 588X
Standaarduitvoering met
verhoogd laadvermogen 568 tot 578
561 tot 565
Uitvoering Worksite 602 tot 610605 tot 610
Lengte auto
B Totale hoogte Standaarduitvoering 1.796 tot 1.8251.812 tot 1.820
Uitvoering Worksite 1.840 tot 1.8601.849 tot 1.860
C Wielbasis 2.7852.975
D Overhang vóór 892
E Overhang achter 726886
F Breedte inc. spiegels Ingeklapt 1.921
Uitgeklapt 2.107
G Spoorbreedte vóór 1.553/1.5631.553
H Spoorbreedte achter 1.569/1.5771.549/1.568
Lengte auto
Standard (L1) Long (L2)
I Binnenste breedte tussen wielkuipen 1.229
183
Technische gegevens
9Lengte auto
J Maximale breedte
laadruimte Zonder schuifdeur
1.733
Met 1 schuifdeur 1.630
Met 2 schuifdeuren 1.527
K Vrije openingshoogte Met achterdeuren 1.137
Met achterklep 1.197
L Vrije openingsbreedte 1
242
Lengte auto
Standard (L1) Long (L2)
M Vrije openingshoogte 1.072
N Hoogte laadruimte
(de hoogte is afhankelijk van de hoek van de vloer en de
bolling van het dak) 1.200 tot 1.270
W Hoogte laaddrempel Standaarduitvoering 548 tot 588X
Standaarduitvoering met
verhoogd laadvermogen 568 tot 578
561 tot 565
Uitvoering Worksite 602 tot 610605 tot 610