
24
Toegang tot de auto
Elektronische sleutel 
met afstandsbediening 
en ingebouwde fysieke 
sleutel,
Sleutel met 
afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt 
de auto ontgrendelen of vergrendelen door 
de centrale vergrendeling te bedienen via het 
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens 
voor de lokalisatie van de auto, het openen 
en sluiten van de tankdop en het starten of 
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de 
diefstalbeveiliging.
De knoppen van de afstandsbediening 
werken niet meer als het contact aan 
staat.
De sleutel uitklappen/inklappen 
 
► Druk op deze toets om de sleutel uit of in te 
klappen.
De afstandsbediening kan beschadigd 
raken als u niet op de toets drukt.
Keyless entry and start
Hiermee kunt u de centrale vergrendeling 
bedienen om de auto op afstand te ontgrendelen 
of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de 
lokalisatie en het starten van de auto en maakt 
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto worden vergrendeld en 
ontgrendeld als de afstandsbediening niet werkt:
–
 
batterij van afstandsbediening leeg, accu van 
auto leeg of losgekoppeld et cetera.
–
 
auto staat in een gebied met sterke 
elektromagnetische straling.
 
 
► Blijf aan deze knop  1  trekken om de sleutel 2 
uit het apparaat te verwijderen.
Als het alarm is geactiveerd, stopt het  geluidssignaal, dat klinkt als een van de 
deuren met de sleutel (geïntegreerd in de 
afstandsbediening) wordt geopend, wanneer 
het contact wordt ingeschakeld.
Met de "Keyless entry and start"-
afstandsbediening op zak
 
 
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen, 
vergrendelen en starten terwijl u de 
afstandsbediening op zak houdt in het 
detectiegebied " A".   

25
Toegang tot de auto
2De functie handsfree-toegang werkt niet 
en de portieren kunnen niet worden 
geopend als het contact AAN (stand 
Accessoires) is gezet met de knop "START/
STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het  starten en stoppen 
van de motor, en in het bijzonder de stand 
"contact aan".
Als een van de deuren of de  bagageruimte nog open is of als de 
elektronische sleutel voor het Keyless entry 
and start-systeem nog in de auto is 
achtergebleven, dan wordt de centrale 
vergrendeling uitgeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een 
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45 
seconden ingeschakeld.
Als de auto is ontgrendeld en de deuren  of de achterklep worden daarna niet 
geopend, dan wordt de auto automatisch na 
ongeveer 30 seconden weer vergrendeld. Als 
de auto is uitgerust met een alarmsysteem, 
dan wordt dit automatisch weer ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de 
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld 
door een PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde 
werkplaats.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen 
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor 
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van 
het Keyless entry and start-systeem mee te 
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen 
als de sleutel nog in een van de aangegeven 
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is 
vergrendeld. 
De handsfree functies worden in de 
ruststand gezet als ze 21 dagen niet 
worden gebruikt, zodat de batterij in de 
elektronische sleutel en de accu van de auto 
niet leeg lopen. Druk op een van de toetsen 
van de afstandsbediening of plaats de 
elektronische sleutel in de lezer en start de 
motor om het systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  Keyless entry and 
start-systeem.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in 
sommige gevallen niet goed in de nabijheid 
van elektronische apparatuur zoals telefoon 
(ingeschakeld of in stand-by), laptop en 
sterke magnetische velden.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op 
afstand herkennen, door:
– Knipperen van de richtingaanwijzers 
gedurende ongeveer 10 seconden.
–
 
Branden van de plafonniers.
► Druk op deze knop.  
Verlichting inschakelen met 
de afstandsbediening
Druk kort op deze knop om de verlichting 
via de afstandsbediening te activeren 
(inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en 
de kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer in te drukken 
terwijl de verlichting nog brandt, wordt de 
verlichting via de afstandsbediening weer 
uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig 
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit 
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze 
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de 
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de 
afstandsbediening wanneer u buiten het 
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor 
kan zorgen dat de afstandsbediening 
niet meer werkt. In dat geval moet de 
afstandsbediening worden gereset.   

27
Toegang tot de auto
2Met audiosysteem of touchscreen
Het in- en uitschakelen van 
de selectieve ontgrendeling 
tussen het bestuurdersportier, de andere 
portieren en de achterklep vindt plaats via het 
configuratiemenu van de auto.
Alle portieren ontgrendelen
Met de sleutel
► Steek om de auto  volledig te ontgrendelen 
de sleutel in het slot en draai deze in de richting 
van de voorzijde van de auto.
►
 
T
 rek vervolgens aan de portiergreep om het 
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet 
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden 
geactiveerd door het openen van een portier en 
kan worden uitgeschakeld door het contact aan 
te zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op een van deze toetsen 
om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door 
het gedurende ongeveer 2 seconden 
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw 
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels 
uitgeklapt.
Met de Keyless entry and start op zak 
 
► Leg, om de  auto te ontgrendelen, terwijl 
u de afstandsbediening op zak hebt binnen 
de detectiezone A, uw hand op de achterzijde 
van een van de handgrepen (voorportier, 
handbediende schuifdeur of achterdeur).
►
 
T
 rek aan de handgreep om de 
desbetreffende deur te openen.
Met achterdeuren
 
 
► Plaats, om de auto te ontgrendelen, met de 
afstandsbediening binnen de detectiezone  A
, uw 
hand achter de handgreep van de achterdeur. ►
 
T
 rek vervolgens aan de handgreep om de 
achterdeur te openen.
Met achterklep
 
 
► Druk, als de afstandsbediening zich 
binnen het detectiegebied  A
 bevindt, op de 
ontgrendelknop van de achterklep om de auto te 
ontgrendelen.
►
 
Open de achterklep.
Selectief ontgrendelen
Met de afstandsbediening
► Druk één keer op deze toets om alleen 
de portieren van het 
passagierscompartiment  te ontgrendelen.
►
 
Druk nogmaals op deze toets om 
schuifdeuren en achterdeuren van de 
laadruimte
 te ontgrendelen.
of   

28
Toegang tot de auto
► Druk op deze toets op de 
afstandsbediening om alleen de 
laadruimte
 te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door 
het gedurende ongeveer 2 seconden 
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw 
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels 
uitgeklapt.
Met Keyless entry and start met de 
elektronische sleutel op zak
 
 
► Om alleen de  cabine  te ontgrendelen, 
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone  A, moet u uw hand aan de 
achterkant van de portiergreep van het 
bestuurdersportier houden.
► Om alleen de  cabine  te ontgrendelen, 
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone  B, moet u uw hand aan de 
achterkant van de portiergreep van het 
bestuurdersportier houden.
►
 
T
 rek vervolgens aan de portiergreep om de 
cabine te openen.
De vergrendelingsstatus van de 
laadruimte blijft ongewijzigd.
►
 
Om alleen de  laadruimte
 te ontgrendelen, 
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone  A of B of C, moet u uw 
hand aan de achterkant van een linker of rechter 
portiergreep houden of het achterportier (de 
linker achterdeur of de achterklep).
►
 
T
rek aan de handgreep om de laadruimte te 
openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de  buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer 
de cabine wordt ontgrendeld en het 
alarmsysteem is uitgeschakeld.
Ontgrendelen 
 
Het ontgrendelen wordt aangegeven 
door het gedurende enkele seconden 
snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het 
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de sleutel
► Steek om de auto  volledig te ontgrendelen 
de sleutel in het slot en draai deze in de richting 
van de voorzijde van de auto.
►
 
T
 rek vervolgens aan de portiergreep om het 
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet 
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden 
geactiveerd door het openen van een portier en 
kan worden uitgeschakeld door het contact aan 
te zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto te 
ontgrendelen.
Met het Keyless Entry and 
Start-systeem "met de 
elektronische sleutel op 
zak"
 
 
► Leg, om de auto te ontgrendelen, terwijl u 
de afstandsbediening op zak hebt binnen de    

29
Toegang tot de auto
2detectiezone A, uw hand op de achterzijde 
van een van de handgrepen (voorportier, 
handbediende schuifdeur of achterdeur).
►
 
T
 rek aan de handgreep om de 
desbetreffende deur te openen.
Met achterdeuren / achterklep 
 
 
 
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen met de 
afstandsbediening in herkenningszone  A, veeg 
dan met uw hand achter de handgreep langs of 
druk op de ontgrendelknop voor de achterklep. 
►
 
T
 rek aan de deurhandgreep of open de 
achterklep.
Vergrendelen
Let erop dat niets of niemand het 
correcte sluiten van de ruiten in de weg 
staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze zich 
tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen 
bezeren.
Als uw auto niet is uitgerust met het  alarmsysteem, wordt de vergrendeling / 
supervergrendeling bevestigd door het 
gedurende ongeveer 2 seconden blijven 
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de 
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels 
ingeklapt.
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het 
bestuurdersportier en draai hem richting 
de achterzijde van de auto om de auto te 
vergrendelen.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto te 
vergrendelen.
Als u deze toets ingedrukt houdt, worden  de ruiten gesloten (afhankelijk van de 
uitvoering van uw auto). Als u de toets loslaat, 
stopt de beweging van de ruiten.
Met de Keyless entry and 
start op zak
 
 
► Druk, als de afstandsbediening zich binnen 
het detectiegebied  A
 bevindt, met uw vinger 
op de merktekens van een van de voor- of 
achterportiergrepen om de auto te vergrendelen.  

30
Toegang tot de auto
Met achterdeuren 
 
► Wanneer u de auto wilt vergrendelen, zorg 
dan dat de afstandsbediening zich binnen 
het detectiegebied A bevindt en druk op de 
vergrendeltoets van de linkerdeur.
Als uw auto wel is uitgerust met een  alarmsysteem, dan kunt u de ruiten 
sluiten door de vergrendeltoets ingedrukt te 
houden. Als u de toets loslaat, stopt de 
beweging van de ruiten.
Wanneer de deuren onder het rijden zijn 
vergrendeld, kunnen hulpdiensten in 
noodgevallen lastig in de auto komen.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen 
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor korte 
tijd, zonder de afstandsbediening mee te 
nemen.
Als een portier of deur, of de achterklep  niet goed is gesloten (behalve de rechter 
achterdeur):
– gaat, bij stilstaande auto en draaiende motor , 
dit lampje branden in combinatie met een 
waarschuwingsmelding die enkele seconden 
wordt weergegeven,
–
 
brandt tijdens het rijden (wagensnelheid 
hoger dan 10 km/h) dit verklikkerlampje in 
combinatie met een geluidssignaal en een 
waarschuwingsmelding die gedurende enkele 
seconden wordt weergegeven.
Supervergrendeling  
Als de supervergrendeling is  ingeschakeld, werken de binnen- en 
buitenportiergrepen niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, 
is ook de vergrendelingsschakelaar in het 
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling 
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
► Draai de sleutel in het slot van het 
bestuurdersportier naar de achterzijde van de 
auto om de supervergrendeling in te schakelen.
►
 
Draai 
 binnen vijf seconden  de sleutel 
nogmaals in de richting van de achterzijde.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de 
supervergrendeling in te schakelen.
►
 
Druk daarna binnen 5 seconden na 
vergrendeling  weer op de toets
.
Afhankelijk van de uitvoering klappen de elektrische buitenspiegels dan 
tegelijkertijd automatisch in.
Als uw auto wel is uitgerust met een  alarmsysteem, dan kunt u de ruiten 
sluiten door de vergrendeltoets ingedrukt te 
houden. Als u de toets loslaat, stopt de 
beweging van de ruiten.
Met Keyless entry and start met de 
afstandsbediening op zak
 
 
► Druk, als de afstandsbediening zich binnen 
het detectiegebied  A
 bevindt op de merktekens 
van een van de voor- of achterportiergrepen om 
de auto te vergrendelen.
►
 
Druk 
 binnen vijf seconden  nogmaals op 
de merktekens om de supervergrendeling in te 
schakelen.  

32
Toegang tot de auto
Schuifdeur 
 
Achterdeuren
► V erwijder de dop op de zijkant van de deur.
►
 
Steek de geïntegreerde sleutel zonder te 
forceren in de opening en  draai
 het geheel.
►
 
V
 erwijder de sleutel en plaats de dop terug. 
►
 
Sluit de deuren en controleer van buitenaf of 
de auto goed is vergrendeld.
Ontgrendelen van een deel van 
de auto (passagiersportier vóór / 
schuifdeur / achterdeuren)
► Gebruik de binnenportiergreep.
of
►
 
Steek bij auto's met 
 achterdeuren de 
geïntegreerde sleutel in het achterdeurslot (links) 
en draai deze.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek 
voor meer informatie over de werking 
van de kinderbeveiliging  op een schuifdeur 
of de achterdeuren.
De achterklep ontgrendelen 
 
► Steek vanuit het interieur van de auto een 
kleine schroevendraaier in opening  A
 van het 
slot om de achterklep te ontgrendelen.
►
 
V
 erplaats de nok naar links.
Als de accu leeg is en uw auto is uitgerust met een achterklep en een 
Multi-flexbank, dan kunt u niet in de 
laadruimte komen.
Vervang de accu voor toegang.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over de  12V-accu.
Bij een storing of wanneer de achterklep 
lastig opent en sluit, moet u de auto 
onmiddellijk laten nakijken door een 
PEUGEOT-dealer of in een gekwalificeerde 
werkplaats om te voorkomen dat het 
probleem verergert en de achterklep 
plotseling dicht valt, waarbij ernstig letsel kan 
ontstaan.
De batterij vervangen
Als de batterij leeg is, gaat dit  waarschuwingslampje branden, samen 
met een geluidssignaal en een melding op het 
scherm.
Zonder Keyless entry and start ‒ 
Batterijtype:   CR2032   / 3 V.
 
 
Met Keyless entry and start ‒ 
Batterijtype:   CR2032   / 3 V.
 
   

33
Toegang tot de auto
2► Wip het deksel met een kleine 
schroevendraaier bij de uitsparing los en zet de 
deksel omhoog.
►
 
V
 erwijder de lege batterij uit de behuizing.
►
 
Plaats de nieuwe batterij op de juiste manier 
(polariteit) en klik het klepje op de behuizing.
►
 
Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  synchroniseren van de 
afstandsbediening .
Gooi de batterijen van de afstandsbediening 
niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk 
zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij 
een speciaal inzamelpunt.
Synchroniseren van de 
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij een 
storing in de afstandsbediening moet deze 
gesynchroniseerd worden.
Zonder Keyless entry and start 
 
► Schakel het contact uit.
►  Zet de sleutel in de stand  2 (contact aan)
.
►
 
Druk direct gedurende enkele seconden op 
de toets met het gesloten hangslot.
►
 
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit 
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
 
 
► Steek de mechanische sleutel (uit de 
afstandsbediening) in het slot om de auto te 
openen. ►
 
Houd de elektronische sleutel tegen de 
noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het 
contact hebt aangezet.
►
  
Zet het contact aan door op de 
 START/
STOP-toets te drukken.
►  
Zet de versnellingshendel bij een auto 
met 
een handgeschakelde versnellingsbak
  in de 
neutraalstand en druk het koppelingspedaal 
volledig in.
►  
Bij een auto met een automatische 
transmissie:  vanuit stand 
 P, druk op het 
rempedaal.
Als de storing na het resetten niet is verholpen, 
neem zo snel mogelijk contact op met een 
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Met deze functie kunnen de deuren tegelijkertijd 
van binnenuit worden vergrendeld of 
ontgrendeld.