20
Instrumentenpaneel
Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Met het bedieningspaneel voor het
audiosysteem op het midden van het dashboard
kunnen menu's worden geopend om bepaalde
uitrusting aan te passen.
De bijbehorende informatie wordt op het display
op het touchscreen weergegeven.
De informatie is beschikbaar in 9 talen: Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands,
Pools, Portugees en Turks.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's
alleen worden geopend als het contact is
uitgeschakeld.
Biedt toegang tot het menu "Settings"
(Instellingen).
Hiermee kunt u omhoog in een menu
bladeren of een waarde verhogen.
Hiermee kunt u omlaag in een menu
bladeren of een waarde verlagen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave"
2. "Gesproken commando's"
3. "Tijd en datum"
4. "Veiligheid/Assistentie"
5. "Verlichting"
6. "Portieren & vergrendeling"
7. "Audio"
8. "Telefoon/Bluetooth"
9. "Radio-instelling"
10. "Herstel instellingen" om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
11 . "Delete pers. data" (persoonsgegevens
wissen) om al uw persoonlijke gegevens
met betrekking tot de Bluetooth-apparatuur
uit het audiosysteem te wissen.
Zie de betreffende hoofdstukken voor
meer informatie over de audio, telefoon,
radio en navigatie.
De instellingen in de submenu's 4, 5 en 6
zijn afhankelijk van de uitrusting in het
voertuig.
In het submenu "Display" (Display) kunt u het
volgende doen:
– "Languages" (T alen) selecteren en een van de hierboven genoemde talen kiezen,– "Unit of Measurement" (Maateenheid) selecteren en het verbruik (mijl/gallon, l/100 km),
afstanden (mijl, km) en temperatuur (°F, °C)
instellen,
– "Trip B display" (Weergave traject B) selecteren om traject B van de boordcomputer in
of uit te schakelen (aan, uit).
In het submenu "Safety/Assistance" (Veiligheid/
Assistentie) kunt u het volgende doen:
– "Parkview Camera" (Parkview-camera) en daarna de "Reversing camera"
(Achteruitrijcamera) selecteren om deze in of uit
te schakelen (On, Off),
– "Parkview camera" (Parkview-camera), daarna "Vertraging camera" (Camera delay) selecteren
om het display 10 seconden vast te houden of
tot 18 km/u in of uit te schakelen) (aan, uit),
– "Traffic Sign" (Verkeersbord) selecteren om deze in of uit te schakelen (aan, uit),– "Passenger airbag" (Passagiersairbag) selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit).
In het submenu "Lights" (Verlichting) kunt u het
volgende doen:
– "Daytime running lamps" (Dagrijverlichting) selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit),
– "Auto. main beam headlamps" (Automatisch groot licht) om deze functie in of uit te schakelen
(aan, uit),
120
In geval van pech
Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp
iets in en draai deze linksom.
Type C Cilindervorminge gloeilamp: werk de
contacten uit elkaar.
Type D Halogeenlamp: duw de borgveer open
en verwijder de lamp uit de lamphouder.
Verlichting vóór
1. Groot licht 2.
Dimlicht
3. Richtingaanwijzers
4. Parkeerlicht / dagrijverlichting
► Open de motorkap en zet de motorkapsteun goed vast.► Steek uw hand achter de lampeenheid om bij de lamp en gloeilampen te komen.
U kunt de lampeenheid waar nodig ook
verwijderen:
► Afhankelijk van het land waar uw voertuig is verkocht, moet u het schuimrubber voor
bescherming in de winter verwijderen door deze
opzij naar de buitenkant te schuiven.
► Koppel de stekker los door de borgring te verwijderen.► Verwijder de twee bevestigingsschroeven van de lampeenheid.
► Verplaats de lampeenheid naar het midden van het voertuig om deze uit de schuiven te
halen. Let goed op de motorkapsteun aan de
linkerkant.
Groot licht
Type D, H7 - 55W► Verwijder de afdekking door aan de rubberen borglip te trekken.► Maak de stekker los.► Haal de borgveer los door op de middelste klem te drukken. ► Vervang de gloeilamp en zorg dat het metalen deel goed aansluit op de groef van de
lampeenheid.
Dimlicht
Type D, H7 - 55W► Verwijder de afdekking door aan de rubberen borglip te trekken.► Maak de stekker los.► Haal de borgveer los door op de middelste klem te drukken.
► Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampeenheid.
Richtingaanwijzers
Type A, WY21W - 21W► Verwijder de afdekking door aan de rubberen borglip te trekken.► Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.
► Vervang de lamp.
Parkeerlichten/dagrijverlichting
Type B, W21/5 W - 21 W en 5 W► Verwijder de afdekking door aan de rubberen borglip te trekken.► Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.► Vervang de lamp.
LED-dagrijverlichting
Deze LED's (Light-Emitting Diodes) verzorgen
zowel de functie dagrijverlichting als de functie
parkeerlicht.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als uw auto
is voorzien van dagrijverlichting met LED's.
121
In geval van pech
8► Vervang de lamp.
Parkeerlichten/dagrijverlichting
Type B, W21/5 W - 21 W en 5 W► Verwijder de afdekking door aan de rubberen borglip te trekken.► Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.► Vervang de lamp.
LED-dagrijverlichting
Deze LED's (Light-Emitting Diodes) verzorgen
zowel de functie dagrijverlichting als de functie
parkeerlicht.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als uw auto
is voorzien van dagrijverlichting met LED's.
Mistlampen vóór
Type D, H11-55W► Draai het wiel helemaal naar binnen.
► Verwijder de schroef in de wielkuip.► Verwijder de beschermflap.
► Verwijder de bevestigingsklem en haal de stekker los.
► Draai de lamphouder en verwijder deze.► Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de groeven van de
lampeenheid.
Halogeengloeilampen moeten worden
vervangen terwijl de koplampen al een
paar minuten van tevoren zijn uitgeschakeld
(kans op brandwonden). Raak de lamp niet
met de vingers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
Controleer na het vervangen of de verlichting
goed werkt.
Zijrichtingaanwijzers
Type A, W16WF - 16W
► Verplaats het glas van de spiegel voor toegang tot de schroeven.
► Verwijder de twee bevestigingsschroeven.► Trek aan de lamphouder om deze uit de pennen te halen.
179
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Toont de klok.
Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
– Huidige informatie, Traject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt
om de gegevens van het betreffende traject te
resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu
Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
– Brightness (Helderheid).– Stel de lichtsterkte van het scherm in.– Display mode (Weergavemodus).– Stel de weergavemodus in.– Language (Taal).– Kies de taal voor het display .– Unit of measurement (Maateenheid).– Stel de meeteenheden voor het verbruik,
afstand en temperatuur in.– Touch screen beep (Pieptoon touchscreen).– Activeer of deactiveer het geluidssignaal wanneer er een toets op het scherm wordt
aangeraakt.
– Display Trip B (Weergave traject B).– Geef Traject B op het scherm voor de bestuurder weer.
Voice commands (Gesproken commando's)
– Voice response time (Reactietijd systeem
gesproken commando's).
– Stel de lengte van de reactie van het spraaksysteem in.– Display list of commands (Een lijst met
commando's weergeven).
– Geef suggesties voor verschillende opties weer tijdens een spraaksessie.
Clock and Date (Tijd en datum)
– Time setting and format (Tijd en formaat
instellen).
– De tijd instellen.– Display time mode (Tijd weergeven).– Activeer of deactiveer de weergave van de digitale klok op de statusbalk.– Synchro time (Tijd synchroniseren).– Activeer of deactiveer de automatische tijdweergave.– Date setting (Datum instellen).– De datum instellen.Safety/Assistance (Veiligheid/Assistentie)– Reversing camera (Achteruitrijcamera).– Toont de achteruitrijcamera in de
achteruitversnelling.– Camera delay (Vertraging camera).– Laat het beeld van de achteruitrijcamera maximaal 10 seconden of tot een snelheid van
18 km/u zien.
Lighting (Verlichting)
– Daytime running lamps (Dagrijverlichting).– Activeer of deactiveer de automatische verlichting van de koplampen bij het starten.
Doors & locking (Portieren en vergrendeling)
– Autoclose (Automatisch sluiten).– Activeer of deactiveer het automatisch vergrendelen van de portieren wanneer het
voertuig rijdt.
Audio
– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.Telephone (Telefoon)/Bluetooth®
– Connected tels (Verbonden telefoons).– Start de Bluetooth®-verbinding van het
geselecteerde mobiele apparaat.
– Verwijder het geselecteerde apparaat.