160
Audiosysteem
Audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Aan/uit en volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik FM en AM.
Selecteren van de bron USB of AUX.
Toegang tot de lijst van aangesloten
telefoons.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Drukken: bevestigen van de op het scherm
weergegeven optie.
Informatie over de op dat moment
beluisterde radiozender of het op dat
moment gebruikte medium.
Selecteren van opgeslagen zenders.
FM-A, FM-B, FM-C, AM-A, AM-B, AM-C.
Weergeven van het menu en instellen
van de opties.
Toetsen 1 t/m 6 autoradio: Selecteren van een voorkeuzezender.
Ingedrukt houden: opslaan van een zender als
voorkeuzezender.
Afspelen in willekeurige volgorde.
Herhaald afspelen.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Automatisch zoeken naar lagere
frequentie. Selecteren van de vorige afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Automatisch zoeken naar hogere
frequentie.
Selecteren van de volgende afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Huidige bewerking afbreken.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod, AUX en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De dempingsfunctie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziek, de handsfree functie en leesfunctie voor
tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
Een tweede inkomende oproep
aannemen en het huidige gesprek in de wacht
zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.Telefoongesprek beëindigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel voor
radiogolven en kan in geen enkel opzicht
worden gezien als een defect van de
autoradio.
Druk op de toets "RADIO" om het
golfbereik FM of AM te selecteren.
162
Audiosysteem
functie is een goede ontvangst vereist van
een radiozender die deze berichten uitzendt.
Zodra er een bericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment
wordt weergegeven (radio, CD enz.)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Verkeersinformatie (TA)" en
druk vervolgens om de ontvangst van
verkeersinformatie te activeren of deactiveren.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de aansluiting of
sluit het apparaat met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting in het middelste opbergvak , dat
speciaal is bedoeld voor het overdragen van
gegevens naar het systeem.
Gebruik geen USB-hub om beschadiging
van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet of als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
USB-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole
is uitsluitend bestemd voor de voeding en
het opladen van het aangesloten externe
apparaat.
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een draagbaar apparaat
(bijvoorbeeld een mp3-speler) met een
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de
jack-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
De functies van het apparaat dat op de
AUX-aansluiting is aangesloten moeten
via dit apparaat worden bediend: het is
dus niet mogelijk om met de toetsen op het
bedieningspaneel van het voertuig of de
stuurkolomschakelaars een ander nummer,
een andere map of een andere afspeellijst te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen
of te onderbreken.
Laat de kabel van het externe apparaat na
het loskoppelen niet aangesloten op de AUX-
aansluiting om te voorkomen dat er ruis via de
luidsprekers hoorbaar is.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB-
geluidsdragers, Blackberry's® of apparatuur van
Apple® die op de USB-aansluitingen kunnen
worden aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met een
kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug op de
AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of
twee Apple
®-spelers), werkt het systeem niet.
Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een
USB-stick en een Apple
®-speler aan te
sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
170
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Bepaalde functie-instellingen inschakelen/
uitschakelen en aanpassen.
Gegevens auto
Weergave van buitentemperatuur, klok,
kompas en boordcomputer.
Navigatie
Voer de instellingen voor het
navigatiesysteem in, en kies een
bestemming.
Instellingen
Bepaalde systemen en functies van het
voertuig inschakelen, uitschakelen en
instellen.
Radio
Druk op "RADIO" om de radiomenu’s
weer te geven:
Druk kort op de toets 9 of : om automatisch te zoeken.
Houd de toetsen ingedrukt om snel te zoeken.
Druk op geheugen
Houd deze toets ingedrukt om de zender
waarnaar wordt geluisterd op te slaan.
De zender waarnaar wordt geluisterd is
gemarkeerd.
Druk op de toets "Alle" om alle opgeslagen
radiozenders van de geselecteerde
frequentieband weer te geven.
Bladeren
– Zenderlijst.– Druk op deze toets om een zender te
selecteren.
– Ververs de lijst op basis van de ontvangst.– Druk op de toets 5 of 6 om door de radiozenders te bladeren.– Ga direct naar de gewenste letter in de lijst.Radio AM/DAB– Selecteer de band.– Frequentieband kiezen.Afstellen– Directe instellingen.– Met het virtuele toetsenbord op het scherm kunt u een enkel cijfer voor de betreffende
zender invoeren.
– Met de grafische symbolen "plus" of "min" kan de frequentie nauwkeurig worden afgestemd.
Informatie
– Informatie.– Geef informatie over de radiozender waarnaar wordt geluisterd weer.
Audio
– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en
achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).
– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex/bundel" hebt u de keuze uit
een aantal radiozenders die in alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk meerdere keren op "RADIO" totdat
"DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad "Scrollen".
Selecteer een lijst uit een van de mogelijke
171
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex/bundel" hebt u de keuze uit
een aantal radiozenders die in alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk meerdere keren op "RADIO" totdat
"DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad "Scrollen".
Selecteer een lijst uit een
van de mogelijke
filteropties, "Alle", "Genres" en "Bundels", en
selecteer vervolgens een radiozender.
Druk op de toets "Updaten" om de lijst
van ontvangen zenders "DAB-radio" bij te
werken.
Volgen DAB/FM zenders
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met de optie "AF" (alternatieve frequentie)
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het systeem overschakelt op de analoge radiozender, kan er sprake zijn
van een verschil van enkele seconden en kan
het geluidsvolume wijzigen.
Als de kwaliteit van het digitale signaal weer
goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is, wordt het
geluid onderbroken als het digitale signaal te
zwak wordt en de alternatieve frequentie "AF"
doorgestreept wordt weergegeven.
Media
Druk op "MEDIA" om de mediamenu’s
weer te geven:
Druk kort op de toets 9 of : om het vorige/volgende nummer af te spelen.
Houd de toetsen ingedrukt om snel vooruit of
achteruit door het geselecteerde nummer te
gaan.
Bladeren
– Bladeren op: Momenteel bezig met
afspelen, Artiesten, Albums, Types,
Nummers, Afspeellijsten, Audioboeken,
Podcasts.
– Blader en selecteer de nummers op het actieve apparaat.– De selectie-opties hangen af van het aangesloten apparaat of het type cd.
Bron
– CD, AUX, USB.– Kies de gewenste beschikbare geluidsbron of sluit een geschikt apparaat aan: het afspelen
start automatisch.
– Bluetooth®.– Registreer een Bluetooth®-audiosysteem.
Informatie
– Informatie.– Bekijk informatie over het nummer waarnaar wordt geluisterd.
Willekeurig
Druk op de toets om nummers in willekeurige
volgorde af te spelen op de cd-speler, een USB-
apparaat, een iPod of Bluetooth
®.
Herhaal
Druk op deze toets om deze functie te activeren.
172
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Audio– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de aansluiting of
sluit het apparaat met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting in het middelste opbergvak , dat
speciaal is bedoeld voor het overdragen van
gegevens naar het systeem.
Gebruik geen USB-hub om beschadiging
van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet of als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
USB-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole
is uitsluitend bestemd voor de voeding en
het opladen van het aangesloten externe
apparaat.
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een draagbaar apparaat
(bijvoorbeeld een mp3-speler) met een
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de
jack-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat. De functies van het apparaat dat op de
AUX-aansluiting is aangesloten moeten
via dit apparaat worden bediend: het is
dus niet mogelijk om met de toetsen op het
bedieningspaneel van het voertuig of de
stuurkolomschakelaars een ander nummer,
een andere map of een andere afspeellijst te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen
of te onderbreken.
Laat de kabel van het externe apparaat na
het loskoppelen niet aangesloten op de AUX-
aansluiting om te voorkomen dat er ruis via de
luidsprekers hoorbaar is.
Geluidsbron kiezen
Druk op "MEDIA".
Selecteer het tabblad "Bron" om de
carrousel van geluidsbronnen weer te
geven.
Selecteer de
geluidsbron.
Gebruik de afspeelinstellingen op het scherm.
Druk op de toets "Willekeurig" en/of op de toets
"Herhalen" om deze opties te activeren. Druk er
nogmaals op om de opties te deactiveren.
Informatie en tips
De autoradio speelt bestanden met de extensie
".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van 32
kbps tot 320 kbps af.
Ook audiobestanden met de extensie ".aac",
".m4a", ".m4b" en ".mp4" kunnen worden
173
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12afgespeeld met bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) tussen 8 en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen
ook worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64 GB.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, Blackberry's® of
apparatuur van Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten
(kabel niet meegeleverd).
Toestelbeheer vindt plaats via de regelingen
van de autoradio.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met
een kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug
op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of
twee Apple
®-spelers), werkt het systeem niet.
Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een
USB-stick en een Apple®-speler aan te
sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Bluetooth® streaming audio
Streaming biedt de mogelijkheid audiobestanden
van de telefoon via de luidsprekers van de auto
te beluisteren.
Activeer de Bluetooth
®-functie van het externe
apparaat.
Druk op "MEDIA".
Druk op de toets "Source" als een
medium actief is.
Selecteer de mediabron " Bluetooth®" en
druk vervolgens op de toets " Apparaat
toevoegen".
Als er nog geen enkel extern apparaat met
het systeem is gekoppeld, wordt een speciale
pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om de koppelprocedure te starten
en de naam van het systeem op het externe
apparaat te zoeken.
Selecteer de naam van het externe apparaat.
Voer wanneer het audiosysteem daarom vraagt
de op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig de op het externe
apparaat weergegeven pincode.
Tijdens het koppelen wordt een pagina op het
scherm weergegeven met de voortgangsstatus.
Als de koppeling mislukt, moet u de Bluetooth®-
functie van het externe apparaat uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid,
wordt een schermpagina weergegeven:
– als u "Ja" antwoordt, wordt het Bluetooth®-
audio-apparaat geregistreerd als favoriet (het
apparaat is prioritair boven andere apparaten die
later worden gekoppeld).
– als u "Nee" antwoordt, is de volgorde van verbinding bepalend voor de prioriteit. Het meest
recent verbonden apparaat heeft dan de hoogste
prioriteit.
Bij bepaalde Bluetooth®-apparaten is het
niet mogelijk bij alle aanwezige
categorieën van het systeem door
muziekstukken en informatie op de telefoon te
scrollen.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
179
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Toont de klok.
Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
– Huidige informatie, Traject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt
om de gegevens van het betreffende traject te
resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu
Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
– Brightness (Helderheid).– Stel de lichtsterkte van het scherm in.– Display mode (Weergavemodus).– Stel de weergavemodus in.– Language (Taal).– Kies de taal voor het display .– Unit of measurement (Maateenheid).– Stel de meeteenheden voor het verbruik,
afstand en temperatuur in.– Touch screen beep (Pieptoon touchscreen).– Activeer of deactiveer het geluidssignaal wanneer er een toets op het scherm wordt
aangeraakt.
– Display Trip B (Weergave traject B).– Geef Traject B op het scherm voor de bestuurder weer.
Voice commands (Gesproken commando's)
– Voice response time (Reactietijd systeem
gesproken commando's).
– Stel de lengte van de reactie van het spraaksysteem in.– Display list of commands (Een lijst met
commando's weergeven).
– Geef suggesties voor verschillende opties weer tijdens een spraaksessie.
Clock and Date (Tijd en datum)
– Time setting and format (Tijd en formaat
instellen).
– De tijd instellen.– Display time mode (Tijd weergeven).– Activeer of deactiveer de weergave van de digitale klok op de statusbalk.– Synchro time (Tijd synchroniseren).– Activeer of deactiveer de automatische tijdweergave.– Date setting (Datum instellen).– De datum instellen.Safety/Assistance (Veiligheid/Assistentie)– Reversing camera (Achteruitrijcamera).– Toont de achteruitrijcamera in de
achteruitversnelling.– Camera delay (Vertraging camera).– Laat het beeld van de achteruitrijcamera maximaal 10 seconden of tot een snelheid van
18 km/u zien.
Lighting (Verlichting)
– Daytime running lamps (Dagrijverlichting).– Activeer of deactiveer de automatische verlichting van de koplampen bij het starten.
Doors & locking (Portieren en vergrendeling)
– Autoclose (Automatisch sluiten).– Activeer of deactiveer het automatisch vergrendelen van de portieren wanneer het
voertuig rijdt.
Audio
– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.Telephone (Telefoon)/Bluetooth®
– Connected tels (Verbonden telefoons).– Start de Bluetooth®-verbinding van het
geselecteerde mobiele apparaat.
– Verwijder het geselecteerde apparaat.
187
Trefwoordenregister
12V-accu 106, 128
A
Aanhangergewichten 133Aansteker 47ABS 56Accessoires 55
Accu 73, 128Achteruitrijcamera 80Actieradius AdBlue® 13, 106Active Safety Brake 91–93AdBlue® 109AdBlue® bijvullen 110AdBlue®-reservoir 110Afmetingen 138Afstandsbediening 23, 71AFU 56Airbags 62–64Airbags vóór 62Airconditioning 34Airconditioning, extra 38–39Airconditioning (handbediend) 36Alarmknipperlichten 55Alarmsysteem 28Antiblokkeersysteem (ABS) 56Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 56–57Armleuning vóór 31ASR 56Audiokabel 162, 172
Audiosysteem 160Audio-telematicasysteem met touchscreen 168, 184Autogegevens 178Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische 36Automatische ruitenwissers 53Automatisch noodremsysteem 91–93AUX-aansluiting 162, 172
Aux-aansluitingen 42–45
B
Banden 108Banden oppompen 108Bandenspanning 108Bandenspanning te laag (detectie) 77–78Bediening autoradio aan
stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom 160, 169Bijvullen AdBlue® 106, 109–110BlueHDi 13, 106Bluetooth (handsfree set) 163, 177–178Bluetooth (telefoon) 163, 177–178Boordcomputer 21Boordgereedschap 113–114, 116–118Brandstof 5, 98Brandstofniveaumeter 97Brandstoftank 97Brandstof tanken 97Brandstofverbruik 5
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 97Buitenlandse reizen 50Buitenspiegels 34, 90
C
CD 172CD MP3 172
Claxon 56Cockpit 4Configuratie van de auto 14, 20Controlelampjes 7–8Controles 106–107
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - D igitale radio 171Dagrijverlichting 50Dashboard 4Dashboardkastje 42–44Datum instellen 21Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 77–78Dieselfilter 103, 108Dieselmotor 98, 103, 134Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 171Dimlicht 50