109
Praktische informatie
7AdBlue®
(BlueHDi-motoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6-norm te voldoen,
heeft PEUGEOT ervoor gekozen zijn auto's met
dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij
het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een
SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction)
voor de behandeling van de uitlaatgassen
zonder dat de prestaties veranderen of het
brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in
stikstof en water (deze stoffen zijn niet schadelijk
voor de gezondheid en het milieu).
De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir van ongeveer 19 liter.
Deze heeft een externe vulopening, in de
brandstofvulklep onder de vulopening van de
brandstoftank, afgesloten met een blauwe dop.
Met deze inhoud kan het voertuig ongeveer
6.000 km rijden (hierbij spelen uw rijstijl en het
type voertuig ook een grote rol).
Wanneer u met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2.400 km kunt rijden totdat
het reservoir helemaal leeg is, wordt er een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor dat
de motor niet meer kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-systeem zo
snel mogelijk contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats: na
400 km wordt er een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor blokkeert.
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het AdBlue
®-
reservoir waardoor u ook in zeer koude
omstandigheden kunt blijven rijden.
Verkrijgbaarheid van
AdBlue
®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij
te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt
gegeven dat het minimumniveau is bereikt.
Voor een goede werking van het
SCR-systeem:
– Gebruik alleen AdBlue®-vloeistof die aan de
norm ISO 22241 voldoet.
– Als AdBlue® niet in de originele verpakking
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
– Verdun AdBlue® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan dat
over AdBlue®-pompen beschikt die
speciaal voor personenauto's zijn bedoeld.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11 °C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf +25 °C. We raden u aan om
flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
11 0
Praktische informatie
– Stop met bijvullen als het vulpistool voor het eerst afslaat als u bij een tankstation
tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5
liter AdBlue
® of meer registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg
is, wat wordt bevestigd met de melding
“Bijvullen AdBlue: Starten niet mogelijk”, dan moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Na het vullen
► Plaats de blauwe dop terug op de tankvulopening en draai deze rechtsom totdat u
niet verder kunt draaien (een zesde slag).
► Sluit de brandstofvulklep.
Voer lege AdBlue®-verpakkingen niet
als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze terug naar het
verkooppunt.
% H Z D D U
111
Praktische informatie
7– Stop met bijvullen als het vulpistool voor het eerst afslaat als u bij een tankstation
tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5
liter AdBlue
® of meer registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg
is, wat wordt bevestigd met de melding
“Bijvullen AdBlue: Starten niet mogelijk”, dan moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Na het vullen
► Plaats de blauwe dop terug op de tankvulopening en draai deze rechtsom totdat u
niet verder kunt draaien (een zesde slag).
► Sluit de brandstofvulklep.
Voer lege AdBlue®-verpakkingen niet
als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze terug naar het
verkooppunt.
134
Technische gegevens
Gewichten en aanhangergewichten
In deze tabellen staan de goedgekeurde gewichten (in kg) volgens de afmetingen en aanduidingen van het voertuig. Minibus
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L3 H2 4404.005XX
L4 H2 4424.250XX
Voor de Combi-uitvoeringen is het maximale gewicht voor aanhanger geremd (binnen de limiet van het maximaal brutovoertuiggewicht), op een helling
van 10% of 12%: 2.500 kg.
Combi met 5-6 zitplaatsen
Afmetingen AanduidingenMaximaal
brutovoertuiggewichtAanhanger ongeremd
Maximale kogeldruk
L1 H1 3303.000750150*/100**
333 3.300750150*/100**
L2 H2 3333.300750150*/100**
435 3.500750150*/120**
* Alleen Euro 6.2.
** Behalve Euro 6.2.
Dieselmotoren
Euro 6.2-dieselmotoren
Motoren 2.2 BlueHDi 120 S&S2.2 BlueHDi 140 S&S2.2 BlueHDi 165 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1972.1972.197
Max. vermogen - EC-norm (kW) 88103121
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 6.1-dieselmotoren
Motoren 2.0 BlueHDi 110
2.0 BlueHDi 110 S&S2.0 BlueHDi 130
2.0 BlueHDi 130 S&S2.0 BlueHDi 160
2.0 BlueHDi 160 S&S
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.9971.997
Max. vermogen - EC-norm (kW) 8196120
Brandstof DieselDieselDiesel
Euro 4- / Euro 5-dieselmotoren
(Afhankelijk van het land waar de auto is verkocht)
Motoren 2.2 HDi 1102.2 HDi 130
2.2 e-HDi 1302.2 HDi 150
2.2 e-HDi 1503 HDi 180
Versnellingsbak Handgeschakeld, 6 versnellingen (BVM6)
Cilinderinhoud (cc) 2.1982.1982.1982.999
Max. vermogen - EC-norm (kW) 819611 0130
Brandstof DieselDieselDieselDiesel
160
Audiosysteem
Audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Aan/uit en volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik FM en AM.
Selecteren van de bron USB of AUX.
Toegang tot de lijst van aangesloten
telefoons.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Drukken: bevestigen van de op het scherm
weergegeven optie.
Informatie over de op dat moment
beluisterde radiozender of het op dat
moment gebruikte medium.
Selecteren van opgeslagen zenders.
FM-A, FM-B, FM-C, AM-A, AM-B, AM-C.
Weergeven van het menu en instellen
van de opties.
Toetsen 1 t/m 6 autoradio: Selecteren van een voorkeuzezender.
Ingedrukt houden: opslaan van een zender als
voorkeuzezender.
Afspelen in willekeurige volgorde.
Herhaald afspelen.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Automatisch zoeken naar lagere
frequentie. Selecteren van de vorige afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Automatisch zoeken naar hogere
frequentie.
Selecteren van de volgende afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Huidige bewerking afbreken.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod, AUX en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De dempingsfunctie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziek, de handsfree functie en leesfunctie voor
tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
Een tweede inkomende oproep
aannemen en het huidige gesprek in de wacht
zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.Telefoongesprek beëindigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel voor
radiogolven en kan in geen enkel opzicht
worden gezien als een defect van de
autoradio.
Druk op de toets "RADIO" om het
golfbereik FM of AM te selecteren.
163
Audiosysteem
11Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
Telefoon
Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio
mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
Activeer de Bluetooth
®-functie van uw
telefoon en zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is
(configuratie van de telefoon).
Druk op de toets "Phone".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt een
speciale pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Telefoon verbinden" om de
registratieprocedure te starten en zoek
vervolgens de naam van het systeem op de
mobiele telefoon.
Voer via het toetsenbord van uw telefoon de
op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig op de mobiele telefoon de
weergegeven pincode. Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als de procedure voor het koppelen niet is
gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth®-
functie van uw telefoon even uit te zetten en
opnieuw te activeren.
Als de registratieprocedure succesvol is voltooid, wordt een schermpagina
weergegeven met de tekst " Verbinding
geslaagd”:
Bevestig om de menu's weer te geven.
Via het telefoonmenu hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Lijst oproepen ", "Contacten"*,"Digitaal
toetsenbord".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk op deze toets om het gesprek aan te
nemen.
Of druk op deze stuurwieltoets om het
gesprek te weigeren.
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
168
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Multimedia-autoradio
- Bluetooth
®-telefoon
- GPS-navigatie
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk vervolgens op
de op het touchscreen weergegeven toetsen.
Het is een "resistief" scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name bij
bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen
over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken is niet
voldoende. Als het scherm met meerdere
vingers wordt aangeraakt, worden de
commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend met
handschoenen. Deze technologie werkt bij
elke temperatuur.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gezakt, zal de
oorspronkelijke instelling weer worden
gebruikt.
Het systeem kan ook gedurende minimaal 5
minuten overgaan in de waakstand (volledig
uitschakelen van het scherm en het geluid).
Drukken: aan/uit.
Draaien: volume aanpassen (voor elke
bron apart).
Het scherm in-/uitschakelen.
Volume in-/uitschakelen (geluid uit /
onderbreken).
Radio, draaien: naar een radiozender
zoeken.
Media, draaien: de vorige/volgende track
selecteren.
Drukken: optie op het scherm bevestigen.
Bepaalde bedieningsfuncties van het
systeem en het voertuig inschakelen,
uitschakelen en configureren.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Termenlijst
VOLUME
Het volume aanpassen door draaien.
RADIO
Toegang tot het radiomenu.
MEDIA
Toegang tot het mediamenu en de verschillende
muziekbronnen.
N AVToegang tot het navigatiemenu.
PHONE
Toegang tot het telefoonmenu.
MORE
Toegang tot de voertuiginformatie.
BROWSE, TUNE, SCROLL
Draai de toets voor:
– Bladeren door een menu of lijst.– Selecteren van een radiozender.ENTER
Een optie op het scherm bevestigen door te
drukken.
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod en Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De mute-functie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag het volume van gesproken meldingen en
muziekbronnen, de handsfree functie en
leesfunctie voor tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen. Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
169
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12N AV
Toegang tot het navigatiemenu.
PHONE
Toegang tot het telefoonmenu.
MORE
Toegang tot de voertuiginformatie.
BROWSE, TUNE, SCROLL
Draai de toets voor:
– Bladeren door een menu of lijst.– Selecteren van een radiozender.ENTER
Een optie op het scherm bevestigen door te
drukken.
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De mute-functie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziekbronnen, de handsfree functie en
leesfunctie voor tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen. Een tweede inkomende oproep aannemen en
het huidige gesprek in de wacht zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de
telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/
vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.
Telefoongesprek beëindigen.
Menu's
Radio
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.
Bepaalde functie-instellingen inschakelen/
uitschakelen en aanpassen.
Telefoon
Een mobiele telefoon via Bluetooth®
verbinden.
Media
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.