163
Audiosysteem
11Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
Telefoon
Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio
mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
Activeer de Bluetooth
®-functie van uw
telefoon en zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is
(configuratie van de telefoon).
Druk op de toets "Phone".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt een
speciale pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Telefoon verbinden" om de
registratieprocedure te starten en zoek
vervolgens de naam van het systeem op de
mobiele telefoon.
Voer via het toetsenbord van uw telefoon de
op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig op de mobiele telefoon de
weergegeven pincode. Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als de procedure voor het koppelen niet is
gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth®-
functie van uw telefoon even uit te zetten en
opnieuw te activeren.
Als de registratieprocedure succesvol is voltooid, wordt een schermpagina
weergegeven met de tekst " Verbinding
geslaagd”:
Bevestig om de menu's weer te geven.
Via het telefoonmenu hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Lijst oproepen ", "Contacten"*,"Digitaal
toetsenbord".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk op deze toets om het gesprek aan te
nemen.
Of druk op deze stuurwieltoets om het
gesprek te weigeren.
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
164
Audiosysteem
Bellen
Selecteer "Lijst oproepen" om de lijst
met recent gebelde nummers te bekijken.
Selecteer "Contacten" om het
telefoonboek te openen, en scroll
vervolgens met de draaiknop door het
telefoonboek.
Gebruik de functie "Toetsenbord" van het
systeem om een nummer in te toetsen.
Configuratie
Systeeminstellingen
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Systeeminstellingen" en druk
dan op deze toets om de lijst met
instellingen te bekijken en opties in of uit te
schakelen:
– "Standaardwaarde herstellen"– "20 min. vertraging voor uitschakelen "– "Laag volume bij opstarten"
– "Automatisch"
Audio
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Audio" en druk vervolgens om
de lijst met instellingen weer te geven en
de opties te activeren of deactiveren:
– "Hoge tonen "
– "Middelhoge tonen "– "Lage tonen"– "Balans"– "Volume afhankelijk van wagensnelheid "– "Loudness"
De audio-instellingen zijn voor elke
geluidsbron verschillend en onafhankelijk
in te stellen.
Gesproken commando's
Informatie - het systeem
gebruiken
U kunt het systeem in plaats van met de
toetsen van het scherm ook bedienen via
gesproken commando's.
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om ervoor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
– spreek op een normale manier ,– wacht voordat u spreekt altijd op de "piep" (geluidssignaal),– het systeem kan gesproken commando's herkennen ongeacht of ze worden
uitgesproken door een man of een vrouw en
ongeacht de toon en de klankkleur van de
stem,
– beperk zo veel mogelijk de bijgeluiden in het interieur,
– vraag alvorens een commando uit te spreken of de andere passagiers een
moment willen zwijgen. Het systeem herkent
namelijk commando's ongeacht door wie ze
worden uitgesproken; als meerdere personen
gelijktijdig praten, kan het systeem andere
of meerdere, niet-bedoelde commando's
herkennen,
– voor een optimale werking is het raadzaam de ruiten en eventueel het schuif-/kanteldak
(indien aanwezig) te sluiten om verstoringen
van buitenaf te voorkomen.
Schakelflippers aan de
stuurkolom
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Telefoon"
worden geactiveerd waarmee u kunt bellen,
recente/ontvangen/verstuurde oproepen kunt
laten weergeven, het telefoonboek kunt bekijken
enz.
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Radio/media"
worden geactiveerd waarmee u kunt afstemmen
op een specifieke radiozender of een specifieke
AF/FM-frequentie, en waarmee u een track of
een album op een USB-stick/iPod/MP3-CD kunt
laten afspelen.
De communicatie kan versneld
plaatsvinden door deze toetsen tijdens
een gesproken bericht van het systeem
ingedrukt te houden. U kunt dan direct een gesproken commando geven.
Bijvoorbeeld: als het systeem bezig is een
hulpbericht uit te spreken en u weet welk
commando u het systeem wilt geven, dan
kunt u door op deze toetsen te drukken het
bericht onderbreken en direct het commando
uitspreken (om te voorkomen dat u het
volledige hulpbericht moet beluisteren).
Als het systeem wacht op een gesproken
commando van de gebruiker, kunt u door
op deze toetsen te drukken de sessie van
gesproken commando's afsluiten.
Elke keer dat een toets wordt ingedrukt,
klinkt er een geluidssignaal en wordt een
schermpagina met suggesties voor
gesproken commando's weergegeven.
Algemene gesproken commando's
Deze commando's kunnen vanaf
elke schermpagina worden
gegeven nadat er op de stuurwieltoets
"Spraakherkenning" of "Telefoon" wordt gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Help
* Deze functie is alleen beschikbaar als de telefoon die met het systeem is verbonden geschikt is voor het downloaden van contacten en de lijst met recente oproepen, en als deze gegevens werkelijk zijn gedownload.
166
Audiosysteem
Bekijk het telefoonboek van de verbonden
telefoon.
Search* > Henk Jansen
Bekijk de contactgegevens van Henk Jansen in
het telefoonboek met alle opgeslagen nummers.
Search* > Henk Jansen > Mobile phone
Bekijk het telefoonnummer met het label
"Mobiele telefoon" van de contactpersoon met
de naam Henk Jansen.
View messages*
Bekijk de lijst met tekstberichten die door de
verbonden telefoon zijn ontvangen.
Als de telefoon de voornaam (Henk) en achternaam (Jansen) in twee aparte
velden ondersteunt, geef de volgende
gesproken commando's:
– "Call" > "Henk" > "Jansen" of "Call" > "Jansen" > "Henk".– "Search" > "Henk" > "Jansen" of "Search" > "Jansen" > "Henk".
Gesproken commando's
voor de AM/FM-radio
Deze commando's kunnen vanaf elke
pagina van het hoofdscherm worden
gegeven door op de stuurwieltoets "Gesproken
* Deze functie is all een beschikbaar als de telefoon die met het systeem is verbonden de leesfunctie voor tekstberichten ondersteunt.
** U kunt "Magic" do or de naam van elke andere FM-zender vervangen die door de radio wordt ontvangen. Maar niet alle radiozenders leveren deze dienst. commando's" te drukken, behalve als er een
telefoongesprek bezig is.
Stem af op > 105,5 > FM
Stem de radio af op de frequentie van 105,5 van
de FM-band.
Stem af op > 940 > AM
Stem de radio af op de frequentie van 940 van
de AM-band.
Stem af op** > Magic > FM
Stem de radio af op de zender Magic.
Gesproken commando's
"Multimedia"
Deze commando's kunnen vanaf elke
pagina van het hoofdscherm worden
gegeven door op de stuurwieltoets "Gesproken
commando's" te drukken, behalve als er een
telefoongesprek bezig is.
Listen to track > "Track 1 " (Luister naar
nummer > "Nummer 1")
Speel Nummer 1 af.
Listen to album > "Album 1" (Luister naar
album > "Album 1")
Speel de nummers van "Album 1" af.
Listen to artist > "Artist 1" (Luister naar artiest
> "Artiest 1")
Speel de nummers van "Artiest 1" af. Listen to music style > "Jazz" (Luister naar
muziekgenre > "Jazz")
Speel nummers van het muziekgenre "Jazz" af.
Listen to playlist
> "Playlist 1" (Luister naar
afspeellijst > "Afspeellijst 1")
Speel nummers van de afspeellijst "Afspeellijst
1" af.
Listen to podcast > "Radio 1" (Luister naar
podcast > "Radio 1")
Speel de podcast "Podcast 1" af.
Listen to audio book > "Book 1" (Luister naar
audioboek > "Boek 1")
Luister naar audioboek "Boek 1"
Listen to track number > "5" (Luister naar
nummer > "5")
Speel nummer 5 af.
Select > "USB" (Selecteer > "USB")
Selecteer het USB-medium als actieve
audiobron.
Browse > "Album" (Blader naar > "Album")
Bekijk de lijst met beschikbare albums.
Gesproken commando's
"Tekstberichten"
Deze commando's kunnen vanaf elk
hoofdscherm worden gegeven door op de
stuurwieltoets voor de telefoon te drukken,
behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Stuur een tekstbericht naar > 0123456789
Start de procedure voor gesproken commando's
om een vooraf ingesteld teksbericht met het
systeem te versturen.
Stuur een tekstbericht naar > Henk Jansen >
Mobiele telefoon
Start de procedure voor gesproken commando's
om een vooraf ingesteld teksbericht met het
systeem te versturen.
Bekijk tekstbericht > Henk Jansen > Mobiele
telefoon
Bekijk de lijst met tekstberichten die door de
telefoon zijn gedownload.
Gesproken commando's
voor "Hands-free oproepen"
De volgende commando's zijn beschikbaar als een oproep bezig is.
De commando's kunnen tijdens een oproep
vanaf elke schermpagina worden gegeven
nadat er op de stuurwieltoets voor de telefoon is
gedrukt.
Stuur 0123456789
De keuzetonen voor 0123456789 worden
verstuurd.
Wachtwoord voicemail versturen
De keuzetonen worden verstuurd voor de
getallen die in "Wachtwoord voicemail" zijn
opgeslagen.
Luidsprekers activeren
Zet de oproep over naar de telefoon of het
systeem.
168
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Multimedia-autoradio
- Bluetooth
®-telefoon
- GPS-navigatie
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk vervolgens op
de op het touchscreen weergegeven toetsen.
Het is een "resistief" scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name bij
bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen
over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken is niet
voldoende. Als het scherm met meerdere
vingers wordt aangeraakt, worden de
commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend met
handschoenen. Deze technologie werkt bij
elke temperatuur.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gezakt, zal de
oorspronkelijke instelling weer worden
gebruikt.
Het systeem kan ook gedurende minimaal 5
minuten overgaan in de waakstand (volledig
uitschakelen van het scherm en het geluid).
Drukken: aan/uit.
Draaien: volume aanpassen (voor elke
bron apart).
Het scherm in-/uitschakelen.
Volume in-/uitschakelen (geluid uit /
onderbreken).
Radio, draaien: naar een radiozender
zoeken.
Media, draaien: de vorige/volgende track
selecteren.
Drukken: optie op het scherm bevestigen.
Bepaalde bedieningsfuncties van het
systeem en het voertuig inschakelen,
uitschakelen en configureren.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Termenlijst
VOLUME
Het volume aanpassen door draaien.
RADIO
Toegang tot het radiomenu.
MEDIA
Toegang tot het mediamenu en de verschillende
muziekbronnen.
N AVToegang tot het navigatiemenu.
PHONE
Toegang tot het telefoonmenu.
MORE
Toegang tot de voertuiginformatie.
BROWSE, TUNE, SCROLL
Draai de toets voor:
– Bladeren door een menu of lijst.– Selecteren van een radiozender.ENTER
Een optie op het scherm bevestigen door te
drukken.
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod en Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De mute-functie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag het volume van gesproken meldingen en
muziekbronnen, de handsfree functie en
leesfunctie voor tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen. Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
169
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12N AV
Toegang tot het navigatiemenu.
PHONE
Toegang tot het telefoonmenu.
MORE
Toegang tot de voertuiginformatie.
BROWSE, TUNE, SCROLL
Draai de toets voor:
– Bladeren door een menu of lijst.– Selecteren van een radiozender.ENTER
Een optie op het scherm bevestigen door te
drukken.
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De mute-functie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziekbronnen, de handsfree functie en
leesfunctie voor tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen. Een tweede inkomende oproep aannemen en
het huidige gesprek in de wacht zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de
telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/
vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.
Telefoongesprek beëindigen.
Menu's
Radio
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.
Bepaalde functie-instellingen inschakelen/
uitschakelen en aanpassen.
Telefoon
Een mobiele telefoon via Bluetooth®
verbinden.
Media
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.
171
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex/bundel" hebt u de keuze uit
een aantal radiozenders die in alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk meerdere keren op "RADIO" totdat
"DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad "Scrollen".
Selecteer een lijst uit een
van de mogelijke
filteropties, "Alle", "Genres" en "Bundels", en
selecteer vervolgens een radiozender.
Druk op de toets "Updaten" om de lijst
van ontvangen zenders "DAB-radio" bij te
werken.
Volgen DAB/FM zenders
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met de optie "AF" (alternatieve frequentie)
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het systeem overschakelt op de analoge radiozender, kan er sprake zijn
van een verschil van enkele seconden en kan
het geluidsvolume wijzigen.
Als de kwaliteit van het digitale signaal weer
goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is, wordt het
geluid onderbroken als het digitale signaal te
zwak wordt en de alternatieve frequentie "AF"
doorgestreept wordt weergegeven.
Media
Druk op "MEDIA" om de mediamenu’s
weer te geven:
Druk kort op de toets 9 of : om het vorige/volgende nummer af te spelen.
Houd de toetsen ingedrukt om snel vooruit of
achteruit door het geselecteerde nummer te
gaan.
Bladeren
– Bladeren op: Momenteel bezig met
afspelen, Artiesten, Albums, Types,
Nummers, Afspeellijsten, Audioboeken,
Podcasts.
– Blader en selecteer de nummers op het actieve apparaat.– De selectie-opties hangen af van het aangesloten apparaat of het type cd.
Bron
– CD, AUX, USB.– Kies de gewenste beschikbare geluidsbron of sluit een geschikt apparaat aan: het afspelen
start automatisch.
– Bluetooth®.– Registreer een Bluetooth®-audiosysteem.
Informatie
– Informatie.– Bekijk informatie over het nummer waarnaar wordt geluisterd.
Willekeurig
Druk op de toets om nummers in willekeurige
volgorde af te spelen op de cd-speler, een USB-
apparaat, een iPod of Bluetooth
®.
Herhaal
Druk op deze toets om deze functie te activeren.
172
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Audio– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de aansluiting of
sluit het apparaat met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting in het middelste opbergvak , dat
speciaal is bedoeld voor het overdragen van
gegevens naar het systeem.
Gebruik geen USB-hub om beschadiging
van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet of als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
USB-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole
is uitsluitend bestemd voor de voeding en
het opladen van het aangesloten externe
apparaat.
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een draagbaar apparaat
(bijvoorbeeld een mp3-speler) met een
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de
jack-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat. De functies van het apparaat dat op de
AUX-aansluiting is aangesloten moeten
via dit apparaat worden bediend: het is
dus niet mogelijk om met de toetsen op het
bedieningspaneel van het voertuig of de
stuurkolomschakelaars een ander nummer,
een andere map of een andere afspeellijst te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen
of te onderbreken.
Laat de kabel van het externe apparaat na
het loskoppelen niet aangesloten op de AUX-
aansluiting om te voorkomen dat er ruis via de
luidsprekers hoorbaar is.
Geluidsbron kiezen
Druk op "MEDIA".
Selecteer het tabblad "Bron" om de
carrousel van geluidsbronnen weer te
geven.
Selecteer de
geluidsbron.
Gebruik de afspeelinstellingen op het scherm.
Druk op de toets "Willekeurig" en/of op de toets
"Herhalen" om deze opties te activeren. Druk er
nogmaals op om de opties te deactiveren.
Informatie en tips
De autoradio speelt bestanden met de extensie
".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van 32
kbps tot 320 kbps af.
Ook audiobestanden met de extensie ".aac",
".m4a", ".m4b" en ".mp4" kunnen worden
173
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12afgespeeld met bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) tussen 8 en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen
ook worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64 GB.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, Blackberry's® of
apparatuur van Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten
(kabel niet meegeleverd).
Toestelbeheer vindt plaats via de regelingen
van de autoradio.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met
een kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug
op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of
twee Apple
®-spelers), werkt het systeem niet.
Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een
USB-stick en een Apple®-speler aan te
sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Bluetooth® streaming audio
Streaming biedt de mogelijkheid audiobestanden
van de telefoon via de luidsprekers van de auto
te beluisteren.
Activeer de Bluetooth
®-functie van het externe
apparaat.
Druk op "MEDIA".
Druk op de toets "Source" als een
medium actief is.
Selecteer de mediabron " Bluetooth®" en
druk vervolgens op de toets " Apparaat
toevoegen".
Als er nog geen enkel extern apparaat met
het systeem is gekoppeld, wordt een speciale
pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om de koppelprocedure te starten
en de naam van het systeem op het externe
apparaat te zoeken.
Selecteer de naam van het externe apparaat.
Voer wanneer het audiosysteem daarom vraagt
de op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig de op het externe
apparaat weergegeven pincode.
Tijdens het koppelen wordt een pagina op het
scherm weergegeven met de voortgangsstatus.
Als de koppeling mislukt, moet u de Bluetooth®-
functie van het externe apparaat uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid,
wordt een schermpagina weergegeven:
– als u "Ja" antwoordt, wordt het Bluetooth®-
audio-apparaat geregistreerd als favoriet (het
apparaat is prioritair boven andere apparaten die
later worden gekoppeld).
– als u "Nee" antwoordt, is de volgorde van verbinding bepalend voor de prioriteit. Het meest
recent verbonden apparaat heeft dan de hoogste
prioriteit.
Bij bepaalde Bluetooth®-apparaten is het
niet mogelijk bij alle aanwezige
categorieën van het systeem door
muziekstukken en informatie op de telefoon te
scrollen.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar