Page 114 of 308

11 2
Veiligheid
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Zitplaats Airbag
voorpassagier Tot 13
kg
(groep
0 (b) en
0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1) Van 1 tot
ongeveer 3 jaar Van 15 tot 25
kg
(groep 2) Van 3 tot
ongeveer 6 jaar Van 22 tot 36
kg
(groep 3) Van 6 tot
ongeveer 10 jaar
Rij 2 (f) Achterbank (c) (g)
U UUU
Rij 3 (f)Buitenste zitplaatsen achter
UUUU
U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug
in de rijrichting" als met het "gezicht in de
rijrichting".
UF: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, met het "gezicht
in de rijrichting".
X: Zitplaats niet geschikt voor een kinderzitje uit
de aangegeven gewichtscategorie.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd. (b)
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op
de voorpassagiersstoel worden bevestigd.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet
op de voorpassagiersstoel of op de 3e zitrij
worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw
land alvorens een kinderzitje op deze plaats
te bevestigen. (d)
Maximale hoogtepositie
(e) Rugleuning omhoog.
(f) Als u een kinderzitje met de rug of het
gezicht in de rijrichting op een zitplaats
achterin bevestigt, moet u de voorstoel naar
voren schuiven en de rugleuning ervan
rechtop zetten zodat er voldoende ruimte
is voor het kinderzitje en de benen van het
kind.
Page 118 of 308
11 6
Veiligheid
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Lichter dan 10 kg
(categorie 0)
T
ot ca. 6 maanden Lichter dan 10
kg
Tot 13 kg
(categorie 0)
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg "Rug in de rijrichting" "Rug in de
rijrichting""Gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Zitplaats Airbag voor-
passagier
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel
met of zonder
hoogteverstelling Uitgeschakeld:
"OFF" X
IL ILIUF/IL
Ingeschakeld: "ON" X
XXIUF/IL
Zitrij 2 Buitenste zit- plaatsen achter IL (b)
ILILIUF/IL
Middelste zit- plaats achter Geen ISOFIX
Page 119 of 308

11 7
Veiligheid
5Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Lichter dan 10 kg
(categorie 0)
T
ot ca. 6 maanden Lichter dan 10
kg
Tot 13 kg
(categorie 0)
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg "Rug in de rijrichting" "Rug in de
rijrichting""Gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Zitplaats Airbag
voorpassagier
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel
met of zonder
hoogteverstelling Uitgeschakeld:
"OFF" Geen ISOFIX
Ingeschakeld: "ON"
Zitrij 2 Zitplaats ach- terin, achter de
bestuurdersstoel X
IL (b) IL ILIUF/IL
Zitplaats ach- ter, achter de
passagiersstoel IL (b)
X IL ILIUF/IL
Middelste
zitplaats achter X
IL ILIUF/IL
Zitrij 3 Buitenste zitplaatsen achter Geen ISOFIX
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging met behulp van een bovenste riem\
van een ISOFIX universeel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
(F)
.
IL: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een ISOFIX Semi-Universeel kinderzitje:
Page 120 of 308

11 8
Veiligheid
– "met de rug in de rijrichting", bevestigd met behulp van een bovenste ri\
em of een steun.
– “met het gezicht in de rijrichting", bevestigd met behulp van een ste\
un.
–
een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vastzetten met de bovenste riem en de ISOFIX-bevestigingen.
X
: zitplaats niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzitje of reiswieg uit de\
aangegeven gewichtscategorie.
(A) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voordat u een kinderzitj\
e op deze plaats bevestigt.
(B) Als een reiswieg op deze zitplaats is bevestigd, kunnen één of bei\
de andere zitplaatsen van dezelfde zitrij mogelijk niet meer worden gebr\
uikt.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevest\
igingsringen A kunnen worden vastgemaakt.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–
een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestiging\
sring B
.
–
of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size kinderzitje\
s geschikte zitplaats van de auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over ISOFIX-bevestigingen.
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het \
bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats in de auto
voorzien van ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goed\
gekeurd.
Zitplaats
Airbag voorpassagieri-Size-
bevestigingssysteem i-Size-
bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel
met of zonder hoogteverstelling
Uitgeschakeld: "OFF" i-UGeen i-Size
Ingeschakeld: "ON" i-UFGeen i-Size
Page 121 of 308
11 9
Veiligheid
5
Zitplaats
Airbag voorpassagieri-Size-
bevestigingssysteem i-Size-
bevestigingssysteem
Zitrij 2 Buitenste zitplaatsen achter
i-U i-U
Middelste zitplaats achter
Geen i-Size i-U
Zitrij 3 Buitenste zitplaatsen achter -Geen i-Size
i-U: Zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel goedgekeurd i-Size-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
of met de rug in de rijrichting". i-UF:
Zitplaats uitsluitend geschikt voor
de bevestiging van een universeel
goedgekeurd i-Size-kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting".
X: Zitplaats niet geschikt voor de bevestiging
van een universeel goedgekeurd
i-Size-kinderzitje.
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw
land alvorens een kinderzitje op deze plaats
te bevestigen.
Mechanisch kinderslot
Dit systeem voorkomt het openen van een
achterportier met de binnenportiergreep.
De rode knop bevindt zich op de zijkant van
beide achterportieren (gemarkeerd door een
sticker).
Vergrendelen/ontgrendelen
Page 222 of 308

220
In geval van pech
Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F10 30 ASloten.
F 11 30 ASloten.
F17 10 A12 V-aansluiting bagageruimte.
F18 5 ANoodoproep en pechhulpoproep.
F22 3 AVerlichting dashboardkastje.
F26 3 ADisplay waarschuwingslampje veiligheidsgordels niet vastgemaakt.
F27 3 ARegen- en zonnesensor.
F31 5 AAirbags.
F33 15 A12 V-aansluiting vóór.
F35 5 AInstrumentenpaneel.
F36 20 AAudiosysteem - touchscreen - cd-speler - audio- en navigatiesysteem.
Kast 2 Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F17 10 AZitposities opslaan.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F4 15 AClaxon.
F5 20 ARuitensproeierpomp.
F6 20 ARuitensproeierpomp achter.
F7 10 A12 V-accessoireaansluiting.
F8 20 ARuitenwisser achter.
kleur): een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken - kans op brand!
Als de storing zich kort na het vervangen van
de zekering opnieuw voordoet, laat dan het
elektrische systeem controleren door een
PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats.
De zekeringtabellen en de bijbehorende
schema's zijn verkrijgbaar bij een
PEUGEOT-dealer of bij een gekwalificeerde
werkplaats.
Wanneer een zekering wordt vervangen
door een zekering die niet in deze
zekeringtabellen staat, kunnen er ernstige
storingen ontstaan. Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Goed
Defect
Tang
Monteren van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit
van uw auto is reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die door PEUGEOT noch
aanbevolen noch geleverd worden en die
bovendien niet volgens haar specificaties zijn
gemonteerd. Dit geldt met name als het
gezamenlijke stroomverbruik van de extra
accessoires meer dan 10 milliampère
bedraagt.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Voer voor toegang tot de zekeringen dezelfde
procedure uit als voor toegang tot het
gereedschap voor het vervangen van de
zekeringen.
Versie 1 (Full)
Kast 1
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F1 3 AKeyless entry and start.
F2 5 AMultifunctionele display.
F5 5 AAchteruitrijcamera - parkeerhulp.
F7 10 AHifi-versterker.
F8 20 ARuitenwisser achter.
Page 223 of 308
221
In geval van pech
8Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F10 30 ASloten.
F 11 30 ASloten.
F17 10 A12
V-aansluiting bagageruimte.
F18 5 ANoodoproep en pechhulpoproep.
F22 3 AVerlichting dashboardkastje.
F26 3 ADisplay waarschuwingslampje veiligheidsgordels niet vastgemaakt.
F27 3 ARegen- en zonnesensor.
F31 5 AAirbags.
F33 15 A12
V-aansluiting vóór.
F35 5 AInstrumentenpaneel.
F36 20 AAudiosysteem - touchscreen - cd-speler - audio- en navigatiesysteem.
Kast 2
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F17 10 AZitposities opslaan.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F4 15 AClaxon.
F5 20 ARuitensproeierpomp.
F6 20 ARuitensproeierpomp achter.
F7 10 A12
V-accessoireaansluiting.
F8 20 ARuitenwisser achter.
Page 224 of 308

222
In geval van pech
Versie 1 (Full)
Kast 1Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F14 15 ARuitensproeierpomp.
F15 5 AStuurbekrachtiging.
F20 25 ARuitensproeierpomp.
F22 15 AClaxon.
F23 15 AGroot licht rechts.
F24 15 AGroot licht links.
Kast 2 Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F8 30 AEmissieregelsysteem dieselmotor (AdBlue)
F12 15 AAutomatische transmissie.
F14 5 AAutomatische transmissie.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F16 25 AMistlampen vóór.
F18 10 AGroot licht rechts.
F19 10 AGroot licht links.
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F10 30 ASloten.
F 11 30 ASloten.
F14 5 ASirene alarmsysteem.
F17 5 AInstrumentenpaneel.
F22 3 ARegen- en zonnesensor.
F24 5 AAchteruitrijcamera - parkeerhulp.
F25 5 AAirbags.
F27 5 AAlarm.
F28 5 ANoodoproep en pechhulpoproep.
F29 20 AAudiosysteem - touchscreen - cd-speler - audio- en navigatiesysteem.
F32 15 AAansteker.
F36 5 AVerlichting dashboardkastje.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.►
V
erwijder het deksel.
►
V
ervang de zekering.
►
Sluit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel en zet de twee
vergrendelingen A
vast voor een goede
afdichting van de zekeringkast.