199
Praktische informatie
7Het SCR-systeem is voorzien van een
verwarmingssysteem voor het AdBlue®-
reservoir waardoor u ook in zeer koude
omstandigheden kunt blijven rijden.
Verkrijgbaarheid van
AdBlue
®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij
te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt
gegeven dat het minimumniveau is bereikt.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-
systeem correct werkt:
–
Gebruik
uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO 22241 voldoet.
–
Als
de AdBlue
® niet in de originele
verpakking wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
–
V
erdun de AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan dat
over AdBlue®-pompen beschikt die
speciaal ontworpen zijn voor personenauto's.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf +25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue®
niet in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is niet ontvlambaar, kleurloos
en geurloos (indien de vloeistof koel wordt
bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en zeep.
Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen
dan onmiddellijk en grondig gedurende ten
minste 15 minuten met kraanwater of met een
oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een
blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een ruime
hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Dampen met ammoniak werken irriterend op de
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op
een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan
-11°C. Als het kouder is, bevriest de AdBlue
®
waardoor u het niet in het reservoir kunt gieten.
Laat de auto enkele uren op een warmere plaats
staan en vul vervolgens het reservoir bij.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Als er AdBlue® op de carrosserie of op
een andere plaats is gemorst, spoel het
dan onmiddellijk weg met koud water of veeg
het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
verwijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reservoir leeg is geraakt,
moet u ongeveer 5 minuten wachten voordat
u het contact weer inschakelt, zonder de
deur aan bestuurderszijde te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van het
200
Praktische informatie
Procedure voor het activeren van de
vrijloop
► Selecteer stand N terwijl de auto stilstaat en
de motor draait, en zet het contact uit.
Binnen 5 seconden:
► Zet het contact weer aan.
► Houd het rempedaal ingetrapt en beweeg de
selectiehendel naar voren of naar achteren om
stand N te bevestigen.
► Houd het rempedaal ingetrapt en druk op de
hendel om de parkeerrem vrij te zetten.
► Laat het rempedaal los en zet het contact uit.
Als de limiet van 5 seconden wordt
overschreden, schakelt de transmissie stand P
in; u moet de procedure dan opnieuw volgen.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor.
Keyless entry and start
U mag het rempedaal niet intrappen
wanneer u het contact aan of uit zet. Als u
dat wel doet, start de motor waardoor u de
procedure opnieuw moet volgen.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende voorschriften om
beschadiging van uw auto te voorkomen.
Keyless entry and start-systeem in het
interieur te brengen.
Zet vervolgens het contact aan en start na 10
seconden de motor.
►
Zet het contact af en verwijder de sleutel uit
het contactslot om de motor af te zetten.
of
►
Druk bij uitvoeringen met Keyless entry and
start op de knop "
START/STOP" om de motor af
te zetten.
► Draai de blauwe dop van de AdBlue®-tank
linksom en verwijder de dop.
► Bij een verpakking AdBlue®: wanneer
u de uiterste houdbaarheidsdatum hebt
gecontroleerd, moet u de instructies op het etiket
zorgvuldig lezen voordat u de inhoud van de
verpakking in het AdBlue-reservoir van de auto
giet.
►
Bij een
AdBlue®-pomp: steek het vulpistool in
het reservoir en blijf tanken totdat het vulpistool
afslaat.
Giet het AdBlue® reservoir niet te vol:
–
V
ul 10 tot 13 liter bij met behulp van
AdBlue
®-verpakkingen.
–
Stop met bijvullen als het vulpistool voor
het eerst afslaat als u bij een tankstation
tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5
liter AdBlue
® of meer registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg
is, wat wordt bevestigd met de melding
“Bijvullen
AdBlue: Starten niet mogelijk”, dan
moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Activeren van de vrijloop
In bepaalde situaties moet de vrijloop van de
auto worden geactiveerd (bijvoorbeeld bij het
slepen, op een rollenbank, in een automatische
wasstraat of bij vervoer over het spoor of op een
veerboot).
De procedure hiervoor is afhankelijk van het type
transmissie en parkeerrem.
Met handgeschakelde
versnellingsbak en
elektrische parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de
vrijloop
► Zet met draaiende motor en ingetrapt
rempedaal de versnellingspook/selectiehendel in
de neutraalstand.
►
Houd het rempedaal ingetrapt en zet het
contact uit.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact
weer aan.
►
T
rap het rempedaal in en duw tegen de
hendel om de parkeerrem vrij te zetten.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Met automatische
transmissie en elektrische
parkeerrem
/
222
In geval van pech
Versie 1 (Full)
Kast 1Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F14 15 ARuitensproeierpomp.
F15 5 AStuurbekrachtiging.
F20 25 ARuitensproeierpomp.
F22 15 AClaxon.
F23 15 AGroot licht rechts.
F24 15 AGroot licht links.
Kast 2 Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F8 30 AEmissieregelsysteem dieselmotor (AdBlue)
F12 15 AAutomatische transmissie.
F14 5 AAutomatische transmissie.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F16 25 AMistlampen vóór.
F18 10 AGroot licht rechts.
F19 10 AGroot licht links.
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F10 30 ASloten.
F 11 30 ASloten.
F14 5 ASirene alarmsysteem.
F17 5 AInstrumentenpaneel.
F22 3 ARegen- en zonnesensor.
F24 5 AAchteruitrijcamera - parkeerhulp.
F25 5 AAirbags.
F27 5 AAlarm.
F28 5 ANoodoproep en pechhulpoproep.
F29 20 AAudiosysteem - touchscreen - cd-speler - audio- en navigatiesysteem.
F32 15 AAansteker.
F36 5 AVerlichting dashboardkastje.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.►
V
erwijder het deksel.
►
V
ervang de zekering.
►
Sluit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel en zet de twee
vergrendelingen A
vast voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
223
In geval van pech
8Versie 1 (Full)
Kast 1
Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F14 15 ARuitensproeierpomp.
F15 5 AStuurbekrachtiging.
F20 25 ARuitensproeierpomp.
F22 15 AClaxon.
F23 15 AGroot licht rechts.
F24 15 AGroot licht links.
Kast 2
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F8 30 AEmissieregelsysteem dieselmotor (AdBlue)
F12 15 AAutomatische transmissie.
F14 5 AAutomatische transmissie.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F16 25 AMistlampen vóór.
F18 10 AGroot licht rechts.
F19 10 AGroot licht links.
296
Trefwoordenregister
12V-accu 196, 224–227, 224–228
180° zicht naar achteren
172
A
Aanhanger 98, 186
Aanhangergewichten
233–234, 236, 239
Aanjager achter
68
Aansluiten MirrorLink
261–262, 282
Aansluiting 12 V
71, 76, 82
Aansluiting 230 V
75
ABS
96
Accessoires
93
Accu
191
Accu laden
180, 184, 225, 228
Achterbank
54
Achterklep
39
Achterlichten
217
Achterruitverwarming
70
Achteruitrijcamera
141, 168, 170–171
Achteruitrijlicht
217–218
Actief dodehoekbewakingssysteem
167
Actieradius AdBlue®
19, 196
Active Safety Brake
158, 160
Adaptieve cruise control met
Stop-functie
144–145
Adaptieve snelheidsregelaar
150
AdBlue®
19, 198
AdBlue® bijvullen
199
AdBlue®-reservoir
199
Advanced Grip Control
98–99
Afmetingen 240
Afstandsbediening
29–31, 33–34
Afstellen van de koplamphoogte
85
Afzetten van de motor
123
Airbags
105–107, 109
Airbags vóór
105, 107, 110
Airconditioning
62, 64–65, 67
Airconditioning (handbediend)
63, 69
Airconditioning met centrale regeling
64, 69
Airconditioning met gescheiden
regeling
65, 69
Alarmknipperlichten
93, 203
Alarmsysteem
37–38
Algemeen menu
26, 243
Allesdragers
189–190
Android Auto verbinding
282
Antiblokkeersysteem (ABS)
96–97
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
31
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
97, 99
Apple®-speler
248, 260, 287
Apple CarPlay verbinding
262, 281
Apps
282
Armleuning achter
76
Armleuning vóór
73–74
Audiokabel
286
Audioversterker
72
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische
69
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
65, 69
Automatische ruitenwissers
91–92Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
130–133, 135, 138, 197, 225
Automatisch inschakelen verlichting
86
Automatisch noodremsysteem
158, 160
AUX-aansluiting
247, 260, 286
B
Bagageafdekking 78–79
Bagageafdekscherm
79
Bagagenet voor hoge belading
80–81
Bagageruimte
39–40, 42, 82
Bagageruimte (indeling)
78–79
Banden
197, 241
Banden oppompen
197, 241
Bandenreparatieset
204–206
Bandenspanning
197, 209, 241
Bandenspanningscontrole (met set)
207, 209
Bandenspanning te laag (detectie)
139
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
35–36
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
35
Batterij (hybride)
181, 184
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom
243, 255, 270
Bekerhouder
71
Beladen
80–81, 189–190
Benzinemotor
136, 193, 234
Bergingsauto of trailer (slepen)
230
297
Trefwoordenregister
Bijvullen AdBlue® 196, 199
Binnenspiegel
53
BlueHDi
19, 21, 196, 203
Bluetooth (handsfree set)
249–250,
263–264, 287–288
Bluetooth (telefoon)
263–264, 287–289
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
252
Bluetooth-verbinding
250, 263–264,
283, 287–289
Bochtverlichting, statisch
88
Boordcomputer
23–24
Boordgereedschap
82, 204–206
Brandstof
7, 178
Brandstofadditief
195–196
Brandstofniveaumeter
178–179
Brandstoftank
178–179
Brandstof tanken
179
Brandstoftank leeg (diesel)
203
Brandstofverbruik
7, 21
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
179
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
179
Buitenspiegels
52–53, 70, 165
C
Carrosserie 201
Carrosserie-onderhoud
201
CD
247, 260
CD MP3
247–248, 260
CD-/MP3 -speler
247–248
Centrale vergrendeling
33–34
CHECK 21
Claxon
94
Configuratie van de auto
24–26, 28
Connectiviteit
281
Contact
126, 289
Contact aangezet
126
Controlelampjes
11–12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
18
Controlepaneel
181, 183–184
Controles
193, 196–198
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
245–246, 259, 285
Dagteller
22
Dashboardkastje
71
Datum (instellen)
24–25, 266, 291
Datum instellen
24–25, 266, 291
Detectie obstakels
167
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
139, 209
Dieselmotor
178, 193, 203, 236
Digitaal instrumentenpaneel
9–10
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
245, 259, 285
Dimlicht
216–217
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
22
Dodehoekbewaking
165, 167
Draadloze lader 72
Drive Assist Plus
150
Driver Sport Pack
135
Dynamische noodrem
128–129
E
Eco-mode ~ Eco-modus 191
Eco-rijden (adviezen)
7
Electronic Stability Program (ESC)
97, 99
Elektrisch bedienbare achterklep
40–42
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
127–129, 197
Elektrische automatische transmissie
(hybride)
133
Elektrische ruitbediening
43
Elektrisch verstelbare stoelen
51
Elektromotor
136, 180, 239
Elektronische remdrukregelaar (REF)
96
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution
(EBD)
96–97
Elektronische sleutel
31–33
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
122
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
96–99
Energiestromen
27
e-Save-functie (energiereserve)
27
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
96
298
Trefwoordenregister
F
Flacon AdBlue® 199
Follow me home-verlichting
31, 86
Follow me home verlichting ~
Follow-me-home-verlichting
31, 86
Frequentie (radio)
285
Functie i-Cockpit® Amplify
52, 135
G
Geheugen instellingen bestuurder 51
Gekoppeld navigatiesysteem
278–281
Geluidssignaal voor voetgangers
94
Geprogrammeerd laden
28, 181, 184–185
Gereedschap
204–206, 210–212
Gereedschapskist
82
Gesproken commando''''s ~
Spraakcommando''''s
272–275
Gevarendriehoek
203
Gewichten
233–234, 236
GPS
278
Grootlicht
216–217
Grootlichtassistent
87–88
H
Halogeenlampen 85, 216
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld
129, 135, 138, 197
Handgrepen
71
Handopvoerpomp
204
Handsfree achterklep
40–42
Handsfree set
249–250, 263–264, 287–288
Handsfree toegang
41
Harmonicapaneel
59
Helderheid
265
Het opslaan van de snelheid
142–143
Hifisysteem
72
Hill Assist Descent Control (HADC)
100
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
134–135
Hoedenplank
77–78
Hoofdsteunen achter
54–55
Hoofdsteunen verstellen
49–50
Hoofdsteunen vóór
49–50
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
52
Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~
Gordelverstelling
102
Hulpoproep
94–95
Hybride
27, 125, 180, 239
Hybridemotor
239
I
Identificatiegegevens 241
Identificatieplaatjes constructeur
241
Identificatie (stickers)
241
Indeling achter 75
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte,
indeling
78–79
Indeling interieur ~ Interieurindeling
71
Indeling voor
71
Indicator laadniveau
21
Inductielader
72
Infraroodcamera
141
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)
178–179
Instapverlichting
86
Instellen van de uitrustingen
24–26, 28
Instellingen bestuurder (opslaan) ~
Bestuurdersplaats (instellingen)
51
Instellingen van het systeem
265, 291
Instrumentenpaneel
9–10, 21–22, 21–23, 142
Instrumentenpaneel (Hybride)
9
Intelligente tractiecontrole
97
Interieurfilter
62, 196
Interieurfilter (vervangen)
196
Interieurverlichting
75–76
ISOFIX (bevestigingen)
11 3
ISOFIX bevestigingen
11 3
ISOFIX kinderzitjes
113–115, 117
J
Jack 286
Jack-aansluiting
247, 286
Jack-kabel
286
299
Trefwoordenregister
K
Kaartenhouder 71
Kaartleeslampjes
75
Kentekenplaatverlichting
219
Keyless entry and start
31–33, 124–125
Kilometerteller
22
Kilometertellers
22
Kinderbeveiliging
119–120
Kinderen
104, 111, 113–115, 117–118
Kinderen (veiligheid)
119
Kinderzitjes
58–61, 104,
107–111, 115, 117–118
Kinderzitjes (conventioneel)
11 0 – 111
Kinderzitjes i-Size
11 8
Klep van de laadaansluiting
181, 184–185
Kleurcode lak
241
Klokje (instellen)
24–25, 266, 292
Koelvloeistof
195
Koelvloeistoftemperatuur
19
Koelvloeistoftemperatuurmeter
19
Kofferdeksel sluiten
32–33, 39
Koplampverstelling
85
Krik
206–207, 210–212
L
Laadkabel 181, 183–184
Laadstekker
181, 184–185
Laadtoestand van de tractiebatterij
27, 181
Laden accu ~ Accu laden
225, 228
Laden via een normaal stopcontact 183, 185
Lader voor versneld laden (wallbox)
181
Lak
201, 241
Lampen
216
Lampen (vervangen)
215–219
Lampen vervangen
215–219
Lane Departure Warning System
162, 167
Lane Departure Warning System
(LDWS)
161–162
Lane Keeping System
150, 154–155, 158
Leder (onderhoud)
202
LED-verlichting
84, 215–217
Lekke band
207, 210
Lendensteun, verstelling
48, 50
Lichtschakelaar
83, 85
Lokaliseren van de auto
31
Luchtfilter
196
Luchtfilter (vervangen)
196
Luchtrecirculatie
66, 68
Luidsprekers
72
M
Make-upspiegel 71
Massagefunctie
52
Massages op meerdere punten
52
Matte lak
202
Matten
74, 142
Mat verwijderen
74
Meldingen
290
Menu
262
Menu's (audio) 256–257, 271–272
Menustructuren display
262
Milieu
7, 36
Mistachterlicht
83, 219
Mistlampen vóór
83, 88, 216–217
Monochroom display
24–25
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
189–190
Motor
198
Motoren
233–234, 236
Motorkap
193–194
Motorkapsteun
193–194
Motorolie
194
Motorolieniveaumeter
18, 21
MP3 (CD)
248
Multifunctioneel display (met autoradio)
243
N
Navigatiesysteem 276–278
Neerklapbare rugleuning ~ Rugleuning
neerklappen
49
Neerklappen stoelen achter
55, 57–58
Netaansluiting
(standaardstekker)
181, 184–185
Niveau AdBlue®
196
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
195–196
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau
19, 195
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
195