Page 230 of 329

228Rijden en bedieningLet op
Het systeem kan worden uitgescha‐ keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Inschakelen
U activeert Lane Keep Assist door
a in te drukken. De brandende led
in de knop geeft aan dat het systeem is ingeschakeld.
Wanneer controlelampje a op de
instrumentengroep of op het head- updisplay groen oplicht, is het
systeem bedrijfsklaar.
Het systeem werkt bij snelheden tussen 60 km/h en 180 km/h, en als
er rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn.
Het systeem verdraait het stuurwiel
langzaam en het controlelampje a
wordt geel als de auto detecteert dat
u een rijstrookmarkering nadert en u
de richtingaanwijzers aan die kant
niet hebt ingeschakeld.
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der door a te laten knipperen en drie
waarschuwingstonen te laten horen
vanaf de kant waar u de rijstrookmar‐ keringen overschrijdt.
Het systeem werkt alleen als er een
wegbelijning wordt gedetecteerd.
Als het systeem alleen rijstrookmar‐
keringen aan één kant van de weg
waarneemt, is er alleen ondersteu‐
ning voor die kant.
Lane Keep Assist neemt waar
wanneer u de handen van het stuur‐
wiel haalt. In dat geval verschijnt ereen bericht op het Driver Information
Center en klinkt er een geluidssignaal
zolang Lane Keep Assist waarneemt
dat u met de handen van het stuur
rijdt.
Aanduiding op pagina Rijhulp
Als het systeem actief is, maar een of
beide rijstroken niet worden gedetec‐ teerd, verschijnen deze als een hollestippellijn aan de rechterkant van deauto. Zie de afbeelding hierboven.
Als het systeem een strook detec‐
teert, verschijnt deze als een groene
stippellijn aan de rechterkant van de
auto. Zie de afbeelding hierboven.
Deze stippellijn wordt oranje als wordt
Page 231 of 329

Rijden en bediening229gedetecteerd dat de auto een strook‐
markering nadert zonder gebruik van
de desbetreffende richtingaanwijzer.
Als het systeem ingrijpt met een
stuurmanoeuvre, verschijnt er een
korte oranje lijn aan de linkerkant van de auto. Zie de afbeelding hierboven.
Uitschakelen
U deactiveert het systeem door a in
te drukken. De led in de knop gaat
dan uit.
Bij het detecteren van een aanhanger wordt het systeem automatisch uitge‐
schakeld.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen:
● de rijsnelheid ligt buiten het bereik van 60 tot 180 km/u
● bij ritten op bochtige of heuvel‐ achtige wegen
● bij nachtelijke ritten
● bij een beperkt zicht door weers‐ omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw● de sensor in de voorruit wordt geblokkeerd door sneeuw, ijs,
slijk, modder, vuil, schade aan de
voorruit of werkt slechter door
vreemde voorwerpen, bijv. stic‐
kers
● de zon valt rechtstreeks in de lens van de camera
● voorliggers vlakbij
● overhellende wegen
● bermen
● wegen met slechte rijstrookmar‐ keringen
● plotselinge veranderingen in de lichtsterkte
● wijzigingen aan de auto, bijv. banden
Schakel het systeem uit als het wordt verstoord door teersporen, schadu‐
wen, scheuren in het wegdek, tijde‐
lijke rijstrookmarkeringen, wegwerk‐
zaamheden of andere onregelmatig‐
heden in het wegdek.9 Waarschuwing
Let altijd op de weg en houd de
auto op de juiste plaats op de
rijstrook. Doet u dit niet, dan kan
dit leiden tot schade aan de auto,
of letsel of de dood.
Lane Keep Assist stuurt de auto
niet continu.
Het systeem houdt de auto niet
noodzakelijkerwijs op de rijstrook.
Het hoeft ook geen waarschuwing te geven, zelf als worden er rijst‐
rookmarkeringen waargenomen.
De stuurbekrachtiging van de
Lane Keep Assist is mogelijk
ontoereikend om te voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten.
Het systeem neemt door invloe‐
den van buitenaf (staat van de
weg, type wegdek, het weer enz.)
wellicht niet waar dat u de handen
van het stuurwiel hebt. De
bestuurder is volledig verantwoor‐ delijk voor het besturen van de
Page 326 of 329

324HHalogeenkoplampen .................249
Handgeschakelde versnellingsbak ......................176
Handmatige dimfunctie ................40
Handmatige modus ...................173
Handmatige stoelverstelling .........49
Handrem ............................. 177, 178
Handschoenenkastje ...................75
Handzender ................................. 21
Head-updisplay........................... 122
Hellingrem ................................. 180
Hoofdsteunen .............................. 46
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 154
I Inbouwmaten trekhaak ..............306
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 69
Indicatie afstand tot voorligger ...200
Inductief opladen ..........................97
Info-Display................................. 120
Inhouden ................................... 303
Inklapbare spiegels .....................39
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 143
Instrumentengroep ......................99
Interactief rijsysteem................... 183
Interieurverlichting ......................141K
Katalysator ................................. 168
Kentekenverlichting ...................258
Kilometerteller ............................ 104
Kindersloten ................................. 29 Kinderveiligheids-systemen ..........66
Klimaatregeling ............................ 15
Klok............................................... 95
Koelvloeistof .............................. 243
Koelvloeistof en antivries ............290
Koelvloeistoftemperatuur ...........111
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 105
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 137
Koplampverstelling ....................137
L Laadsysteem ............................. 108
Lane keep assist ................110, 227
Led-koplampen ...................112, 251
LED-koplampen .......................... 138
Leeslampen ............................... 142
Lekke band ................................. 277
Lichtschakelaar .......................... 134
Lichtsignaal ................................ 137
Luchtinlaat ................................. 155
M
Massage ....................................... 56
Meters......................................... 103
Mistachterlicht ...........113, 140, 253Mistlampen voor ........113, 140, 251
Motorgegevens .......................... 298
Motor-ID...................................... 294
Motorkap .................................... 241
Motorolie .................... 242, 290, 295
Motoroliedruk ............................. 111
Motor starten ............................. 161
N Nieuwe auto inrijden ..................158
Noodoproep ................................ 132
O
Obstakeldetectiesystemen .........207
Olie, motor .......................... 290, 295
Ontlaadbeveiliging accu ............144
Opbergruimte................................ 75
Opbergruimte achter..................... 80
Opbergruimte voor........................ 76
Opbergvakken .............................. 75
Opbergvak middenconsole ..........77
Opgeslagen instellingen ...............25
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 282
Panoramazichtsysteem ..............217
Parkeerhulp ......................... 40, 207
Parkeerlichten ............................ 141
Parkeren .............................. 18, 166
Partikelfilter ................................. 167