Rijden en bediening197Het gebied achter de auto wordt
weergegeven op het scherm. De verticale lijnen geven de breedte vande auto aan met de spiegels uitge‐
klapt. De lijnen buigen met het stuur‐
wiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de achterbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐
den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Zicht voor
Het gebied vóór de auto wordt weer‐
gegeven op het scherm. De verticale
lijnen geven de breedte van de auto
aan met de spiegels uitgeklapt. De
lijnen buigen met het stuurwiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand van de voorbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐ den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Auto-modus
Deze modus is standaard geacti‐
veerd. Als de auto tijdens een
parkeermanoeuvre een obstakel
nadert, wordt op basis van informatie van de parkeersensoren in de achter-
of de voorbumper automatisch over‐
geschakeld van een achteraanzicht
of een vooraanzicht naar een boven‐
aanzicht.
Ingezoomde weergave
De camera registreert de omgeving
van de auto tijdens het parkeren om
een bovenaanzicht van de achter- of
voorzijde van de auto en het omrin‐
gende gebied te creëren.Zo kunt u de
auto langs obstakels in de buurt
manoeuvreren. Deze weergave is
beschikbaar in de auto-modus of in
het menu voor Weergavekeuze.
180°-weergave
De 180°-weergave maakt het uitpar‐
keren gemakkelijker, omdat u nade‐
rende voertuigen, voetgangers en
fietsers kunt zien. Het wordt afgera‐
den deze weergave te hanteren voor
een complete parkeermanoeuvre. De
weergave bestaat uit drie gebieden:
link 1, midden 2 en rechts 3. De weer‐ gave is alleen te kiezen in het menu
voor weergavekeuze.
Rijden en bediening199Achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera helpt de
bestuurder bij het achteruitrijden door
het gebied achter de auto weer te
geven.
De camerabeelden verschijnen op
het Info-Display.9 Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder
vervangen. Let op: voorwerpen
die zich buiten het bereik van de
camera en de sensoren van de
parkeerhulp bevinden, bijv. onder
de bumper of onder de auto,
worden niet getoond.
Gebruik niet alleen de achteruit‐ kijkcamera om achteruit te rijden
of te parkeren.
Controleer vóór het wegrijden
altijd de omgeving van de auto.
Inschakelen
De achteruitkijkcamera wordt auto‐matisch ingeschakeld bij inschakeling
van de achteruitversnelling.
Werking
De camera is gemonteerd in de
achterklep.
De door de camera weergegeven
zone is beperkt. De afstand op de
beelden van de display verschilt van
de werkelijke afstand.
Hulplijnen
Dynamische hulplijnen zijn horizon‐
tale lijnen met een onderlinge afstand van 1 m die op de afbeelding zijn
geprojecteerd om de afstand tot de
getoonde objecten aan te geven.
De baan van de auto wordt afgebeeld
overeenkomstig de stuurhoek.
Hulplijnen deactiveren
Hulplijnen zijn te deactiveren in het
Info-Display. Kies Instellingen I Auto
I Bots-/detectiesystemen I
Richtlijnen camera achterzijde I § .
Info-Display 3 105.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Uitschakelen
De camera wordt uitgeschakeld bij
inschakeling van een vooruitversnel‐
ling.
Rijden en bediening201
Uitschakelen
Om het systeem te deactiveren moet
u ½ ingedrukt houden. Het led-lampje
in de knop gaat branden en ½ brandt
geel op de instrumentengroep.
Bij snelheden lager dan 60 km/h
werkt het systeem niet.
Storing
Bij een storing verschijnt C op het
instrumentenpaneel in combinatie
met een displaybericht en een
geluidssignaal. Neem contact op met
een dealer of een erkende werkplaats
voor een controle van het systeem.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
in de volgende gevallen:
● De rijsnelheid is lager dan 60 km/h.
● Voorruit is niet schoon of is afge‐
dekt door vreemde voorwerpen,
bijv. stickers.
● Rijden op bochtige of heuvelach‐
tige wegen.
● Bij nachtelijke ritten.
● Omgevingsomstandigheden zijn ongunstig, zoals harde regen,sneeuw, direct zonlicht of scha‐
duwen.
● De sensor in de voorruit is afge‐ dekt door sneeuw, ijs, sneeuw‐
brij, modder, vuil, schade aan de
voorruit of werkt slechter door
vreemde voorwerpen, bijv. stic‐
kers.
● De zon valt rechtstreeks in de lens van de camera.
● Voorliggers vlakbij.
● Ritten op verhoogde wegen.
● Rijden aan de rand van de weg.● Ritten op wegen met vage rijst‐ rookmarkeringen.
● Plotselinge veranderingen in de lichtsterkte.
Het systeem kan niet werken als geen rijbaanmarkering wordt gedetec‐
teerd.
Lane keep assist Lane keep assist helpt bij het voorko‐men van botsingen, doordat de
rijstrook per ongeluk werd verlaten.
De frontcamera observeert de rijst‐
rookmarkeringen waar de auto
tussen rijdt. Wanneer de auto de
markeringen nadert, wordt het stuur‐ wiel licht verdraaid om de auto binnen de rijstrook te houden. De bestuurder
voelt dan dat het stuurwiel draait.
Draai het stuurwiel in dezelfde rich‐
ting mee als het systeem onvol‐
doende stuurt. Draai het stuurwiel
rustig in de tegenovergestelde rich‐
ting als u van rijstrook wilt wisselen.
Wanneer het systeem stuurt om de
rijrichting van de auto te corrigeren,
knippert a geel op de instrumenten‐
groep.
Verzorging van de auto239Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringenkast achter een afdekking
in het instrumentenpaneel aan de
linkerzijde. Open de afdekking en
verwijder deze door de pal in te druk‐
ken.
Afhankelijk van de versie zijn er
verschillende uitvoeringen van de
zekeringenkast instrumentenpaneel:Nr.Stroomkring1Elektronisch sleutelsysteem /
diefstalalarmsysteem4Stop/Start-systeem5Geavanceerde parkeerhulp /
camera / regelmodule trans‐
missie7Versterker8Achterruitwisser10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling13Diefstalalarmsysteem16Elektrische stuurbekrachtiging18BTA-module21Interieurverlichting22Verlichting handschoenenkastje23Dodehoeksysteem / verstelling
buitenspiegels / inductief
opladen24Elektrische eenheid stuurkolom25Achteruitkijkspiegel26GordelwaarschuwingNr.Stroomkring27Camera / regensensor / automa‐
tische verlichting28USB / Infotainment31Airbag33Elektrische aansluiting voorin36Infotainment
240Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Binnenspiegel / elektrische
stuurbekrachtiging / Selective
Ride Control / radar / dieseluit‐
laatsysteem3Regelmodule aanhangerinrich‐
ting4Claxon5Voorruitsproeiers6Voorruitsproeiers7Elektrische aansluiting achterin10Portiervergrendeling / achter‐
klepvergrendeling11Portiervergrendeling / achter‐
klepvergrendeling12Stop/Start-systeem / diagnose-
aansluiting / remsysteem13Infotainment / klimaatregeling14Alarmsirene15Verwarming en ventilatie16Stop/Start-systeem / remsys‐
teem17InstrumentengroepNr.Stroomkring19Elektrische eenheid stuurkolom / stuurbedieningsknoppen21Diefstalalarmsysteem22Camera / regensensor / automa‐
tische verlichting23Gordelwaarschuwing24Automatische versnellingsbak /
geavanceerde parkeerhulp /
panoramazichtsysteem25Airbag26Elektronische stabiliteitsregeling27Alarm28BTA-module29Infotainment32Aansteker / stroomaansluiting
voor34Achterruitverwarming / voorruit‐
verwarming / inductief opladen35Lichtschakelaar / diagnose-
aansluiting36VerlichtingBoordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel Open de vloerplaat van de bagage‐
ruimte 3 74.
Haal de afdekking van de gereed‐
schapskist.
De krik, het sleepoog, de stopblokken en de gereedschappen liggen in de
gereedschapskist.
282KlantinformatieGoogle Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Velcro Companies
Velcro ®
is een gedeponeerd handels‐
merk van Velcro Companies.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegevens die ze
ontvangen, bijv. van boordsensoren of die ze zelf genereren of onderling
uitwisselen. Sommige regeleenhe‐
den zijn vereist voor een veilige
werking van uw auto, andere bieden
ondersteuning tijdens het rijden
(bestuurdersondersteuningssyste‐
men) of verzorgen comfort- of info‐
tainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐vens voor bediening van de auto.
Deze gegevens omvatten: ● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, vertraging, dwars‐
versnelling, draaisnelheid
wielen, aanduiding "veiligheids‐
gordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens
van voorbijgaande aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van
de auto zelf verwerkt. Vaak maken
regeleenheden gebruik van gege‐
vensopslag (zo ook de autosleutel).
Dit om tijdelijke of permanente opslag
mogelijk te maken met betrekking tot
de autoconditie, de belasting van
componenten, de onderhoudsvereis‐
ten en technische gebeurtenissen en storingen.
289Opbergruimte................................ 70
Opbergvakken .............................. 70
Opbergvak middenconsole ..........71
Opel Connect.............................. 114
Oplaadkabel ............................... 209
Oplaadkabel aangesloten ...........100
Oplaadstatus .............................. 209
Opladen ...................................... 205
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 256
Panoramadak .............................. 44
Panoramazichtsysteem ..............195
Parkeerhulp ............................... 185
Parkeerlichten ............................ 123
Parkeerverwarming ....................136
Parkeren .............................. 19, 147
Park pilot met ultrasoonsensoren 185
Partikelfilter ................................. 148
Pechhulp..................................... 114 Peilsensor motorolie .....................93
Persoonlijke instellingen ............110
Portieren ....................................... 30
Portier open ............................... 102
Prestaties ................................... 274
Profieldiepte ............................... 244
Programmeerbaar laden ............208
Q
Quickheat ................................... 136R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 285
REACH ....................................... 281
Regelbare instrumentenverlichting ...........124
Regeneratief remmen .................163
Regensensor .............................. 101
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 282
Remassistentie .......................... 163
Rem- en koppelingssysteem .......97
Rem- en koppelingsvloeistof ......265
Remmen ............................ 160, 227
Remvloeistof .............................. 227
Reparatie ongevalsschade .........281
Reservewiel ............................... 250
Richtingaanwijzers ............... 95, 122
Rolschermen ............................... 44
Ruiten ........................................... 40
Rijgedrag en aanhangertips ......216
Rijmodi........................................ 158
Rijverlichting ........................ 12, 101
S Schakelen ............................. 98, 155
Schakelhendel ............................ 155
Schakel motor uit ..........................96
Selectieve katalysatorreductie ....149
Selective Ride Control ................165Service ............................... 139, 262
Service-display ............................ 94
Service-indicatie .......................... 96
Service-informatie ...................... 262
Sjorogen ...................................... 75
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................246
Snelheidsbegrenzer ...........102, 169
Snelheidsmeter ............................ 91
Software-update .........................281
SOS ............................................ 114
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 166
Sproeiervloeistof ........................227
Startbeveiliging ............................ 37
Starten en bedienen ...................141
Starthulp gebruiken ...................254
Stoelpositie .................................. 47
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming ........................... 52
Stoelverwarming, achter ...........53
Stop/Start-systeem .....................145
Storing ....................................... 157
Storing in hybridesysteem ............97
Storingsindicatielamp ..................96
Stroomonderbreking ..................157
Sturen ......................................... 141
Stuurbedieningsknoppen .............81
Stuurwiel instellen .......................... 9